28

De taxi kon niet snel genoeg gaan.

Toen Kari op het vliegveld van La Guardia was geland, kon ze het bijna niet meer uithouden. Het was een verrassingsbezoek, dat ze had gepland na het laatste telefoongesprek met Ryan.

Kari had het speelrooster van de Giants bekeken. Op 2 december zou de laatste wedstrijd plaatsvinden. Ze wist niet hoe druk Ryan het dat weekend zou hebben, maar ze wist wel dat hij het weekend in de stad zou blijven. Dat had hij haar zelf verteld.

Het was donderdagmiddag om half vijf. Kari had bedacht dat ze eerst naar Ryans appartement zou gaan, hem zou uitnodigen voor een etentje en daarna een hotel zou zoeken waar ze de komende dagen kon overnachten.

Ze lachte stilletjes terwijl ze uit het raam van de taxi naar het drukke verkeer keek. Haar ouders hadden haar niet geloofd toen ze haar plan had aangekondigd.

‘Zomaar?’ Haar moeders mond was opengevallen. ‘Ga je zomaar naar New York?’

‘Ja,’ had Kari met een grijns gezegd. Ze had zich in weken niet zo goed gevoeld. ‘En ik wil dat jij op Jessie past.’

‘Waar…’ Kari’s vader slikte moeizaam. ‘Waar overnacht je?’

‘Pap!’ Kari voelde dat ze bloosde. ‘In een hotel natuurlijk.’

‘Je vader en ik zijn tot de conclusie gekomen dat we van niets meer opkijken, kind.’

‘Bovendien ben ik een volwassen vrouw. Ik kan naar New York gaan wanneer ik wil.’

‘Dat weet ik.’ Haar vader was naar haar toe gekomen en had haar op haar voorhoofd gekust. ‘Maar wees alsjeblieft voorzichtig. Het gaat allemaal…’

‘Zo snel?’

‘Ja.’ Hij ging naast haar moeder staan en herhaalde: ‘Wees voorzichtig.’

‘Pap, ik heb in New York gewoond. Ben je dat vergeten? En ik ken Ryan al zo lang.’ Ze keek haar moeder aan. ‘Mijn hele leven lang heb ik niets gedaan met de gevoelens die ik voor hem heb. Dat gaat nu veranderen.’

Haar moeder keek geschrokken. ‘Wat ben je precies van plan?’

‘Hem opzoeken.’ Kari stak haar handen op. ‘Verder niets. Ik wil hem alleen maar laten weten dat hij nog steeds een bijzonder plekje in mijn hart heeft.’

‘Dat is zo, hè?’ De rimpel op het voorhoofd van haar vader verdween.

‘Ja.’ Kari’s stem klonk zacht. ‘Ik denk dag en nacht aan hem.’

‘Ga dan maar.’ Haar moeder glimlachte en de bezorgdheid was van haar gezicht verdwenen. ‘Als we één les van 11 september hebben geleerd, dan is het wel dat het leven maar kort is. Als je om Ryan geeft, moet je hem dat vertellen. En laat de rest aan God over.’

De taxi reed nu door het centrum van de stad. Kari keek uit het raam. Ze vergeleek wat ze zag met wat ze zich van de stad herinnerde uit de tijd dat ze hier als fotomodel werkte. Ze reden langs gebarricadeerde straten en etalages die waren dichtgetimmerd. Aan de gevels van talloze gebouwen hingen vlaggen en bijna iedere auto of taxi had een vlaggetje. Misschien verbeeldde ze het zich, maar ze leek een andere blik te zien in de ogen van de mensen die langsliepen. Een gevoel van verlies, maar ook iets van verbondenheid.

Er liep een rilling over haar rug en ze kreeg kippenvel op haar armen en benen.

‘Hoe ver is het nog?’ Ze leunde naar voren zodat de taxichauffeur haar kon horen.

‘Een kilometer of tien.’

‘Bedankt.’ Pas op dat moment zag ze de twee foto’s die op het dashboard van de taxi waren geplakt. Een ervan was een politieagent, de andere een vrouw in uniform. Ze leken allebei als twee druppels water op de taxichauffeur.

Kari aarzelde, maar kon zich niet inhouden. Ze wees naar de foto’s. ‘Familie van u?’

