9
Ashley vroeg zich af of ze ooit gewend zou raken aan de stank.
Het was haar eerste werkdag en zelfs na een uur met Irvel en haar vrienden te hebben doorgebracht, deed de zure geur die aan de muren en het meubilair hing haar bijna kokhalzen.
Volgens Lu kon er niets aan die geur gedaan worden. ‘Het is schoon,’ had Lu haar aan de telefoon verteld na het sollicitatiegesprek. ‘Maar het is de geur van aftakeling en verval.’
Er zat niets anders op voor Ashley dan eraan te wennen als ze hier wilde blijven werken. Ze zat aan de ontbijttafel en glimlachte naar de vrouwen die om haar heen zaten.
Aan het hoofdeinde zat Irvel, die zichzelf tot de sociale aanvoerster van de groep had aangewezen. Naast haar zat Edith, een stille vrouw die met haar eten speelde en weinig zei. Tegenover Edith zat Helen, die zonder twijfel de drukste was van het drietal. Laura Jo lag op bed en zou waarschijnlijk binnen een paar weken overlijden. En ten slotte had je Bert, de enige man van de groep.
Lu had Ashley voor hem gewaarschuwd. ‘Breng hem zijn eten in zijn kamer.’ Lu had met haar tong geklakt. ‘Bert is een rare. Als hij ’s ochtends opstaat, begint hij met zijn vingers rondjes op het bed te trekken. De hele dag.’
‘Rondjes te trekken?’
Ashley had er niets van begrepen. ‘Als hij is opgestaan, maak je zijn bed op en leg je zijn ochtendjas klaar. Zodra hij heeft gegeten, begint hij cirkels op het bed te tekenen. Hij begint aan het hoofdeinde en tekent rondjes op de sprei. Heel langzaam en zorgvuldig werkt hij van boven naar beneden totdat hij het voeteneinde heeft bereikt. Daarna gaat hij verder aan de andere kant van het bed. Iedere dag precies hetzelfde.’
Tot nu toe had Lu gelijk gehad.
Voordat ze het ontbijt had klaargemaakt voor de drie meer mobiele bewoners, had Ashley een vloeibaar ontbijt naar Laura Jo gebracht, die haar ogen niet eens had geopend. Daarna had ze een dienblad naar de kamer van Bert gebracht. Hij zat in zijn schommelstoel en at terwijl Ashley zijn kleren klaarlegde en het bed opmaakte. Zodra ze het dienblad had weggenomen, trok hij zijn ochtendjas aan, schuifelde naar het hoofdeinde van het bed en begon met zijn vinger rondjes te tekenen.
Arme kerel, dacht Ashley.
De vrouwen aan tafel waren beter gezelschap. Vanwege hen had ze deze baan aangenomen. Irvel, Edith en Helen – de dames, zoals Irvel hen noemde.
‘Nou, dames…’ Irvel leunde achterover. Ze had een half sneetje geroosterd brood en een ei gegeten. ‘Hank is gaan vissen en daarom heb ik de hele dag de tijd.’
Helen keek boos naar haar bord. ‘Ik dacht dat we lasagne aten? Waar is de lasagne?’ Ze sloeg drie keer met haar vork op haar bord. ‘Waar is de lasagne?’
‘Weten jullie…’ Irvel wees in de richting van Ashley, ‘dat dit meisje hier prachtig haar heeft.’ Ze hield haar hoofd een beetje schuin. ‘Zeggen ze dit vaker, kind?’
‘Dank je wel voor het compliment, Irvel.’
‘Ik zei…!’ Helen sloeg met haar vuist op tafel. Daarvoor had Lu haar ook gewaarschuwd. Helen sloeg altijd op iets, of het nu een muur of een tafel was, om haar standpunt duidelijk te maken. ‘Waar is de lasagne?’
‘Eh, Helen…’ Ashley schraapte haar keel. ‘Deze morgen eten we ei en geroosterd brood.’
Helen keek haar boos aan. ‘Maar ik zou lasagne krijgen.’
Irvel knikte naar Ashley en probeerde te bemiddelen. ‘Ja, kind, ik dacht ook dat ze lasagne zou krijgen. Dat zegt ze tenminste.’
‘Ei en geroosterd brood.’ Ediths stem kwam nauwelijks boven het gekwetter van Irvel en de donderende stem van Helen uit. Maar toch hoorde Helen haar en sloeg opnieuw met haar vork tegen haar bord.
