***
Het bezoekuur was ruim een uur verstreken toen Rob van Buren zijn ogen opendeed en wat suffig de kamer rondkeek. De medicijnen maakten hem loom en slaperig en het kostte hem moeite om de hele dag wakker te blijven. Het was een zware operatie geweest, maar de doktoren hadden de tumor uit zijn lichaam kunnen verwijderen. Het was kwaadaardig en bestraling was op korte termijn noodzakelijk. Hij lag op zijn rug, stevig ingestopt tussen twee lakens. Met zijn ellebogen probeerde hij zich op te drukken, maar deze actie werd genadeloos afgestraft. Schichten van pijn schoten door hem heen en jammerend viel hij terug in de kussens. 'Blijf nou toch rustig liggen.' Het was een bekende stem, algauw gevolgd door een gezicht. 'Vivian?' zei hij met een hese stem. Vivian streek over zijn kale hoofd. 'Hoe voel je je?' Het antwoord was simpel: beroerd, maar hij slikte het woord snel in. Hij wilde haar niet onnodig ongerust maken en de pijn zou door zijn oprechtheid niet minder worden. 'Mijn mond is kurkdroog', mompelde hij. 'Heb je wat te drinken?' 'Wil je een vruchtensapje?'
'Een sapje? Heb je geen bier?' Hij moest lachen, maar de lach was snel van zijn gezicht verdwenen toen de wond begon te trekken. 'Au! Zelfs lachen doet zeer.'
'Praatjesmaker.' Vivian hield het glas tegen zijn lippen en liet het vocht zijn droge keel in glijden. 'Je collega Heleen Resmann is langs geweest maar je sliep zo vredig... We hebben je maar laten slapen. Ze heeft iets voor je meegenomen.' 'Is het te eten?'
'Nee, lolbroek. Het is een boek.' 'Een boek? Wat moet ik daarmee?'
Vivian schudde afkeurend haar hoofd. 'Het ligt op het kastje. Misschien datje straks iets wilt lezen.' Hij trok een vies gezicht. 'Ik heb liever een hamburger.' 'Voorlopig niet. Ik ga naar huis om voor de kinderen te koken. Moet ik vanavond nog iets voor je mee nemen?' 'Een broodje met haring.' 'Doe even serieus. Heb je niets nodig?' 'Ik ben serieus. Vis is gezond...' 'Ik ben rond acht uur terug', zei ze en negeerde zijn opmerking. Ze trok haar jas aan en keek even vluchtig op haar horloge. Hij protesteerde en wilde dat ze langer bleef, maar na vijf minuten nam ze afscheid met een kus en verdween. Hij keek verveeld om zich heen en uiteindelijk zocht zijn hand naar de afstandsbediening van de tv. De tv hing boven het bed en behendig zapte hij langs de zenders. Studio Sport hield zijn aandacht even vast, maar niet voor lang. Hij zapte weer verder. Er was niets wat zijn interesse had en hij drukte met een zucht het toestel uit. Met een schuine blik keek hij naar het boek op het nachtkastje. Hij had bijna een jaar geen boek meer aangeraakt. Lezen was niet een van zijn favoriete bezigheden.
'Het is nog een dik exemplaar ook', gromde hij en graaide het met een nonchalant gebaar van het kastje. 'Loverboys...' Hij fronste zijn voorhoofd toen hij haar naam op de cover zag staan. Op de achterkant van het boek keek Heleen hem breed grijnzend aan. Er gleed een glimlach over zijn gezicht. 'Ik wist dat het haar zou lukken', mompelde hij. Hij sloeg het boek open en begon met lezen.
