8

Thomas keek hem aan ‘Ik denk dat ik weet wat hij doet.’ Ze zaten in de auto op weg naar het bureau.

‘Ja?’

‘Hij doet alles op internet. Daarom is er in zijn computer niets te vinden.’

‘Leg uit.’

‘Tegenwoordig kun je grotendeels alles wat je in bijvoorbeeld je officepakket doet, tekstverwerken en zo, ook op het net doen. Denk aan programma’s als google docs. Als jij dus geen sporen wilt in je computer, zorg je dus dat er ook niets op staat.’

Hij parkeerde de auto voor het bureau ‘En kun je daar achter komen?’

‘Misschien. Niet gemakkelijk, maar het kan denk ik wel. Ik moet zijn hele internethistorie zien te vinden.’

‘Oké, ik kom vanmiddag bij je langs om te kijken hoe het ervoor staat. Als je iets hebt, kun je me bellen.’ Hij gaf zijn kaartje aan Thomas en pakte de computer achter uit de auto.

‘Oh, hier heb je 10 euro als ik er rond lunchtijd niet ben. We hebben een goede kantine en aan de overkant is een supermarkt. En, drink eens jus d’orange in plaats van die cafeïne drankjes.’

‘Ja Pa.’

Ze keken met zijn tweeën naar het beeldscherm en zagen een bergachtig landschap. Veel rotsen, een waterval en bewegende poppetjes. Getekende poppetjes weliswaar maar erg realistisch. Sommige rondvliegend, sommige zittend op een rots, sommige poppetjes druk in gesprek.

‘Dat poppetje ben jij?’ Hij keek naar een gespierde man, zwart gekleed met grote rode vleugels en puntige arm-en halsbanden.

‘Ja, het is een beetje Grunge stijl gemixt met Gothic.’

‘Oké…’ Hij had geen idee wat de jongen bedoelde maar dat gold voor meer dingen de laatste paar dagen.

Thomas keek even op van het beeldscherm. ‘Dit lijkt op Second Life. Het is het niet maar het zijn wel dezelfde principes.’

‘Die virtuele wereld waar mensen een tweede leven leiden?’

Thomas knikte. ‘Alleen is dit volkomen onbekend, voor de buitenwereld dan.’

‘En dat kan?’

‘Ja, ze hebben gewoon software gemaakt en dat onderling uitgewisseld. Het enige dat ze nodig hebben is serverruimte en dat stelen ze gewoon. Ze kunnen bijvoorbeeld bij XS4all zitten zonder dat het bedrijf daar ook maar iets van weet. Gewoon het systeem gekraakt en daar misschien 1 a 2 procent van in gebruik. Dat is al snel flink wat gig aan ruimte.’

‘En dat mist het bedrijf niet?’

‘Nee, zit gewoon onder bedrijfsrisico. Ze hebben waarschijnlijk zo’n 10 procent van hun totale capaciteit sowieso al afgeschreven.’

‘Hm, maar ze moeten elkaar toch hebben ontmoet? Ergens op het internet om bijvoorbeeld die software te downloaden. Dat is dan toch terug te vinden?’

‘Nee, hoor. Kijk maar.’ Thomas klikte een ander scherm open en hij zag een eenvoudige pagina met alleen maar titels. ‘Dit is allemaal illegale software. Het nieuwste ook, net op de markt. Met één klik te downloaden.’

‘Oké…’

‘En kijk eens naar het internetadres.’ Hij keek en zag http// en vervolgens heel veel cijfers.

‘Dit zijn niet de normale www-websites. Dit vind je niet, ook de grote zoekmachines niet. Deze site vind je alleen maar als je de juiste cijfercombinatie kent.’

‘Even snel terug.’ Thomas klikte opnieuw en ze zaten weer in de virtuele wereld. ‘Ik ben ingelogd als zijn avatar, zijn virtuele poppetje. Ik krijg ook allemaal berichten, vriendjes van hem waarschijnlijk. Moet ik even wat aan doen, anders worden ze achterdochtig.’ De jongen tikte wat teksten in en speelde met enkele menu’s. ‘Zo, nu denken de meesten dat ik computerproblemen heb en daarom niet antwoord. Bovendien is het, als het goed is, niet meer zichtbaar dat ik ingelogd ben. Nu kunnen we rustig rondkijken.’

Ze vlogen over het landschap, bergen, rotsen, bomen en af en toe wat gebouwen. ‘Daar gebeurt wat!’ Thomas wees op een plek op het kleine overzichtskaartje rechtsonder in het scherm. ‘Zie je al die stipjes? Dat betekent dat daar veel mensen zijn.’

Thomas stuurde hun mannetje omlaag. Ze zagen een groot soort plein met daarop veel bewegende poppetjes. Langs de wanden grote schermen met titels als New Victims en Hot Shot of the Week. Thomas klikte op één van de vele schermen en selecteerde uit een rijtje titels dat verscheen. Bloodshot: op het scherm begon een filmpje af te spelen. Slechte kwaliteit, waarschijnlijk gemaakt met een eenvoudig digitaal fototoestel of mobiele telefoon. Snelle beelden: een deurbel, een vrouw die opendoet. Een jongen die de vrouw naar achter duwt. De vrouw gillend tegen de jongen. Twee schoten, bloed uit het hoofd en uit de borst, de vrouw zakt ineen.

‘Wooo!’ Thomas keek hem geschrokken aan.‘Is dit... èh?’

‘Ja.’ Hij keek met een harde blik naar het beeldscherm. ‘Dit is echt.’ Op het filmpje verscheen een jongen in beeld, boven de rochelende vrouw, met een bord en daarop de tekst:

“We got another one!”.

Hij pakte Thomas bij de schouder. ‘Luister, kun jij dit later allemaal terugvinden?

Opnieuw inloggen en zo?’

‘Eh ja, waarschijnlijk wel.’

‘Goed, ga er dan nu maar uit. Ik moet even snel wat telefoontjes plegen.’ Thomas draaide zich om naar het beeldscherm en begon het één en ander weg te klikken. ‘O Thomas. Je bent voorlopig wel klaar, ga even wat anders doen. Frisse lucht opsnuiven, of zo.’

Thomas knikte.

‘En onthoud. Dit is strikt geheim!’

‘Ik snap het.’

Hij liep de kamer uit, naar zijn eigen kantoor. Als zijn vermoedens juist waren, was dit groot. Te groot voor hem alleen. Hij pakte de telefoon, tikte een nummer in en wachtte.

‘Peeters.’

‘Marcel Sturing hier. Ik denk dat ik iets heb dat eh… nogal groot is.’

Peeters luisterde terwijl hij vertelde, floot toen zachtjes. ‘Goed, kun je binnen twee uur in het crisiscentrum zijn?’

‘Waarschijnlijk wel.’

‘Oké, en neem dat joch mee. Kan wel eens handig zijn, ik zorg dat iedereen er is.’