‘Lasagne. Mijn moeder maakt iedere zondag lasagne en vandaag is het zondag.’
Irvel legde zachtjes haar hand op Helens arm. ‘Ik geloof dat het woensdag is.’
‘O, jongens,’ mompelde Ashley en zuchtte even. Begonnen alle maandagen zo? Ze stond op en zette haar handen in haar zij terwijl ze zich Brookes advies over afleiden herinnerde. ‘Heb je zin in een kaneelbroodje, Helen?’ Ashley glimlachte naar de breedgebouwde vrouw. ‘Ze zijn genoeg afgekoeld om ze te kunnen eten.’
‘Kaneelbroodjes met lasagne?’ Helen spuugde iets uit op haar bord. Ashley durfde er niet naar te kijken. ‘Maar ik zou lasagne krijgen.’ Irvel keek Ashley met grote ogen aan. Toen glimlachte ze en haalde op bevallige wijze haar schouders op. ‘Deze dame wil lasagne.’
‘Goed.’ Ashley haalde een mand met kaneelbroodjes uit de keuken en hield deze de drie oude vrouwen voor. ‘Er is geen lasagne meer. Het enige wat we hebben, zijn kaneelbroodjes.’
‘Wat?’ Langzaam zonk Helen achterover in haar stoel. Op haar gezicht stond een mengeling van teleurstelling en verdriet te lezen.’
‘De lasagne is op, Helen.’
‘Echt waar?’ Tranen van boosheid welden op in Helens ogen. ‘Is de lasagne echt op?’
‘Ja.’ Ashley dwong zichzelf om zeer beslist te klinken. ‘Helemaal op.’
Helen dacht even na. ‘Oké.’ Een zucht kwam over haar oude lippen. ‘Dan neem ik een kaneelbroodje.’ Ze wilde er eentje pakken, maar toen bedacht ze zich. ‘Wacht even.’ Zo vlug ze kon op haar gevorderde leeftijd, draaide ze zich naar Ashley om. ‘Hebben ze jou gefouilleerd?’
Ashley keek naar haar armen en handen. Wat heeft dit nu weer te betekenen? ‘Gefouilleerd?’
‘Ze moeten iedereen fouilleren. Heel zorgvuldig.’
‘Lekker.’ Heel voorzichtig bracht Edith een vork vol met ei naar haar mond. ‘Lekker, lekker eitje.’
‘Ja.’ Irvel vouwde haar handen op tafel. Met een serieuze blik keek ze de tafel rond. ‘We moeten allemaal gefouilleerd worden. Dat is toch zo, Ingrid?’
Helen keek Irvel ongeduldig aan. ‘Ik heet Helen!’
‘Dat zei ik toch, meid?’ Irvel rolde even met haar ogen naar Ashley alsof ze wilde zeggen dat Helen ze niet meer allemaal op een rijtje had.
Ashley glimlachte en duwde de mand in de richting van Irvel. ‘Heb je zin in een kaneelbroodje?’
‘Kijk eens aan. Ja, alsjeblieft, kind.’ Met haar vingertoppen pakte Irvel een broodje uit de mand.
Edith aarzelde even. Haar blik gleed van haar bord met ei naar de kaneelbroodjes en weer terug. ‘Ik wil ei eten.’
Eventjes was Helen vergeten. ‘Heb je zin in een kaneelbroodje, Edith? Je mag het allebei als je daar zin in hebt.’
‘Ze is al gefouilleerd,’ zei Helen op barse toon. ‘Geef het aan haar.’
‘Maar ik wil ei.’ Edith fronste haar wenkbrauwen. Ze begon te trillen van de zenuwen omdat ze moest beslissen of ze wel of geen kaneelbroodje wilde.
Arme vrouw. Ashley hield haar hoofd een beetje schuin en keek Edith met een begripvolle glimlach aan. ‘Eet jij je eitje maar lekker op, Edith. Dat is prima. Je kunt altijd later nog een kaneelbroodje eten.’
Ashley zette de mand midden op tafel, vlak bij het bord van Helen. ‘Pak maar een broodje als je daar zin in hebt.’
