44
Portielje verdween in de nachtelijke stad, hij voelde hoe hij opgenomen werd in die vanzelfsprekende begoocheling van stilte, duisternis en veelbelovend licht, dat hem lokte en hem verder wees, dieper het niets in, dieper het binnenste in van deze grandioze buitenkant, alsof de stad zelf een vrouw was die je penetreerde met heel je wezen, een uitgelubberde kut waarin je lul geen weerstand vond en zwom en zwom zonder ergens aan te komen.
Hij liep zomaar wat, hij doolde door straten die hij kende en niet kende, want overal waar hij keek, was Babs niet, het was een stad zonder Babs geworden, dus waarom zou hij hier of daar naar binnen gaan, in de trendy studentencafés? Ze zou er immers niet zijn, in die afgeladen tenten, dampend van bier en hete lichaamsvochten, hij zou billen billen en nog eens billen vinden en aanraken! in het voorbijgaan , maar niet de hare. Hij liep en liep maar voort, een vreemde werd hij in zijn eigen stad, een verjaagde profeet in de woestijn op zoek naar onderdak , en tot zijn verbazing kwam hij per ongeluk in de hoerenbuurt terecht. Het greep hem aan, die georganiseerde opwinding opeens, omdat hij het niet verwacht had, omdat het zo per ongeluk was gegaan , hij keek zijn ogen uit. Hij was het vergeten, hij vergat het elke keer opnieuw . En nu was hij er, liep hij er middenin. Met zijn neus in de boter.
‘Never go home with your hard-on,’ neuriede hij. ‘Há-árdon,’ deed hij de hele tijd, omdat hij niet wist hoe het verderging , een beetje huilerig kwam het eruit.
Hoeren, dat waren tegenwoordig net fotomodellen, met precies zo’n egale huid van glanzend playboypapier. Echter dan echt. Wat een lekkernij . Die business was behoorlijk opgepimpt, mind you, allang niet meer dat aftandse Hollandse gedoe met dik, wit vlees. Dankzij de internationale import. Het spul kwam nu rechtstreeks uit landen waar de zon altijd scheen. Moet je kijken, man. Alsof ze nog met de hand gemaakt werden, zo mooi, zo gaaf. Ongenaakbaar in het rode toverlicht. En toch, je hoefde je lul maar naar binnen te steken en je had ze. Wat een feest, wat een geluk hier te mogen zijn. Niemand zeggen . Eén grote exotische show van de prachtigste paradijsvogeltjes was het, een lust voor het oog, zelfs voor iemand zoals hij, die gewend was het gratis te doen.
Niks om je voor te schamen, kom toch op, tegenwoordig toch niet meer zeg! Het begon zelfs chic te worden om the best pieces in town weten te zitten.
Uiteindelijk waren alle vrouwen hoeren, als je het eerlijk bekeek. Wat maakte het uit of je de hele avond hun drankjes, hun sigaretten, hun entree voor de clubs en ook nog eens de taxi naar hun kleine-meisjeskamer moest betalen of dat je bij zo’n prachtige professional in één keer afrekende voor de hele rits? Oké, er kwam iets meer techniek bij kijken en iets minder passie, maar hij, Portielje, was zo volslagen anders dan die gewone klanten, dat hij meteen merkte dat ze bij hem meer zichzelf waren, geiler dus . Ze schaamden zich er ineens voor dat ze hoer waren, ja had ik je maar ergens anders ontmoet, zeiden ze dan, dan had ik het graag voor niks met je gedaan. Maar ze moesten afdragen hè? dat hele verziekte pooiersysteem waar hij zo van walgde omdat het die vrouwen vreselijk tekortdeed, zeker de buitenlandse, die toevallig wel de mooiste waren .
In wezen was hij geen hoerenloper, nee mijn god. Hij was nu eenmaal gewend de enige te zijn, Babs, hoor je dat? De tranen sprongen hem in de ogen. Van woede ja, niet van verdriet. Dat gunde hij haar niet . En van moeheid, die hij niet wilde voelen nu, alsjeblieft. Niet doodgaan nog . Niet voor lijk in het echtelijke bed liggen. Want zo stelde hij zich het einde voor: op een bed gelegd worden en weten dat er straks niet geneukt gaat worden.
