8
p hetzelfde moment dat Cabrillo in Kulusuk landde,
zette de piloot van de Hawker 800XP zijn motoren uit op het
internationale vliegveld van Kangerlussuaq aan de westkust van
Groenland. Kangerlussuaq beschikte over een 1800 meter lange,
geplaveide start- en landingsbaan die ook grotere straalvliegtuigen
aankon, en werd veel gebruikt voor het bijtanken van
vrachttoestellen op weg naar Europa en verder. Het vliegveld lag
zo'n 640 kilometer van Mount Forel verwijderd, maar was de
dichtstbijzijnde voorziening met een start- en landingsbaan die
lang genoeg was voor de Hawker.
Clay Hughes wachtte tot de copiloot de deur had geopend voordat hij uit zijn stoel opstond. 'Wat zijn uw orders?' vroeg Hughes.
'We moeten hier op uw terugkomst wachten,' antwoordde de copiloot, 'tenzij we een seintje van de baas krijgen dat we hier eerder weg moeten.'
'Hoe kan ik u bereiken?'
De copiloot overhandigde Hughes een visitekaartje. 'Hierop staat het nummer van de satelliettelefoon die de piloot bij zich heeft. Als u ons belt, zijn we binnen een halfuur klaar om te vertrekken.'
'Is u misschien verteld hoe ik vanhier naar mijn bestemming kom?'
De piloot stak zijn hoofd uit de cockpit. 'Er komt een man op het vliegtuig af,' zei hij met een gebaar naar de voorruit. 'Volgens mij komt hij voor u.'
Hughes stak het visitekaartje in de zak van zijn parka. 'Oké, dan ga ik maar.'
Er blies een ijzige wind over de landingsbaan waardoor de poedersneeuw op de grond als confetti bij een parade hoog opdwarrelde. Toen Hughes de trap van de Hawker afliep, begonnen zijn ogen onmiddellijk te tranen.
'Dan bent u waarschijnlijk degene die ik naar Mount Forel moet vliegen,' zei de man die met uitgestoken hand op hem afkwam. 'Ik ben Mike Neilsen.'
Hughes stelde zich met een valse naam aan Neilsen voor en keek om zich heen. 'Bent u klaar om te vertrekken?'
'Dat kan pas morgen,' antwoordde Neilsen. 'In het hotel zijn twee kamers gereserveerd voor u en de piloten. 'We kunnen pas vertrekken als het licht wordt, op voorwaarde dat het weer iets opklaart.'
De mannen liepen naar de aankomsthal. 'Kunt u vanaf hier in één ruk doorvliegen naar Mount Forel?' vroeg Hughes.
'Ik heb een actieradius van ruim 960 kilometer bij rustig weer,' verklaarde Neilsen. 'Maar voor de zekerheid lijkt het me beter dat we in Tasiilaq bijtanken voordat we naar de berg doorvliegen.'
Ze kwamen bij de aankomsthal en Neilsen opende de deur, waarna hij Hughes gebaarde voor te gaan. Neilsen leidde Hughes naar een balie waar een Inuit achter een onopvallend metalen bureau zat. Hij had zijn mukluks comfortabel op het bureaublad gelegd en sliep.
'Isnik,' zei Neilsen tegen de duttende man, 'werk aan de winkel.'
De man opende zijn ogen en keek de beide mannen die voor hem stonden aan. 'Hé, Mike,' zei hij doodbedaard, en tegen Hughes vervolgde hij: 'Paspoort alstublieft.'
Hughes overhandigde de beambte zijn Amerikaanse paspoort dat van een valse naam maar zijn echte foto was voorzien. Isnik wierp een vluchtige blik op het document en stempelde het af.
'Doel van het bezoek?' vroeg hij.
'Wetenschappelijk onderzoek,' antwoordde Hughes.
'Nee, voor het mooie weer zal het niet zijn,' zei Isnik terwijl hij iets op een strookje papier krabbelde dat op een klembord op zijn bureau lag.
'Zou u de piloten na het afwikkelen van hun douaneformaliteiten willen zeggen dat ze naar het hotel kunnen gaan?' vroeg Neilsen aan Isnik.
'Komt in orde,' zei Isnik, terwijl hij zijn laarzen weer op het bureau legde.
Neilsen liep voor Hughes uit naar de uitgang van de terminal. 'Dit is een oude Amerikaanse luchtmachtbasis,' vertelde hij. 'Het hotel was het belangrijkste personeelsverblijf. Het is er best goed verzorgd. Het beschikt over het enige overdekte zwembad van Groenland en heeft zelfs een hal met zes bowlingbanen. Voor dit land is het beslist vier sterren waard.'
De mannen overbrugden de korte afstand over het parkeerterrein naar het hotel en Hughes kreeg de sleutel van zijn kamer. Na een maaltijd met een stevige biefstuk van een muskusos en patat liep hij terug naar zijn kamer om te gaan slapen. Het was nog vroeg op de avond, maar de volgende morgen had hij veel te doen en daarvoor wilde hij goed uitgerust zijn.