‘Dat is het!’ Helen keek naar de anderen en stak haar armen omhoog. ‘Is ze al gefouilleerd? Want als ze nog niet gefouilleerd is, heeft ze hier niets te zoeken.’ Helen ging zachter praten alsof ze iets ging zeggen wat niet voor Ashleys oren was bestemd. ‘Stel je voor dat ze een spion is?’
Ediths hand trilde zo hevig dat de vork tegen haar bord sloeg. Ashley wierp haar een bezorgde blik toe.
De hoeveelheid roerei op haar bord was maar een klein beetje geslonken. ‘Is er… is er nog meer ei?’
‘Natuurlijk.’Ashley gaf een klopje op Ediths hand. ‘Zodra je je bord hebt leeggegeten, mag je meer hebben.’
Edith bestudeerde haar bord. De huid rondom haar ogen trok vreemd samen. ‘Ik heb mijn ei al opgegeten.’ Ze keek Ashley met een angstige en verwarde blik aan. ‘Iemand heeft me meer ei gegeven. Mag ik dat ook opeten?’
Ze moest het anders aanpakken. Ashley boog haar hoofd. ‘Ja, Edith, ga je gang.’
‘Kind…’ Irvel hield haar hand voor haar mond en vertrouwde Ashley discreet een waarschuwing toe. ‘Edith begint vergeetachtig te worden.’
‘Aha,’ fluisterde Ashley. ‘Dat geeft niet.’
‘Ja.’ Irvel trok haar neus discreet op en knikte. ‘Dat vind ik ook.’ Plotseling keek ze Ashley aan. ‘Nee maar, kind, wat heb jij mooi haar, zeg! Hoor je dat wel vaker?’
Ashley glimlachte geduldig naar Irvel. ‘Het is heel aardig van je om dat te zeggen. Dank je wel voor…’
‘Dit is belachelijk.’ Helen sloeg zo hard met haar vuist op haar been dat haar gezicht vertrok van de pijn. ‘Krijg ik nou antwoord of niet?’ Ze schoof haar stoel naar achteren en wees naar Ashley. ‘Ze moeten dit meisje fouilleren. Spionnen mogen hier niet de baas worden.’
‘Helen,’ Ashley knikte vol overtuiging, ‘ze hebben me grondig gefouilleerd.’ Met een hulpeloos gebaar stak ze haar handen omhoog. ‘Het is in orde. Ik ben geen spion.’
‘Nou zeg!’ Helen sloeg met haar hand op haar knie. ‘Het werd tijd.’
Het gesprek werd onderbroken toen er iemand binnenkwam. Ashley keek hoe laat het was. Het was negen uur, het tijdstip waarop Belinda’s dienst begon. Belinda werkte van negen tot vijf en volgens Lu besteedde ze het grootste gedeelte van de dag op kantoor om de administratie te doen, medicijnen te bestellen en contacten te onderhouden met de leveranciers die het tehuis van voorraden voorzagen. Belinda zou haar helpen de bewoners in bad te stoppen na het ontbijt, maar verder stond Ashley er alleen voor.
‘O nee,’ fluisterde Irvel. ‘Het is die vrouw.’
Helen knikte en stond plotseling aan Ashleys kant. ‘Is ze een spion?’
Irvel zonk in haar stoel neer en keek Helen aan. ‘Ik denk van wel.’
Edith prikte met haar vork in haar roerei. Haar vingers waren heviger gaan trillen. ‘Ik vind ei lekker.’
Ashleys hart begon sneller te kloppen. Waarom reageerden de bewoners zo gespannen op Belinda’s komst? Wat had de manager gezegd of gedaan om hen zo zenuwachtig te maken?
Belinda kwam met grote passen de kamer in, zette haar tas neer en keek Ashley boos aan. ‘Het is negen uur.’
‘Ja.’ Ashley ging op haar stoel zitten. ‘Sommige knappe meisjes kunnen ook klokkijken.’
‘Om negen uur doen we de patiënten in bad.’ Ze wees naar de andere vrouwen. ‘Waarom zijn ze nog niet klaar met eten?’
‘Nou…’Ashley trok haar ene wenkbrauw op en deed haar best om kalm en vriendelijk te klinken. Ze legde haar hand op die van Edith. ‘Edith heeft haar ei nog niet op.’ Ashley wees naar Irvel en Helen. ‘En de twee anderen hebben hun kaneelbroodje nog niet op.’