Ja, hij leefde nog. Dat kon je wel stellen. In tegenstelling tot de meeste andere politici. Mechanische lijken. Kwestie van op de goede knopjes drukken. Bzz-bzz, krr-krr. Dan kwam de input er weer keurig out ge put . Maar leven kwam daar noodzakelijkerwijs niet bij kijken. Je snapte niet dat ze er nog niet op waren gekomen om de oude lijken weer gewoon uit de kast te halen. De oude Drees, Kok, et cetera, the grand old corpses , een beetje opkalefateren, inpluggen en gáán met die banaan. Neukers waren het niet geweest, in die zin maakte het bij zulke lui niet uit of ze dood waren of leefden, als er maar gezagsdragende lulpraat uit kwam. Al werd er in Den Haag heel wat afgeragd , eerlijk is eerlijk. Maar het kwam hem nu uit om te denken dat hij de enige was die zich als mens liet gaan en daarvoor afgestraft werd verdomme . Die ervoor moest boeten dat hij te menselijk was.
Eerst iets drinken, dacht hij, zich verdoven. Hij was gewoon te scherp, te fel. Hij moest een beetje relaxen. Anders kreeg hij hem zo dadelijk niet eens overeind. Overal strak van de zenuwen en van onderen slap als een eunuch.
Zou hij er werkelijk uit liggen, zoals Fons zo idioot suggereerde? Zouden Berkhout en Van Deurzen zo kinderachtig zijn om op grond van één zo’n onbenullig tv-optreden zijn hele politieke carrière de stront in te duwen? Nee toch zeker? Bovendien kende hij wel belangrijker mensen in de partij dan die twee lulhannesen, met wie hij het overigens altijd goed had kunnen vinden. Zo’n commissie was ook maar een commissie. En hij was wel Hans Portielje, niet zomaar iemand. Toch?
Voor zijn gevoel moest hij zich eerst even ontspannen op en in een vrouw, Babs verdomme, ik heb zo’n z-í-í-í-n in je, hij kon niet meer helder nadenken, hij ging malen en daar werd hij altijd zo somber van, van die gedachten die niet weggingen, die steeds maar rondjes bleven lopen in zijn hoofd. Keep on moving, baby. Ga maar lekker een potje neuken, jongen, met wie dan ook, het kan hier overal en vergeet al het gezeik. Love is so simple, zong de inwendige zanger, to quote that phrase . Zorg ervoor dat je bezig blijft, dan is er niks aan de hand. Een kut is een kut, zoals de Romeinen al zeiden, je hoeft er alleen maar binnen te glijden en bingo, kassa, wat je maar wilt. Babs! Hij dacht aan het gevouwen vlindertje waar die onuitstaanbare Robbert nu met zijn brutale vingers aan zat te pielen.
Zijn afgang in diens populistische shitprogramma was helemaal geen afgang, betoogde hij tegen het geïnteresseerde publiek in zijn hoofd, dat kon iedere objectieve waarnemer met hem vaststellen. Hoe kwam men erbij? Als het iets was, dan was het een afrekening. Hij zou de beelden graag zelf zien, dan zou hij iedereen die wilde luisteren, duidelijk kunnen maken hoe ze hem erin hadden geluisd. Hè Robbert, hè gluipkop? Dat hij zich alleen had omgedraaid om naar de familiebeelden van mevrouw Benedikt te kijken. Dat hij zich ergo, dames en heren, leden van de jury, alleen had omgedraaid uit compassie , een woord dat misschien niet meer in de mode was, maar dat bij hem thuis gewoon nog steeds boven de schoorsteen hing.
Links en rechts werd tegen de ramen getikt, alleen maar omdat hij stond te dralen. Zie je wel, ze willen me allemaal . En gratis, als het kon. Ze zagen meteen dat hij anders was, hier niet hoorde.
Nergens zag hij een fatsoenlijke plek om iets te drinken. Zich moed indrinken voor het grote werk. Want het ging gebeuren, hij voelde de angst tintelen in zijn ballen, het ging gebeuren. Met voorbedachten rade, edelachtbare.
De cafés die hij passeerde, waren allemaal even afstotelijk. Moest hij daar binnen? Zo burgerlijk, met overal van die sekstoeristen die met een personeelsbusje uit de provincie kwamen getoeterd om met groepskorting hun ‘seksualiteit opnieuw te ontdekken’, precies zoals ze bij moeder de vrouw thuis op de tv hadden gezien. Wat konden kerels toch walgelijk zijn, zeker in meervoud. Moest je ze zien staan, je verbaasde je erover dat er nog vrouwen waren die… alhoewel, als je naging hoe gemakkelijk híj ze kon krijgen, wham bam, thank you ma’am , dan kwamen ze bij de concurrentie duidelijk het een en ander tekort.
Hij bleef lopen, hij bleef zijn rondjes maken, hij trok zijn draad door het labyrint, hij knoopte zijn patroon, lus na lus, zonder te weten wat het werd.