‘Mijn zoon en mijn zus. Ze zijn geen van beiden teruggevonden.’

‘Wat… wat erg voor u,’ zei Kari treurig. Waarom had ze de vraag gesteld? De ramp die zich had voorgedaan was niet een spektakel waar je van een afstand naar kon kijken. Dit was het echte leven en betrof mensen van vlees en bloed. Mensen zoals deze taxichauffeur die zijn geliefden nooit meer zou terugzien.

De huivering was verdwenen en had plaatsgemaakt voor de rauwe werkelijkheid. De volgende keer zou ze zich wel twee keer bedenken voordat ze zo’n vraag stelde.

Opnieuw dacht ze aan Ryan en ze keek naar haar hand. Ze had haar trouwring afgedaan en in een fluwelen doosje gestopt dat ze in de onderste lade van haar kledingkast bewaarde. Het was tijd… en op een dag wilde Jessie de ring misschien hebben.

Kari keek naar de tikken op de meter. Nog tien kilometer. Hoe zou het voelen om weer bij hem te zijn? Ze hadden samen veel hoogte- en dieptepunten in het leven beleefd. Natuurlijk moest ze nu naar hem toe gaan. Ze hield van hem en daar kon ze niets tegen doen. Misschien was het inderdaad te vroeg. Maar iedere keer dat ze bad, kreeg ze hetzelfde gevoel. Nu de mist die door Tims overlijden was veroorzaakt begon op te trekken, nu ze de tijd had genomen om te genezen, nu ze veel had gelezen en gebeden en zich had onderworpen aan een zelfonderzoek… stond de waarheid als een paal boven water.

Ryan Taylor betekende alles voor haar. En dat moest ze hem laten weten.

Er leek geen einde te komen aan de doolhof van straten, maar uiteindelijk stopte de chauffeur voor een appartementencomplex. Voor de deur stond een portier.

‘Hier is het.’ De chauffeur knikte naar de meter. ‘Graag contant betalen.’

Kari telde het bedrag uit en gaf hem een flinke fooi. ‘Ik hoop dat ze hen nog vinden. Uw zoon en zus.’

De man knikte, maar zei niets. Toen Kari de taxi uit stapte en haar bagage pakte, zag ze hem een traan wegvegen. Ze bleef naast haar koffer op het trottoir staan en zag de taxi wegrijden. Help hem, God. Geef hem alstublieft vrede.

Er klonk geen zachte stem boven het geraas van de stad uit. Maar God had haar gehoord, dat was het belangrijkste. En ze had iets van de taxichauffeur geleerd: het zou moeilijker zijn om in New York te zijn dan ze had gedacht.

Ze sprak de portier aan. ‘Ik kom een vriend van mij bezoeken.’

‘Hoe heet hij?’ De man gedroeg zich nogal formeel, maar ze hoorde iets van sympathie in zijn stem.

‘Ryan Taylor.’

‘Verwacht hij u?’

‘Nee.’ Kari voelde vlinders in haar buik. ‘Maar mag ik toch naar boven?’

Er zweefde een glimlach om de mondhoeken van de man. ‘Ik moet hem eerst bellen.’

Hij draaide zich om naar een bord vol knoppen en pakte de telefoon. Kari kon slechts een deel van het gesprek volgen.

Na enkele ogenblikken draaide de man zich naar haar om. ‘Ga uw gang.’ Hij deelde haar het nummer van het appartement mee en opende de deur van de lobby voor haar.

Kari liep met haar koffer achter zich aan door de dubbele deuren naar de liften toe. Plotseling was ze zenuwachtig. Haar oude onzekerheid stak de kop op. Stel je voor dat zijn gevoelens voor haar al maanden geleden waren veranderd, toen ze alles in het werk had gesteld om haar huwelijk met Tim te redden? Misschien zou hij het brutaal van haar vinden dat ze hem onaangekondigd kwam opzoeken.

Nee, dat was onmogelijk. Hij had haar toch zelf uitgenodigd? En nu was ze er.

De lift gleed naar de twaalfde verdieping. Met knikkende knieën liep ze door de gang naar Ryans appartement. Heel even overwoog ze om rechtsomkeert te maken. Ze had nog nooit van haar leven zoiets geks gedaan als het op Ryan aankwam.