Birsen Yërdyne was zestien jaar en zat afwachtend tegenover de medewerkster van het opvanghuis. Op gelijkmatige toon, bijna nonchalant, had ze haar verhaal verteld en deed alsof het haar allemaal niet raakte. Maar ze had maar weinig nodig om vol te schieten en dat was de medewerkster niet ontgaan. Ze was van huis weggelopen toen ze te horen had gekregen dat ze was uitgehuwelijkt aan een achterneef die nog in Turkije woonde. Voor zover ze zelf toekomstplannen had, lagen die mijlenver verwijderd van de wegen die haar ouders voor haar hadden uitgestippeld. Ze wilde niet trouwen met een tien jaar oudere man die ze nauwelijks kende. Ze wilde nog geen kinderen en ze wilde zeker niet in Turkije wonen. Ze bleef hier in Nederland en haar hele familie kon haar gestolen worden, had ze opstandig beweerd. Via een nicht had ze gehoord dat haar drie broers naarstig naar haar op zoek waren en dat ze niet veel goeds in de zin hadden. Het opvanghuis zag ze nog als haar enige redding. De medewerkster had begrijpend geknikt. 'Je hebt er goed aan gedaan', beweerde zij. Birsen schatte de vrouw rond de twintig, hooguit tweeëntwintig jaar. Ze droeg een hidjab en had donkere, sprekende ogen. Ze was allochtoon en dat gaf Birsen wat meer hoop. Deze vrouw begreep waar ze het over had. Soms waren gewoontes en regels moeilijk uit te leggen aan buitenstaanders. Met moeite kwam de medewerkster achter haar bureau vandaan en toen zag Birsen dat ze zwanger was. Ze glimlachte. 'U bent zwanger. Is het uw eerste kindje?' 'Nee...' Er was even een aarzelingen toen corrigeerde de vrouw zichzelf. 'Ik bedoel ja. Het wordt onze eerste.' Haar hand ging automatisch naar de littekens op haar onderbuik. Door de zwangerschap waren ze lelijk opgerekt en verkleurd.
Eventjes was de pijn op haar gezicht te zien. In gedachten ging ze terug naar de dag dat ze in haar ouderlijke woning door haar jongste broer Omar werd aangevallen. Een afschuwelijk moment. Ze had moeten vechten voor haar leven en dat van haar ongeboren kind. Het kindje had het niet gehaald. Ze had er nog dagelijks nachtmerries over. Daarna had het nog jaren geduurd voordat ze eindelijk weer zwanger raakte. Haar ouders en broers waren veroordeeld voor poging tot moord. Met Hamid en Ahmad had ze geen contact meer, maar in de loop van de tijd had ze de kracht gevonden om Omar en haar moeder te vergeven. Dat gold niet voor de rest van de familie. De haat voor hen toe was groot. Door intensieve begeleiding van een psycholoog had ze haar leven opnieuw kunnen oppakken. Ze was terug naar school gegaan en had haar diploma gehaald. Nu was ze bezig met een studie psychologie en werkte ze als vrijwilliger bij het opvanghuis. Zo kon ze lotgenoten helpen een uitweg te vinden. 'Denkt u dat ze me hier vinden?' De vraag van het meisje bracht haar terug naar de werkelijkheid. 'Ik vind je broers een serieuze bedreiging', antwoordde Letiva terwijl ze een dossier uit de kast pakte. 'Ik ga kijken of ik jou op een geheime locatie kan onderbrengen.' Ze nam weer plaats achter het bureau en sloeg het dossier open.
Birsen friemelde aan haar nagelriemen en zakte een eindje verder weg in haar stoel. 'Ben ik daar dan alleen?'
Letiva schudde haar hoofd. 'Nee. Er wonen daar nog meer meisjes met hetzelfde probleem. Er is daar een maatschappelijk werkster die de meisjes begeleidt en praat over de problemen en mogelijkheden.' .
Een gsm ging af. Letiva verontschuldigde zich en drukte het zojuist binnengekomen sms'je open. 'Ik kom je vanmiddag ophalen met de auto. Ik houd van je, mevrouw Visser. Dikke kus. Sam.'
Met een glimlach klapte ze haar gsm dicht en richtte toen haar aandacht weer op het meisje dat tegenover haar zat.