Belinda keek haar minachtend aan. ‘Waarom duurt het zo lang?’
‘Mevrouw…’ Irvel schraapte haar keel. ‘Sta mij toe om uit te leggen…’
Van de sociale aanvoerster die enthousiast vertelde wat zij en haar vriendinnen die dag zouden gaan doen, was niets meer over. In plaats hiervan trilde Irvels stem van onzekerheid. Vol bewondering keek Ashley naar de vrouw met het witte haar. Het lieve mens had het niet meer van de zenuwen, maar had toch de moed om het voor Ashley op te nemen. Dit gebaar deed Ashley meer dan ze in woorden kon vatten.
Belinda rolde met haar ogen. ‘Hou het kort alsjeblieft.’
‘Nou,’ Irvel streek de kreukels in haar jurk glad, ‘we waren gewoon even gezellig aan het kletsen. Om elkaar beter te leren kennen.’
‘Zeg, Irvel,’ zei Belinda grinnikend. ‘Als jullie dames elkaar nu nog niet kennen, heeft dit weinig zin meer.’
‘Ja, maar…’ Irvel slikte met moeite en keek Ashley hulpeloos aan. ‘Hank heeft me hier een uur geleden afgezet om de andere dames te ontmoeten. Misschien zouden we pepermuntthee gaan drinken.’
‘Zo is het maar net.’Ashley stond op en begon de tafel af te ruimen. Vanaf het aanrecht, buiten het gezichtsveld van Irvel, wierp ze Belinda een waarschuwende blik toe. ‘Ze mag best even bijpraten met de anderen.’ Haar stem klonk vriendelijk, maar met haar ogen maakte ze duidelijk dat het haar menens was. ‘Of niet soms?’
‘Ja.’ Irvel leek iets van haar zelfvertrouwen teruggevonden te hebben. Ashley liep naar de eetkamer en ging beschermend in de buurt van Irvel staan. De vrouw stak haar hand uit en pakte Ashley bij haar arm vast. ‘Het is gezellig om samen thee te drinken. Tenminste, totdat Hank me weer komt ophalen.’ Irvel glimlachte naar Belinda. ‘Vind je niet dat dit meisje mooi haar heeft? Ik heb nog nooit zulk mooi haar gezien.’
‘Nu is het welletjes.’ Belinda liep naar hen toe en trok Irvels stoel naar achteren. Toen boog ze zich naar Irvel toe zodat haar gezicht vlak bij dat van Irvel was. ‘Hank is dood, Irvel. Al vijftien jaar. Jij woont met deze andere bejaarden in een verpleegtehuis voor alzheimerpatiënten.’ Haar stem klonk hard en tactloos alsof ze het tegen een vervelende kleuter had.
Ashley was te geschokt om in te grijpen.
Belinda haalde even adem voordat ze verderging. ‘Er is geen theezakje in dit huis te vinden en er is nooit een theezakje in dit huis geweest. Er zijn geen theevisites en Hank zal je nooit komen halen. Hij is dood. Het is tijd voor je bad en dus wil ik geen woord meer horen. Pak je stok en kom met me mee.’
‘J-j-ja, mevrouw.’ Irvels schouders begonnen te trillen toen Belinda zich omdraaide en de gang in slofte.
‘O Irvel.’ Ashley liep naar haar toe en zag de tranen op de zachte, gerimpelde wangen van de oude vrouw. ‘Wat vind ik dit erg voor je.’
‘Ik m-m-moet in bad.’ Met hulp van Ashley kwam Irvel met moeite overeind. De anderen zeiden geen woord. Edith had haar vork neergelegd en leunde achterover in haar stoel. Haar ogen waren gesloten, maar ze schudde heel zachtjes haar hoofd en haar lippen bewogen mechanisch. Toen Ashley dichterbij kwam, hoorde ze Edith heel zachtjes fluisteren: ‘Nee… nee… nee…’
‘Gaat het een beetje, Edith?’ Ashley boog zich over de bedeesde vrouw heen.
‘In bad.’ Ze duwde haar stoel naar achteren en kwam met moeite overeind. Voetje voor voetje schuifelde ze naar de badkamer. ‘Ik moet in bad… ik moet in bad.’
Ashley, Irvel en Helen keken haar na.
‘Die mevrouw maakt Edith altijd van streek.’ Irvel klakte met haar tong. ‘Arme Edith.’