Ze klopte aan. Het was te laat om ervandoor te gaan.

De deur ging open en daar was hij. Ryan Taylor, die haar met grote ogen en open mond aanstaarde. Kari’s twijfels verdwenen als sneeuw voor de zon.

‘Kari… toen de portier zei dat er een vrouw… ik bedoel, ik dacht dat het een vergissing was. Waar… hoe ben je…?’

‘Ryan.’ Ze liet haar tas vallen en viel hem in de armen. Ze genoot ervan zijn lichaam tegen het hare te voelen en hem in levenden lijve te zien. ‘Ik kan niet geloven dat ik er ben,’ zei ze hees, terwijl de vreugde om hem weer te zien en weer bij hem te zijn haar te veel dreigde te worden. ‘Ik kon geen minuut langer bij je wegblijven.’

Hij drukte haar tegen zich aan. ‘Je bent gekomen.’ Uit zijn woorden klonk een groot verlangen, hetzelfde verlangen dat ze zo vaak aan de telefoon had gehoord, zelfs toen ze alles had gedaan wat in haar vermogen lag om niet aan hem te denken. Op het moment dat hij deze woorden uitsprak, wist ze het.

Zijn gevoelens voor haar waren niet veranderd. Ze had dit soort details onmogelijk kunnen opmerken zonder hem in het echt te zien en zijn armen om haar heen te voelen.

Het maakte niet uit dat er bijna zeven maanden voorbij waren gegaan sinds ze elkaar voor het laatst hadden gezien en dat het weekend voorbij zou vliegen. Ze voelde nog precies hetzelfde als de eerste keer dat hij haar in zijn armen had genomen. Er was niets veranderd, op één ding na.

Deze keer waren haar gevoelens sterker.

image

Ryan kon zijn ogen niet van haar afhouden terwijl ze die avond samen door de stad liepen op weg naar een restaurant. Ze was echt hier! Wat wilde het zeggen dat ze naar hem toe was gekomen? Op de omhelzing na bij haar aankomst had ze hem geen aanleiding gegeven om te denken dat er iets anders achter haar bezoek stak dan zijn uitnodiging.

Halverwege het eten haalde Kari een foto van Jessie voor de dag. Er was geen twijfel mogelijk. Het kind leek als twee druppels water op Kari.

‘Wauw.’ Ryans mond viel open. ‘Wat een mooie baby.’ Hij pakte de foto aan en bestudeerde die aandachtig. ‘Wat is ze gegroeid, zeg.’

Kari straalde.‘Ik kan niet geloven dat ik hier ben. Tot nu toe heb ik haar nog nooit langer dan een paar uur niet gezien.’ Ze nam de foto van Ryan aan.‘Ik mis haar.’

‘Ik ook.’ Zijn stem was dik van emotie. Het deed er niet toe dat hij de kleine Jessie niet meer had gezien sinds haar geboorte en haar slechts de eerste dagen van haar leven in zijn armen had gehouden. Het kind had een speciaal plekje in zijn hart gekregen zonder dat hij er zichzelf van bewust was. Ryan keek Kari aan. ‘Maar ik heb jou nog meer gemist.’

Hij pakte haar hand en verstrengelde zijn vingers met de hare. Hij zag haar vragende blik, maar ze liet hem op geen enkele manier blijken dat hij haar hand moest loslaten. Ze legde haar hand op die van hem. ‘Ik moest komen, Ryan. Ik… kon geen moment langer meer wegblijven.’

‘Het is niet hetzelfde als aan de telefoon, hè?’

Ryan werd overspoeld door een golf van liefde en blijdschap. Op dit moment en op deze plek voelde hij zich volmaakt gelukkig.

Maar hoe zou hij over vier dagen afscheid van haar kunnen nemen?

image

De tijd ging sneller dan Kari lief was.

Dit was hun tweede dag en ze waren samen in zijn appartement. Ryan zat met uitgestrekte benen op de bank. Hij had twee glazen water ingeschonken en wachtte op haar. De tv stond uit.

