10

h.gifickman bekeek de verslagen van het Saoedi-Arabische ministerie van Handel die zijn hackers uit een bestand hadden geselecteerd. De verslagen waren uit het Arabisch in het Engels vertaald, maar die vertaling was verre van perfect. Terwijl hij de lijsten doorliep, maakte hij aantekeningen in de kantlijn. Een van de artikelen trok zijn aandacht. Het ging om wollen kniebeschermers en de leverancier was in het Britse Maidenhead gevestigd. Hij drukte op het knopje van de intercom en riep zijn secretaresse op.

'In het Nevada Hotel is een zekere meneer Whalid die voor ons werkt. Volgens mij is hij daar assistent inkoop.'

'Ja,' zei de secretaresse.

'Vraag of hij mij zo snel mogelijk wil bellen,' zei Hickman. 'Ik moet hem iets vragen.'

Een paar minuten later rinkelde zijn telefoon.

'Met Abdul Whalid,' zei de stem. 'Mij is verzocht u te bellen.'

'Ja,' reageerde Hickman. 'Zou u dit bedrijf in Engeland willen bellen' - hij somde een telefoonnummer op - 'waarbij u zich voordoet als een Saoedi-Arabische ambtenaar of zoiets. Ze hebben een order voor de productie van vele miljoenen dollars aan wollen kniebeschermers en ik wil weten wat ze daar precies mee bedoelen: wollen kniebeschermers.'

'Mag ik vragen waarom u dat wilt weten?'

'Ik heb een textielfabriek,' antwoordde Hickman. 'Ik wil graag weten wat dat zijn, want als wij die ook zouden kunnen maken, vraag ik me af waarom mijn mensen die order dan niet hebben binnengehaald.'

Dat leek Whalid een zinnige verklaring. 'Goed, ik zal ze bellen en daarna bel ik u meteen terug.'

'Uitstekend.' Hickman richtte zijn aandacht weer op de foto van de meteoriet. Tien minuten later belde Whalid terug.

'Meneer,' zei Whalid, 'dat zijn bidkleedjes. De bestelling is zo groot omdat het land de gehele inventaris die in Mekka wordt gebruikt wil vervangen. Dat schijnen ze zo om de tien jaar te doen.'

'Hmmm, dus we hebben een kans laten liggen die de komende jaren niet terugkomt. Dat is niet zo mooi.'

'Het spijt me, meneer,' zei Whalid. 'Maar u weet waarschijnlijk niet dat ik in mijn eigen land voor de staatsgreep ook een textielfabriek leidde. Het zou me...'

Hickman onderbrak hem abrupt. Hij dacht koortsachtig na. 'Stuur me een verslag, Whalid,' zei hij, 'dan zorg ik dat het bij de juiste persoon terechtkomt.'

'Dat doe ik, meneer,' zei Whalid gedwee.

Hickman hing op zonder nog een woord van afscheid.

Pieter Vanderwald nam zijn gsm op terwijl hij juist de bebouwde kom van Palm Springs in Californië uitreed.

'Met mij,' zei een stem.

'Dit is geen veilige lijn,' zei Vanderwald, 'dus hou het algemeen, en dit gesprek mag niet langer dan drie minuten duren.'

'De stof waar we het over hadden,' zei de man, 'bestaat die ook in aerosolvorm?'

'Dat is een mogelijkheid, ja. Die kan zich via de lucht verspreiden en is dan ook overdraagbaar via lichamelijk contact of hoesten bijvoorbeeld.'

'Is de stof ook via de kleding van mens op mens overdraagbaar?'

Vanderwald keek op de digitale klok van de radio in zijn huurauto. De helft van de drie minuten was al verstreken. 'Ja, overdracht is mogelijk via kleding en huid, en ook door de lucht.'

'Hoelang zou het duren voordat iemand er na blootstelling aan sterft?'

De cijfers van de digitale klok versprongen. 'Een week, misschien minder. Vanavond ben ik via mijn vaste lijn bereikbaar als u nog meer vragen hebt.'

De verbinding werd verbroken en de man leunde achterover in zijn stoel. Toen verscheen er een glimlach om zijn lippen.

'Ruim twee miljoen lijkt me aan de hoge kant, ook gezien de inkomsten van het afgelopen jaar,' zei de advocaat aan de andere kant van de lijn. 'Als zij de contracten uitvoeren, houden ze er een hoop aan over wat niet in hun boeken is terug te vinden.'

'Doe het nou maar,' zei Hickman rustig. 'De verliezen schrijf ik wel af tegen de winsten van mijn onroerend goed in Docklands.'

'U bent de baas,' zei de advocaat.

'Zo is het.'

'Van welke rekening moet het worden betaald?'

Hickman bekeek een lijst op het scherm van zijn computer. 'Neem de rekening in Parijs maar,' zei hij, 'maar ik wil dat de transactie morgen wordt afgerond, zodat ik het bedrijf op z'n laatst over tweeënzeventig uur officieel in handen heb.'

'Dacht u dat er op de korte termijn een tekort zal zijn aan Britse fabrieken om over te nemen?' vroeg de advocaat. 'Of weet u iets wat ik niet weet?'

'Ik weet wel meer wat u niet weet,' reageerde Hickman, 'maar als u zo blijft doorpraten, hebt u nog maar eenenzeventig uur om deze deal rond te krijgen. Doe nu maar waar u voor betaald wordt en laat de strategie aan mij over.'

'Ik ben al weg,' zei de advocaat voordat hij ophing.

Achterovergeleund in zijn stoel ontspande Hickman zich een paar tellen. Daarna pakte hij een vergrootglas van het bureau en bestudeerde de luchtfoto die voor hem lag. Nadat hij het vergrootglas weer had neergelegd, richtte hij zijn aandacht op een landkaart. Ten slotte sloeg hij een map open en bladerde door de foto's.

Het waren foto's van slachtoffers van de atoombommen die aan het eind van de Tweede Wereldoorlog op Hiroshima en Nagasaki waren gegooid. En hoewel de foto's nietsverhullend en schokkend waren, glimlachte hij. Mijn wraak zal zoet zijn, dacht hij.

Die avond belde Vanderwald hem op zijn vaste toestel.

'Ik heb iets beters gevonden,' zei Vanderwald. 'Een ziekteverwekker die de longen aantast en zich via de lucht verspreidt. Héél besmettelijk en dodelijk; tachtig procent van de bevolking van het land zal eraan sterven.'

'Hoeveel?' vroeg Hickman.

'Dat gaat u zeshonderdduizend dollar kosten.'

'Laat maar komen,' zei Hickman, 'samen met alle C6 die u kunt leveren.'

'Hoe groot is het object dat u wilt vernietigen?' vroeg Vanderwald.

'Zo groot als het Pentagon.'

'Dat is dan twee miljoen.'

'Wilt u een cheque?' vroeg Hickman.

'Goud,' antwoordde Vanderwald.