‘Dat zei ik toch.’ Helen pakte haar bij haar ellebogen en er verschenen bezorgde rimpels op haar voorhoofd. ‘Die vrouw is een spion. Dat is ze altijd al geweest.’
Plotseling hoorde Ashley een ijzingwekkende kreet. Het kwam uit de badkamer waar Edith op iemand zou wachten om haar in bad te stoppen.
Ashley rende de hoek om terwijl een andere waarschuwing van Lu door haar hoofd schoot: ‘Edith gilt en niemand weet waarom.’
Na weer een hoek omgerend te zijn, kwam ze bij de badkamer aan, waar Edith met wijd opengesperde ogen en mond stond te gillen alsof ze zojuist getuige was geweest van een moord.
‘Edith! Edith, rustig maar.’
Er was geen beweging te krijgen in de armen en benen van de vrouw. Voordat Ashley de kans kreeg nog een poging te wagen om haar te kalmeren, kwam Belinda met grote passen de badkamer binnen en schreeuwde tegen Ashley: ‘Edith mag nooit alleen gelaten worden in de badkamer. Heeft Lu je dat niet verteld?’
Het was onmogelijk om boven Ediths gegil uit te komen. Voordat Ashley kon bedenken wat ze nu moest doen, ging Belinda achter Edith staan en duwde haar weinig zachtzinnig de gang op in de richting van haar slaapkamer.
Vol afschuw zag Ashley haar gaan. Was dit hoe mensen stierven, bang en eenzaam? Vernederd? Als verdoofd liep ze terug naar de eetkamer. Irvel en Helen hadden geen voet verzet. Ze zwegen en hun ogen waren groot van angst. Drie minuten later hield Edith op met gillen en liep Belinda met grote passen langs hen heen naar de andere badkamer. Ze mompelde iets over onbekwaamheid en haar gezicht was vertrokken van boosheid.
‘Ze is een spion,’ siste Helen.
Ashley had geen idee wat ze moest doen en waar ze moest beginnen. Ze wilde bij Edith gaan kijken, maar Irvel en Helen hadden haar ook nodig. Was dit de manier waarop Belinda deze mensen altijd behandelde? Vijandig, boos en zonder respect? Schreeuwde ze altijd zo tegen die lieve oudjes en blafte ze hen af? Als dat zo was, dan moest Ashley er iets aan doen.
‘Irvel!’ bulderde Belinda vanuit de gang. ‘Kom hier. Je bad is klaar.’
Voetje voor voetje schuifelde Irvel naar de deur, terwijl Ashley hulpeloos naast haar liep. Ze was hier te nieuw om de routine te veranderen. Bovendien had Belinda de leiding over het huis en ze had al duidelijk gemaakt dat Ashley ontslagen zou worden als ze de regels niet volgde. En nu ze Irvel, Edith en Helen iets beter had leren kennen, was Ashley er zeker van dat ze wilde blijven en hen helpen, zodat ze iets van haar vroegere zachtheid zou terugkrijgen.
Halverwege de gang bleef Irvel staan. ‘Hank... is er toch nog wel, hè?’ Langzaam draaide ze zich om en keek Ashley aan. ‘Ja toch?’
Irvels ogen smeekten om het antwoord te horen dat ze wilde horen. Even zweeg Ashley omdat ze de situatie niet wilde verergeren. Toen kwam het beeld van Landon in het ziekenhuis haar voor de geest, die haar vertelde dat hij naar New York zou verhuizen. Ze zou hem niet meer zien, ten minste een jaar niet en misschien wel nooit meer. Maar dat veranderde niets aan haar liefde voor hem.
‘Ja hoor, Irvel.’ Het beeld van Landon vervaagde en Ashley legde haar handen zachtjes op Irvels schouders. ‘Zolang je van hem houdt, is hij altijd bij je.’
‘Ik hou van Hank.’ Irvel sprak langzaam en weloverwogen. De emotie in haar ogen was zo intens dat het bijna pijn deed om ernaar te kijken. ‘Je weet niet hoeveel ik van hem hou.’
‘Nou dan,’ Ashley had een brok in haar keel en ze voelde de tranen achter haar ogen prikken, ‘dan is hij er toch nog?’