Het drong tot Kari door dat ze voorzichtig moest zijn. Ze was zo blij om hem te zien dat ze er tot nu toe niet over nagedacht had wat het betekende om alleen met hem te zijn. De laatste paar keren dat ze samen waren geweest, was het niet in haar opgekomen dat er iets tussen hen zou gebeuren. Eerst had ze geprobeerd om haar huwelijk te redden – en zelfs toen had ze nauwelijks weerstand kunnen bieden aan de verleiding. Toen was ze de rouwende weduwe geweest die nog moest herstellen van de bevalling.

Maar nu… was ze geen van beide.

Ze zat naast hem en draaide haar hoofd naar hem toe zodat ze hem kon aankijken. Alleen al naar hem te kijken gaf haar het gevoel weer te leven en echt mens te zijn. Zo had ze zich in geen tijden meer gevoeld. Maar toch was ze nog niet zeker van een aantal dingen.

Ze hadden geen van beiden over hun gevoelens gesproken, niet sinds Ryans vertrek naar New York althans. In het licht van wat er het afgelopen jaar was gebeurd, was dit begrijpelijk.

Ze haalde langzaam adem. ‘Ik kan nog steeds niet geloven dat ik hier ben.’

Hij streek met zijn vinger over haar voorhoofd en zijn ogen lieten de hare niet los. ‘Is het je ooit opgevallen,’ deze keer was Ryans stem nauwelijks verstaanbaar en ontdaan van elke mooidoenerij, ‘hoe oppervlakkig onze telefoongesprekken zijn?’ Hij wachtte even en zijn ogen stonden peinzend. ‘We praten over van alles en nog wat, behalve over ons.’

‘Daar zat ik net aan te denken.’

‘Hoe komt dat, denk je?’

‘Wat kan ik zeggen?’ Kari trok haar benen op. Ze was dankbaar dat ze dit gesprek niet aan de telefoon hoefden te voeren. Ze hadden zo niet kunnen praten zonder elkaar in de ogen te zien en elkaars gedachten te lezen. ‘Jij woont hier, ik woon daar.’

Ryan leunde achterover en zuchtte zachtjes. ‘Laten we het daar even niet over hebben. Het is bijna een jaar geleden dat Tim is overleden en je hebt nooit…’ Hij sprak niet verder en leunde met zijn hoofd tegen de beige leren bank.

‘Nooit wat?’

Hij liet zijn hoofd hangen en plotseling wilde ze dat ze het gemakkelijker voor hem kon maken. Maar zelfs nu was alles wat ze samen hadden in bruikleen. Over een paar dagen zou ze teruggaan naar Bloomington en zouden ze geen stap dichter zijn bij de relatie die ze allebei wilden.

Ze raakte zijn schouder aan. ‘Ryan?’

‘Sorry.’ Hij kreunde en tilde zijn hoofd op. ‘Het doet er niet toe.’

‘Nee, kom op. Wat wilde je zeggen.’

‘Dat ik… dat ik je zo mis.’ Ze kon zien hoeveel moeite het hem kostte dit te zeggen. ‘Ik voel me er zo schuldig over. Alsof het al fout is om je dit te vertellen.’

‘Omdat Tim is overleden bedoel je?’ Ze sprak zachtjes om hem aan te moedigen haar te vertellen wat er in hem omging, iets wat hij niet had gedaan sinds die dag aan het Monroemeer meer dan een jaar geleden.

‘Misschien. Ik bedoel: dat moet het wel zijn.’ Hij aarzelde en keek haar weer aan. ‘Je bent nog steeds bezig om het verlies te verwerken terwijl ik alleen maar aan mezelf denk en aan mijn gevoelens voor jou.’ Hij ging nog zachter praten. ‘Kari, als je eens wist.’

Ze wreef over zijn schouder. ‘Helpt het als ik je vertel dat ik vrede heb met het overlijden van Tim?’

‘Vrede?’

‘Ja.’ Kari boog zich naar hem toe en zei zachtjes: ‘Tim zou niet hebben gewild dat ik de rest van mijn leven om hem zou rouwen.’

‘Waarom…?’ Hij keek haar aan en ze zag een sprankje hoop in zijn blik. ‘Waarom heb je me dit niet eerder verteld?’