Hoe meer hij zag, hoe moeilijker het kiezen werd. En lekker, godverdomme, wat waren ze lekker. Het leek of ze met elke ronde lekkerder werden. Hij zou ze wel allemaal tegelijk willen. Zijn vingertje in de dijk steken. Alles voor hem en voor hem alleen . Al die ramen, al dat rode loklicht. Al die beloften in de etalage. Fuck it . Het leek de democratie verdomme wel. Zo moesten de mensen in het stemhokje zich voelen: honderden en honderden vakjes en eentje maar om in te kleuren. Hij niet, hij stemde straks gewoon op zichzelf. Maar de mensen in meervoud stonden straks weer te aarzelen: door wie lieten ze zich deze keer belazeren?
Hij wist tenminste door wie hij belazerd was. Hè Babseflaps ? Dat vakje hoefde hij alvast niet meer rood te maken.
Godsakke, die kont van haar, godsakke. Zomaar weggegeven, lul die je bent. Hij gloeide van spijt. Die kutrobbert. Lag nu in haar meisjeskamer. Op het bed, op de grond, op de tafel. Voor de hoeveelste keer zou hij nu tussen haar fijne schaamlipjes die gore omroepworst van hem naar binnen proppen? Hij was ongetwijfeld beter dan hij, met zijn ‘zachte handen’. De afgunst trok zijn krassen tot onder zijn scrotum, met scherpe nagels richting zijn bilnaad.
Van woede zou hij hem nu het liefst zomaar in één keer ergens naar binnen jassen. Van pure, hatende woede.
Hij vervolgde zijn krabbengang door het labyrint, maar zonder smaak. Het tere, naakte meisjesvel van Babs kreeg hij niet meer uit zijn hoofd. En Robbert ook niet, die vuile kippendief. Hij wist zeker dat het niet bij toeval zo was gelopen. Bij de televisie ging niets toevallig. Bijna zou hij denken dat Babs ervan had geweten. Doorgestoken kaart, het zou hem niets verbazen. Hadden ze haar buiten hem om benaderd, om een en ander af te tasten? En was zij toen als een blok voor hem gevallen, voor de grote beroemde Robbert? Er was meteen intimiteit tussen die twee geweest, chemie. Dat kon hij achteraf wel vaststellen. Ze zou de enige niet zijn die erin trapte. Dat niet. Maar ze was toevallig wel van hem. Geweest. Afgepakt als een speelgoedje .
Een politicus moest eigenlijk niet zijn hart volgen. Gevoel was voor amateurs. Het zou beter zijn als hij het professioneel hield. Zoals nu. Clean, zakelijk. Wel moeilijk, als je zo goed in de markt lag. En tja, studentes, het bleef verrekt lekker spul.
O wat had hij een zin, o wat had hij een haast. Dank je Robbert, dank je Babs . Met zijn hand in zijn broekzak koesterde hij door het dunne linnen heen zijn zwaar geworden, opgezwollen pik, als een warm diertje dat in het grote donkere bos zijn mama was kwijtgeraakt en nu zo snel mogelijk verzorging nodig had. Opschieten ja. Straks liep hij hier voor joker met een keiharde paal.
Ineens herinnerde hij zich een steegje waar hij deze keer nog niet geweest was en waar hij een paar Oost-Afrikaanse beauties wist te zitten, politieke vluchtelingen volgens hem, met een officiële status. Ze kwamen uit Somalië, Eritrea, aan het type te zien, uit de Hoorn van Afrika dus, de hoorn des overvloeds, waar de benen lang waren als meridianen.
Op zich was hij meer een West-Afrika-man, een klassieke billenman dus , dat moest hij toegeven, zijn hart ging uit naar die natte, hete kustgebieden, de oude slavenlanden, waar hij nu eenmaal beter in thuis was, ja mevrouw Benedikt, het spijt me, ik laat die mensen niet zomaar vallen , sprak de deskundige in hem, terwijl hij op zoek ging naar het steegje, vrouwen van de Goudkust waren iets opener, zeg maar gewoon gemakkelijker, was zijn indruk. Meegaander. Meer gewend aan de westerse smaak. Maar in het oosten hadden ze dat mysterieuze, het was daar toch al een beetje duizend-en-één-nacht, niet dat simpele kokosnoten-bananen-werk. Meer stijl, dat was het gewoon, waar hij nu naartoe ging, daar in de Hoorn draaide het meer om stijl. En gratie. Gracieus als hertjes, die meisjes, als gazellen die opveerden met hun ranke wipstaartkontjes zodra de grote blanke jager zijn knoertharde geweer tevoorschijn toverde.