‘Ja.’ Irvel rechtte haar rug een beetje en schudde haar hoofd. Een dankbare glimlach plooide zich om haar oude lippen. ‘Ja, hij is er nog. Hij is gewoon gaan vissen... net als altijd.’
Ze hoorden een snerpend geluid. ‘Irvel?’ Belinda’s stem weerkaatste tegen de muren en de oude broze vrouw schrok op.
Ashley knipoogde naar Irvel en riep met een vrolijke stem terug: ‘Ze komt eraan.’ Het had geen zin om nu in discussie te gaan met Belinda. Irvel en de anderen zouden er alleen nog maar meer door van streek raken.
Irvel bracht haar hoofd naar dat van Ashley en fluisterde: ‘Je bent heel lief, kind. Ik hoop dat we een keertje thee kunnen gaan drinken.’ Irvel deed nog een paar stapjes en bleef toen staan. Ze stak haar vinger uit naar Ashley. ‘Weet je dat je prachtig haar hebt?’
Ashley bracht de rest van de dag door met het uitvoeren van allerlei klusjes. Ze zorgde voor de lunch en hielp de vrouwen naar hun stoel toe voor een middagdutje. Ze ging bij Laura Jo en Edith kijken, maar die sliepen allebei. Op het bureau van Belinda in het kantoor zag ze een fles met medicijnen staan. Een slaapmiddel. Dit was blijkbaar de manier waarop Belinda Edith stil kreeg.
Een aantal keren ging ze bij Bert kijken. Lu had gelijk. Als hij niet at of een dutje deed, tekende hij onophoudelijk rondjes op de beddensprei waarbij hij de plooien uiterst zorgvuldig gladstreek.
‘Bert?’ Ashley kwam naar hem toe en raakte zijn arm aan. ‘Bert, ik ben Ashley. Ik ben nieuw hier.’
Bert zei niets. Hij ging gewoon door en keek haar niet aan. Hij schuifelde onhandig om Ashley heen terwijl hij met zijn handen cirkelbewegingen bleef maken.
‘Oké, Bert. Ik ben in de kamer hiernaast, als je me nodig hebt.’
Toen ze naar buiten liep, viel Ashleys blik op een ingelijste zwart-witfoto op de ladekast van Bert. Het was een foto van een stevig gebouwde knappe man met een opvallend mooie vrouw te paard. Ashley keek achterom naar Bert, die nog steeds om het bed schuifelde. ‘Ik ben hiernaast, Bert. Roep me maar als je me nodig hebt.’
Later die middag kwam de nicht van Irvel op bezoek. Lu had Ashley verteld wie de regelmatige bezoekers waren en Irvels nicht was een van hen. Ze kwam iedere maandagmiddag langs en las haar tante voor uit de Bijbel. En daarna zeiden ze samen Psalm 23 op en zongen ze Irvels lievelingsgezang.
Ashley gluurde naar binnen en sloeg het tafereel vanuit de gang gade. De twee vrouwen zaten arm in arm en zongen samen een gezang. Het was technisch gezien verre van perfect, maar daardoor niet minder ontroerend. ‘Groot is Uw trouw, o, Heer. Groot is Uw trouw...’
Het gezang bereikte een climax. Irvel genoot van het gezelschap, maar herkende haar nicht niet. Ze herinnerde zich bijna niets meer van haar leven op een paar dingen na: haar naam, haar Hank en haar lievelingsgezang.
En ieder woord van Psalm 23.
Toen haar nicht afscheid van haar nam, omhelsde Irvel haar en glimlachte. ‘Ik ben Irvel, kind. Heel aangenaam kennis met je gemaakt te hebben. Misschien kunnen we een keer samen thee gaan drinken. Pepermuntthee.’
‘Ik hou van u, tante Irvel,’ antwoordde de vrouw. ‘En Jezus houdt ook van u.’
‘Ja, kind.’ Irvels ogen twinkelden alsof ze weer twintig was. ‘De Heer is mijn Herder. Is dat niet geweldig?’
Onderweg naar huis moest Ashley onophoudelijk denken aan de oude vrouw en de lieve manier waarop ze de mensen om haar heen welkom heette. Voordat ze Cole bij haar ouders afhaalde, die op hem pasten als zij werkte, kocht ze het ene ding waar Sunset Hills absoluut geen dag meer zonder kon.
Een doosje pepermuntthee.