27
De hele dag had hij een Chineesje in zijn hoofd. Nou, bedankt. Het zou hem toch niet gebeuren? Zijn eigen kinderen niet of nauwelijks mogen zien en dan straks zijn leven te moeten opofferen voor een wildvreemd boerenweesje uit de binnenlanden van Mantsjoerije. Alsof je een exotische vogel aanschafte. Pam ging er wel erg onverantwoordelijk mee om, ze had duidelijk van het moederschap niet veel kaas gegeten.
Hij zelf wel, dat was een beetje het verschil tussen hen. Hij had kinderen, hield hij zich voor. Als ze al zover was dat ze aan China zat te denken, dan kon hij beter even snel uit eigen voorraad putten. Zijn eigen zoontje bijvoorbeeld. Had hij in feite bij de hand . Als hij hem zou kennen, tenminste. Even op de fiets naar West en meenemen die handel.
Alwin adopteren. Het idee was er voordat hij het zelf kon bedenken. Shit ja, dat was het. Gewoon, nou ja gewoon , zijn eigen kind adopteren. Goedkoop en toch gemakkelijk. Als er dan toch een kind in huis gehaald ging worden, dan liever een van eigen makelij. Eigen bloed stond nu eenmaal iets nader dan zo’n zielig gevalletje uit China, zo ouderwets was hij dan ook wel weer. Gezinshereniging, verrek, zo voelde het. Dat alles goed kwam, zoiets. Eindelijk thuis, lieve jongen, eindelijk.
Ergens binnen in hem begon een voorzichtige jubel, daar in de diepte huisde misschien wel de vader in hem, duistere vreemdeling tot dusverre , de gedachte kleine Alwin in zijn armen te sluiten maakte in hem iets los wat hij heel erg verdrongen had. Hoe zag zijn jongen er trouwens uit? Hij probeerde in zijn geheugen een kind te vinden. Hoezeer je iemand kunt missen die je niet kent. De foto’s die Solana gaf, had hij altijd meteen weggegooid, uit angst dat Pam ze zou vinden, en ook om zichzelf te beschermen. Hij kon alleen aan zichzelf denken, hoe híj als kind was geweest. Hij herkende alles, de eenzaamheid, de in-de-steek-gelatenheid en hij voelde het even werkelijk: de afgrondelijke duisternis van zijn jongste jaren. Tot tranen toe dacht hij aan dat vertederende kleine manneke dat hij om te zoenen zo goed kende en dat toch een totale vreemde voor hem was. Alwin noemde hij zichzelf, hij zag zichzelf, maar hij bedoelde Alwin. Hij miste hem, mijn god wat miste hij hem, want hij miste zichzelf.
Zijn intuïtie zei hem dat hij meteen naar Solana moest gaan, haar betrekken in zijn nieuwe gevoel, dan zou zij ook toegeeflijk zijn, maar hij vertrouwde zijn intuïtie niet.
Hij ging nadenken, en daardoor werd alles zwaar en hopeloos. Wat moest hij om te beginnen nog met een kind? dacht hij. Op zijn leeftijd, bedoelde hij. Maar hij bedoelde: Hoe zou hij Pam kunnen uitleggen dat hij ergens in West nog een kindje had zitten? Echt iets voor jou, schatje. Heb ik in het geheim zelf voor je gefabriceerd om eindelijk je kinderwens te kunnen vervullen. Waarom kon het zo niet gaan, verdomme? Die ellendige jaloezie ook altijd. En waar ging het in feite om? Hij kon zich bijvoorbeeld totaal niet meer herinneren of hij een beetje lekker met die Selena-Solana geneukt had. Jawel, dat kon hij wel . En dan zou hij nu ineens ruzie moeten maken omdat zijn vrouw jaloers was op een oud nummertje, een vergeten neukertje waar hij zelf geen enkele lol van had gehad. Terwijl hij het, als hij zich even zou concentreren, nog steeds zou kunnen overdoen . Maar daar ging het nu niet om. Het betekende niks. Voor hem. Al dat zielloze gefrummel op die truttige meisjeskamer kwam op hetzelfde neer, op niks namelijk. Waarom zou hij het dan achteraf betekenis moeten geven? Omdat Pam het zo graag wilde? Maar wat had zij eraan? Het beste was als niemand het er meer over had. Rust, dames. Als je eenmaal in het verleden begon te wroeten, vond je zelden de uitgang terug. Iedereen mocht blij zijn dat we er zo’n leuk ventje aan hadden overgehouden. Think positive . Tel je zegeningen, wees blij dat het gebeurd is. E basta .