Hij had het goed onthouden. Die ene, die hij bedoelde, was er helaas niet. Ja, hij had er speciaal één in gedachten gehad, sorry hoor, had hij die voor zichzelf gehouden? een prachtig kind. En intelligent, tjonge, veel te intelligent voor dit werk, maar hem hoorde je niet klagen, want het gaf meteen een band als je zo’n Afrikaanse hoer op je eigen niveau kon aanspreken. Hij moest er zeker eens een keer mee de koffer in, met dat denkend hert. Gelukkig waren er genoeg anderen van haar soort, sorry: van haar stam, misschien iets minder intelligent, maar net zo jong en net zo puur. Jezus, man, je kon gewoon niet geloven dat je niet de eerste was als je ze daar zo onaangeraakt zag zitten. Pláátjes waren het. Zo uit de Playboy geknipt. Al was hij meer een Penthouse -man, die was eerlijker. Authentieker. En rauwer gewoon, met die vette kutten, geiler dus .
Hé, ze was er wel. Hij had zeker niet goed gekeken. Of was ze even bezet geweest? Niet te hopen dat het die vieze witte aap was geweest die hij nu weg zag lopen. Typisch zo’n booreilandbouwvakker die te lang droog had gestaan op de Noordzee en die zo’n meisje helemaal uitwoonde, met inscheuringen en al. Maar ze zat er sereen bij, alsof er niets gebeurd was. Alsof ze kuis zat te wachten op de man aan wie ze zou worden uitgehuwelijkt.
Een goede partij. Dat was hij zeker. Hij zag aan haar ogen dat ze hem herkende, zijn klasse herkende. Wenkte ze hem? Nee, ze wenkte hem niet. Ze keek hem aan met die hertenogen van haar. Liefde, pure liefde. Hij werd er verlegen van. En wantrouwend . Ze zou toch niet iets van hem willen? Misschien herkende ze hem, die meiden hadden binnen vaak zo’n klein tv-toestelletje, ontwaarde ze in hem haar ticket to ride ?
Even wachten nog, even iets geiler worden . Maar er werd tegen hem aangebotst, voorbijgangers duwden hem opzij, hij was bang dat er iemand zou voordringen, hem zijn Afrikaanse prinses zou afpakken op het moment dat hij er klaar voor was, dus struikelde hij in een roes op zijn doel af.
Het was zo’n deur die pas bestond toen hij openging, en die weer verdween toen hij naar binnen was gegaan.
Zijn hart klopte in zijn keel. Angst, ja toch een beetje, bijvoorbeeld voor pooiers die vanuit speciaal geprepareerde kleerkasten filmopnames maakten voor shows als die van Robbert, ha wie hebben we daar! onze vriend Portielje op studiereis door Afrika , maar ook voor een ordinair pak rammel tussen de rottende vuilcontainers op een smerige binnenplaats, waar de lucht zwaar was van de afgewerkte Chinese bakolie. Het zijn je schuldgevoelens, jojo . Dat je die nog hebt, bewijst dat je een mens bent.
Daar stond ze, in heel haar aristocratische pracht. Intuïtief voelde hij aan zijn portemonnee. Die was voor haar belangrijker dan zijn lul, helaas. Al bespeurde hij in haar ogen weer dat gemeenschappelijke gevoel. Wat een schoonheid, fuck man .
Het liefst ging hij helemaal niet met haar neuken, niet meteen tenminste, het liefst bleef hij bij haar slapen, terwijl zij hem aaide, hij met een paal om van te dromen, maar te moe, te verdrietig om het te doen. Pas als zij in slaap was gevallen, eindelijk, na al dat strelen, zou hij hem misschien heel voorzichtig achterlangs in haar steken. Een beetje dippen in die overrijpe vrucht van haar, die rotte mango. Tot zij hem zou smeken haar alsjeblieft, allah-de-ballah, fuck me please, desnoods gratis een beurt te geven. En hij op zijn dooie gemak dat achterlijf van boven tot onder uitwonen. Eerst haar opengebarsten roze kutspleet en dan, glad van de gel, het nachtzwarte sterretje van haar kont.
Maar zij duwde hem al naar achteren. Ze draaide boven een wasbakje een kraan open en viste met haar andere hand in enen zijn lul uit zijn broek. Of hij dat ding even wilde wassen graag. Zelf ging ze op een bed zitten dat hij nu pas zag staan. Moet ik…? vroeg zijn gezicht. Ja, knikte ze, terwijl ze alvast een condoom uit een pakje peuterde. Waarom kon zij hem niet wassen, verdorie? Wat was dat voor ongeil gezeik? Uit beleefdheid en ook om de stemming niet meteen te verpesten liet hij het maar zo. Braaf volgde hij de bedrijfsvoorschriften en reinigde hij zijn lauwe, halfdikke lul die inderdaad naar pis rook onder de warme kraan.