‘Omdat ik er zelf nog maar net achter ben gekomen. En ook… omdat ik het niet eerlijk vond.’ Haar stem klonk verstikt door de emotie die haar overviel. ‘Ik wilde mezelf niets wijsmaken.’

Hij keek de andere kant op en lachte. Geen sarcastische lach, maar een lach waarin een groot gevoel van opluchting doorklonk. Opnieuw keek hij haar aan. ‘Meen je dat?’

Ze knikte en voelde dat ze schaapachtig begon te grijnzen. ‘Ik meen het.’

‘O, Kari.’ Hij legde zijn handen om haar gezicht en sprak rechtstreeks tot haar hart. ‘Alleen God had ervoor kunnen zorgen dat ik niet naar je verlangde en je niet iedere dag en ieder uur zou missen.’

Opnieuw lachte hij zachtjes. ‘Waarom denk je dat ik je zo vaak bel? Waarom denk je dat ik je hier uitnodigde?’

Kari haalde haar schouders op. Ryans handen voelden zo prettig aan. Ze had moeite om zich te concentreren. ‘Omdat je medelijden met me had?’

‘Medelijden met jou?’ Ryan keek haar vol ongeloof aan. ‘Ik had je het liefst iedere avond gebeld, maar ik wilde me niet aan je opdringen. Ik wilde je tijd geven. Medelijden met je?’

Kari had het gevoel te zweven. Al deze maanden had ze zich afgevraagd wat Ryan voor haar voelde en of ze ooit een avond zoals deze samen zouden beleven, een avond waarop ze eerlijk tegenover elkaar konden zijn. Zoals ze dat die avond aan het Monroemeer ook waren geweest.

En daar zaten ze nu.

Kari voelde haar glimlach bevriezen. Nog een paar dagen en daarna? Hoe zou het daarna verdergaan?

Hij leek haar gedachten te lezen. Hij streek met zijn duimen langs haar ogen en over haar jukbeenderen. ‘Geen zorgen over de dag van morgen, Kari. Laat dat aan God over.’ Ze legde haar handen op die van hem en drukte haar voorhoofd tegen het zijne aan. Ryan fluisterde: ‘Waar het om gaat, is dat we na vanavond nooit meer hoeven te gissen naar de gevoelens van de ander.’

Ryan had gelijk. Kari tilde haar hoofd op en keek hem aan. ‘Nee, hè?’

‘Nee.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Nooit meer.’

Vanaf het ogenblik dat ze gisteren het appartement van Ryan was binnengestapt, had Kari hem willen zoenen. Nu kon ze zich niet langer inhouden. Ze merkte hoe hij dichterbij kwam en voelde zijn lippen over haar hals, haar wang en haar oor glijden. Ze deed haar ogen dicht en hoorde de stem die ze sinds haar tienerjaren nooit meer was vergeten: ‘Ik hou van je, Kari. Ik zal altijd van je houden. Dat moet je altijd blijven geloven.’

Ze knikte en drukte haar wang tegen die van hem aan. ‘Ik hou ook van jou.’

Langzaam vonden hun lippen elkaar. Voor de eerste keer sinds zijn ongeluk ging het niet haastig of met een schuldig gevoel gepaard. Het was de hartstochtelijke kus van twee mensen die een leven lang naar elkaar verlangd hadden.

Een kus die meer uitdrukte dan woorden ooit konden doen.

image

Kari had al uitgecheckt en stond met haar koffer bij de uitgang van het hotel. De taxi zou er over vijf minuten zijn. Ryan en zij stonden in een hoekje van de lobby en probeerden een manier te vinden om afscheid te nemen. Nog voordat ze een woord had gezegd, sprongen de tranen in Kari’s ogen.

Wat voor reden had ze om in Bloomington te blijven? Waarom ging ze niet naar huis om Jessie te halen en vloog ze niet met het eerste vliegtuig terug naar New York? Ze kon hier blijven zolang hij coach van de Giants was. En met haar contacten zou ze waarschijnlijk werk vinden als model voor postorderbedrijven.