Vrouwen konden zo in iets blijven hangen. Niet dat hij zou staan te juichen als Pam ergens met een of andere vent bezig zou zijn geweest, hij zou haar meteen de tent uit trappen, nee, hij zou haar eerst als een gek gaan neuken , maar zij zat anders in elkaar. Voor haar hadden zulke dingen betekenis. Als zij met een ander iets begon, zou ze het meteen komen vertellen. Ze zou verliefd zijn en hem niet meer kunnen verdragen. Een vrouw als Pam kon zich niet los zien van zichzelf. Seks was voor haar iets persoonlijks, niet iets wat je zomaar even met vreemden deed. Hij respecteerde dat, hij bewonderde het zelfs, maar zelf zat hij nu eenmaal iets ingewikkelder in elkaar.
Pam was iemand die je haast niet kon geloven. Zo perfect. Op twee eierstokken na, helaas. Haar perfectie kreeg daardoor iets kunstmatigs, alsof ze buiten de voortplanting stond. Perfectie – confectie . Een cyborg. Veroordeeld tot volmaaktheid, ver van het menselijke. Als een astronaute dolend in het duistere heelal der echoscopieën, omringd door de versteende en bevroren oppervlakken van onleefbare planeten. Ook hij voelde, als hij eerlijk was, die afstand tot haar, zelfs als hij in haar kwam, in die prachtige spelonk. Ze onderging hem geduldig. Ze gaf zich niet aan hem, nee ze gaf hem toestemming. Eenzame, ijskoude schoonheid. Waar ben je? Hoe kan ik je bereiken? Hoe groter de afstand, des te meer hij van haar dacht te houden. Het speet hem oprecht dat zij zich niet kon ontplooien in het moederschap. Ze deed alles goed, ook daarin zou ze geweldig zijn.
Maar bleef er dan nog tijd over voor hem? Een kind vrat de schaal van de tijd tot de bodem toe leeg. Ineens wist hij weer waarom hij nooit kinderen had willen hebben. Je begreep niet waar ouders het vandaan haalden. Hoe zij zich het konden permitteren om zo veel tijd te verspillen. Hele werkdagen hingen die koters aan je rokken. En dat waren dan nog alleen de dagen. ’s Nachts was je ook niet van ze af. Ze waren er goddomme gewoon altijd. Ze vraten je van binnenuit op, zoals bepaalde insecten hij was even vergeten welke zich voedden met het lichaam van hun ouders. Gastlichaam werd je, je werd uitgewoond en afgedankt en dat was dan je leven. Zou Pam zich dat realiseren? Hij wás vader, hij wist waar hij het over had. Kijk, zoals Amanda zich nu ontwikkelde, dat was natuurlijk hartstikke leuk en hij kon niet ontkennen dat hem dat een zekere trots inboezemde. Zo’n prachtige meid. Al miste hij, als hij eerlijk was, de ware betrokkenheid. Dat was de keerzijde van zo’n vaderschap op afstand. Niet ideaal dus, hij was bereid dat als eerste toe te geven. Maar altijd beter dan levenslang in een gezinnetje geïnterneerd te moeten worden. Pam lieverd, je hebt geen idee hoeveel liters levensgeluk je moet opgeven om er later zo’n bodempje voor terug te krijgen. Hij had er zelf trouwens ook geen idee van.
Als je erover ging nadenken, zag je kinderen al gauw niet meer zitten. Zo was het nu eenmaal. Iemand als Ruth had het ouderschap destijds gewoon als feit geaccepteerd, hij was erover gaan nadenken. Ja, en dan ben je weg. Een kind in huis. Hij moest er eerlijk gezegd niet aan denken. Daar ging hun zaterdagochtendgeluk. Ineens stond hem weer helder voor de geest hoe Selena hem in zijn vrijheid bedreigde met haar knullige afperserspraktijken. No way, darling. Een kind paste hier niet. Sorry jongen, nu effe niet . En zeker niet in de weekends, wanneer hij lekker rustig thuis wou zijn, zoals nu.
Het mooiste zou zijn: af en toe. Wanneer het uitkwam. Zoals de laatste tijd met Amanda. Het leuke aan Amanda was dat ze feitelijk geheel zelfstandig was. Ze leek wel ouder dan hij, verrek ja, in bepaalde zin keek hij tegen haar op. Tegen haar ongenaakbare borsten, tegen haar seksuele overmacht. Het enige wat hij bij haar hoefde te doen, was begeleiden. Haar met raad en daad terzijde staan. Zoals hij dat in wezen ook bij zijn cliënten deed. Een beetje schraal, een beetje weinig als het je eigen dochter betrof. Dat snapte hij ook wel. Maar het was nu eenmaal het enige waar hij echt goed in was. Coaching en advies. Kon hij er iets aan doen dan? Een ander beter maken, dat was toch iets verschrikkelijk moois, als je eerlijk was? Mooi genoeg in elk geval . Hij moest zich daarom niet opeens gaan forceren en iedere dag de betrouwbare vader willen uithangen. Zo’n poppenkast, daar werd niemand gelukkig van.