15
Kwart voor zes. Peeters pakte de microfoon. ‘Alle teams, neem positie in.’
‘Johan, beeld!’
Op het scherm verschenen heen en weer schokkende beelden, rennende agenten, een galerijflat, een lang balkon.
‘Den Haag 3.’
Een huisdeur, drie agenten aan één zijde van de deur, drie aan de andere.
‘18 teams in positie.’
‘Oké, doe maar uit Johan.’
‘29 teams…35 nu.’
Peeters knikte tevreden. ‘Alle teams in positie.’
Peeters keek naar de digitale klok, nog twee minuten. Hij wachtte even, en pakte toen de microfoon. ‘Ach, wat maakt het ook uit… Alle teams, overgaan tot actie!’
Het was opeens opvallend stil in het commandocentrum. Geen beweging achter de computerschermen. Iedereen keek voor zich uit, in afwachting van de eerste berichten. Hij keek naar Peeters. Geen greintje stress te zien, de man was volkomen kalm. Toen keek hij naar de stipjes op de kaart. Alsof daar iets te zien was van de acties. De minuten tikten traag weg. Suzanne trommelde wat met haar vingers op tafel. Langzaam kwam er weer beweging achter de computerschermen.
‘Zeven situaties onder controle.’
‘Tien.’ Johan stak zijn duim op. ‘Eh… twaalf.’
‘Vier teams in gevecht… Team 27 heeft problemen! Een jongeman, begin 20, is weggevlucht. Bewapend. Geschoten, één man neer, vleeswond.’
‘Beeld!’
Op het grote scherm verschenen onrustige beelden. De cameraman rende, stopte toen, ging zitten en bewoon langzaam de camera van links naar rechts en terug. Een straat met aan beide zijden flatgebouwen. Agenten rennend van portiek naar portiek, telkens opnieuw dekking zoekend. In de verte bomen, een oude fabriek.
Hij kende dat beeld! Die fabriek… Hij keek Peeters aan. ‘Waar zitten ze?’
Peeters drukte op een knopje. De kaart zoomde in op een buitenwijk in Zwolle.
‘De oude gasfabriek! Die knul gaat naar de gasfabriek. Durf ik te wedden. Als hij daar gaat schieten, heb je een groot probleem. Hij heeft overal beschutting!’
‘Hoe weet jij dat?’ Suzanne keek hem aan.
‘Ik ken die wijk. Ik heb daar als kind veel gespeeld, mijn grootouders woonden in één van die flats.’
‘23 situaties onder controle.’
Hij keek even naar het scherm. ‘Wij ehm… Het klinkt nogal stom maar wij speelden daar soldaatje. Je weet wel, met van die papieren pijltjes. Iedereen probeerde altijd in de gasfabriek te komen.’
Peeters keek hem vragend aan. ‘Leg uit!’
‘Het is een sluis. De flats lopen door tot aan het terrein van de gasfabriek. Als hij in de fabriek gaat zitten, heeft hij vol zicht op de straat. Iedereen die dichterbij komt, pakt hij. Ze moeten achterlangs. Zorgen dat ze aan de achterkant komen, daar is een opening.’
‘Johan, maak één beeldscherm vrij.’
Peeters keek hem aan. ‘Ga je gang, stuur hem er maar naar toe. ‘
Hij stond op en ging tussen de mannen achter een beeldscherm zitten. Hij kreeg een headset op en zag opnieuw beeld, maar dan op een kleiner scherm. De man naast hem wees naar het scherm. ‘Je kunt direct met hem praten maar beperk het zoveel mogelijk tot orders.’
‘Oké, dank je.’
‘Vuurgevecht Den Haag, Team 7.’
Peeters draaide zich weer om. ‘Beeld!’
‘Oké, luister.’ Hij sprak nu direct in de headset. ‘Marcel Sturing hier, hoor je mij?’
‘Ja!’ Een wat krakerig telefoonachtig stemgeluid.
‘Oké, ik ken dat gebied. Grote kans dat hij naar de gasfabriek gaat. Dat grote platte gebouw.’
Het camerabeeld bewoog omhoog, richting de fabriek in de verte.
‘Dat is hem ja. Je moet zorgen dat je aan de achterkant komt. Als hij zich in de fabriek verschanst, en jullie komen met zijn allen van de voorkant pakt hij jullie één voor één.’
‘Oké…’ Opnieuw de telefoonstem.
‘Ga terug, en dan naar rechts. Drie á vier straten, en dan rechtdoor zodat je aan de achterkant van die fabriek komt.’
De camera bewoog. De man begon te rennen, terug de straat uit. Een schokkerig beeld. Bij de derde straat rechts sloeg hij linksaf.
‘Oké, als het goed is eindig je bij een kanaal. Stop daar even.’