Maar dat zou niet goed zijn. Ryan had het druk en ze had hier geen sociaal vangnet. Geen dominee die haar hielp bij het verwerken van het verleden en bij het opzetten van haar werk voor de kerk. Ze had niemand om op Jessie te passen. New York, zelfs het minder harde en vriendelijkere New York van na de aanslagen op 11 september, was geen goede plek voor een alleenstaande moeder met een baby. Haar hart zou altijd bij Ryan in New York zijn, maar Bloomington bleef voorlopig haar thuis.

Dat maakte het afscheid ook niet gemakkelijker voor hem.

Ze viel in zijn armen en liet haar hoofd op zijn borst rusten. ‘Ik wou dat ik hier kon blijven.’ Ze sloeg haar armen om zijn hals en dacht terug aan de andere keren dat ze afscheid van hem had moeten nemen.

‘Blijf dan.’ Hij sloeg zijn armen om haar middel en vouwde zijn handen achter haar rug.

‘Dat gaat niet.’

Hij nam haar aandachtig op. ‘Dat weet ik.’

Ze zwegen en keken elkaar aan. ‘Als ik maar lang genoeg naar je kijk, kan ik misschien een deel van je hier bij mij houden.’

Ze kusten elkaar, maar zeiden heel weinig. Wat konden ze zeggen? Ze konden het niet hebben over de volgende keer dat ze elkaar weer zouden zien of elkaar beloven dat ze elkaar snel weer zouden opzoeken. Ze hadden absoluut geen idee wanneer de volgende keer zou zijn.

Het enige waar ze niet aan twijfelden, waren de gevoelens die ze voor elkaar hadden. En voorlopig zouden ze het daarmee moeten doen.

Ryan liep met haar mee naar buiten en wachtte totdat de taxi kwam.

Kari knikte en depte haar natte wangen droog. ‘Tot ziens.’ Ryan zette haar koffer in de achterbak en ze stapte in de taxi. Ook nadat ze het portier had dichtgetrokken, bleven ze elkaar aankijken, totdat de taxichauffeur wegreed en een zijstraat in sloeg.

Pas op dat moment liet Kari haar tranen de vrije loop. Ze voelde een diep en intens smartelijk verdriet in haar hart. Toen bad ze het eenvoudigste gebed dat ze ooit had gebeden.

Alstublieft, God, laat ons op een dag samen zijn. Alstublieft.

image

De pijn die het afscheid van Kari hem veroorzaakte, werd met de minuut heviger. Tegen de tijd dat hij terug was in zijn appartement, had hij de neiging om het hoofdkantoor van de Giants te bellen en hun te vertellen dat ze een andere coach moesten zoeken. Hij ging terug naar Bloomington.

Maar zo was Ryan niet. Hij moest zijn verplichtingen nakomen, zoals zijn vader hem had geleerd.

Nee, hij kon New York nu niet de rug toekeren. Hij was het aan zijn team verplicht om te blijven en het seizoen af te maken. Maar daarna zouden Kari en hij een ernstig gesprek moeten voeren.

Hij wist bijna zeker dat de Giants zijn contract met een jaar zouden verlengen. Zo niet, dan zou hij een baan kunnen vinden bij een andere club in New York. Maar wat zou er dan met hem en Kari gebeuren? Zou ze met hem willen trouwen en naar New York verhuizen? Zou ze overal met hem meereizen totdat hij hoofdcoach was? Was dat wat God van hen wilde?

Hij zuchtte. Er waren zo veel onzekerheden. Op dit moment was er slechts één ding waar Ryan zeker van was. Kari was nog maar amper een uur geleden vertrokken en nu al verlangde hij er hevig naar haar te zien. Hij schonk zichzelf een glas melk in en ging op de bank zitten – op hetzelfde plekje waar hij gisteren nog naast haar had gezeten en haar had gekust. Over een paar minuten zou ze op La Guardia aankomen.

Hij stelde zich haar voor, een knappe brunette die vele hoofden deed omdraaien terwijl ze door de vertrekhal liep, en de angst sloeg hem om het hart. Hij was nooit bang geweest om te vliegen, zelfs niet in de weken na 11 september toen het hele land het luchtruim probeerde te vermijden. Maar nu bad hij tot God om Kari te bewaren tijdens de vlucht naar huis.

Omdat hij de gedachte niet kon verdragen haar te verliezen nu hij haar eindelijk terug had.