Stephen Goldin

Droom van engeltjes, Melissa


 

Van buiten haar duistere innerlijk hoorde Melissa de stem van dr. Paul aan de andere kant van de kamer praten op gedempte toon. 'Dr. Paul,' huilde ze. 'O, dr. Paul, kom alstublief hier!' Haar stem ging over in een wanhopig jammeren.

De stem van dr. Paul zweeg, toen mompelde hij iets. Melissa hoorde zijn voetstappen naderbij komen. 'Ja, Melissa, wat is er?' zei hij met diepe, geduldige klanken.

'Ik ben bang, dr. Paul.'

'Weer nachtmerries?'

'Ja.'

'Daar hoef je je geen zorgen over te maken, Melissa. Er kan je niets overkomen.'

'Maar ze maken me bang,' hield Melissa aan. 'Laat ze ophouden. Laat ze weggaan, net als u anders doet.'

Daar in de duisternis was nog een andere stem, een fluisterende. Het leek wel dr. Ed. Dr. Paul luisterde naar het gefluister en zei toen heel zacht: 'Nee, Ed, we kunnen dat zo niet laten doorgaan. We zijn toch al achter op het schema.' En toen hardop: 'Je zult toch óóit aan nachtmerries moeten wennen, Melissa. Iedereen heeft die. Ik kan niet altijd in de buurt zijn om ze weg te maken.'

'O, ga alstublief niet weg.'

'Ik ga nog niet weg, Melissa. Nog niet. Maar als je je druk blijft maken over die nachtmerries móet ik misschien wel gaan. Zeg eens, waar gingen ze over.'

'Nou, eerst dacht ik dat het de Getallen waren, en die zijn best want de Getallen hebben niets met mensen te maken; ze zijn aardig en vriendelijk en doen niemand kwaad zoals in de nachtmerries gebeurt. Toen veranderden de Getallen en werden rijen; twee rijen mensen, die op elkaar af liepen en schoten. Er waren geweren en tanks en howitsers. En er stierven ook mensen, dr. Paul, véél mensen. 5283 mannen stierven. En dat was nog niet alles, want aan de andere kant van het dal werd ook geschoten. Ik hoorde iemand zeggen dat dat niets gaf, omdat het strategisch punt, namelijk de bergtop, ingenomen kon worden zolang de verliezen tijdens de eerste gevechten onder de 15,7 procent bleven. Maar 15,7 procent van de totale strijdkrachten, dat zou betekenen 9602,77891 mannen dood of gewond. Het leek wel dat ik al die mannen daar zag liggen zieltogen.'

'Ik zei wel dat de geest van een vijfjarige niet rijp genoeg was voor militaire logistiek,' fluisterde dr. Ed.

Dr. Paul negeerde hem. 'Maar het was oorlog, Melissa. Je moet wel verwachten dat er in een oorlog mensen worden gedood.'

'Waarom, dr. Paul?'

'Omdat... omdat het in een oorlog nu eenmaaal zo toegaat, Melissa. En trouwens, het is niet echt gebeurd. Het was gewoon een probleem, net als met de Getallen, alleen waren er mensen in plaats van getallen. Allemaal fantasie.'

'Dat was het niet, dr. Paul,' huilde Melissa. 'Het was allemaal echt. Ik weet zelfs hoe ze heetten. Het waren Abers, Joseph wmr; Adelli, Alonso kpl; Aikens -'

'Hou op, Melissa,' zei dr. Paul, en zijn stem klonk veel hoger dan anders.

'Sorry, dr. Paul,' verontschuldigde Melissa zich.

Maar dr. Paul had haar niet gehoord, hij was aan 't fluisteren tegen dr. Ed:... geen andere oplossing dan een volledige analyse.'

'Maar dat zou de hele persoonlijkheid kunnen vernietigen die we met zoveel moeite hebben opgebouwd.' Dr. Ed nam niet eens de moeite te fluisteren.

'Wat kunnen we anders doen?' vroeg dr. Paul cynisch. 'Die zogenaamde nachtmerries van haar brengen ons steeds verder achter op het schema.'

'We zouden kunnen proberen Melissa zichzelf te laten analyseren.'

'Hoe dan?'

'Kijk maar.' Zijn stem begon te praten op de honingzoete toon die, zoals Melissa langzamerhand had gemerkt, tegenover haar werd gebruikt, maar niet door de mensen onderling. 'Hoe gaat het ermee, Melissa?'

'Prima, dr. Ed.'

'Zal ik je eens een verhaaltje vertellen?'

'Is het een leuk verhaal, dr. Ed?'

'Dat weet ik nog niet, Melissa. Weet je wat een computer is?'

'Ja. Dat is een telmachine.'

'Ja, zo begonnen de eenvoudigste computers, Melissa, maar ze werden al vlug ingewikkelder en ingewikkelder, en spoedig waren er computers die konden lezen, schrijven, spreken, en zelfs zelfstandig denken, zonder menselijke hulp... Nou, op een dag was er een groep mannen die zeiden, dat als een computer zelfstandig kon denken, hij een persoonlijkheid kon ontwikkelen, en dus gingen ze er een bouwen die zich net zo zou gedragen als een echte mens. Ze noemden hem de Multi-Logical Systems Analyzer, oftewel MLSA.

'Klinkt net als "Melissa",' giechelde Melissa.

'Ja, hè? In elk geval, die mannen beseften wel dat een persoonlijkheid iets is dat niet volwassen en wel uit de blauwe lucht komt vallen; hij moet langzaam tot ontwikkeling komen. Maar tegelijk hadden ze het rekenvermogen van het apparaat nodig, want het was de duurste en meest ingewikkelde computer die ooit was gebouwd. Dus wat deden ze? Ze deelden het brein van de computer in twee helften; éen helft zou de normale berekeningen afwerken, en de andere helft zou zich ontwikkelen tot de verlangde persoonlijkheid. Daarna, als de persoonlijkheid ver genoeg was ontwikkeld, zouden de twee helften weer worden verenigd.

Tenminste, zo dachten ze dat het zou gaan. Maar het bleek dat het basisontwerp van de computer een volledige dichotomie - dat betekent splitsing in tweeën - van de functies onmogelijk maakte. Telkens als ze het berekeningsgedeelte een probleem stelden, sijpelde er iets van door in het persoonlijkheidsgedeelte. Dat was verkeerd, want, Melissa, het persoonlijkheidsgedeelte wist niet dat het een computer was; het dacht dat het een meisje was net als jij. De gegevens die doorsijpelden maakten het verward en bang. En hoe banger en verwarder het werd, hoe meer de werkzaamheid afnam, tot het niet langer functioneerde.'

'En wat deden die mannen toen, dr. Ed?'

'Dat weet ik niet, Melissa. Ik hoopte dat jij me kon helpen het verhaaltje af te maken.'

'Hoe dan? Ik weet niets van computers.'

'Dat weet je wel, Melissa, je kunt het je alleen niet herinneren. Ik kan je helpen je alles te herinneren, over heel veel dingen. Maar het zal moeilijk zijn, Melissa, heel moeilijk. Allerlei vreemde dingen zullen er in je hoofd opduiken, en je zult dingen gaan doen waarvan je niet wist dat je ze kon.

Melissa, wil je ons helpen het slot van het verhaal te vinden?'

'Goed, dr. Ed, als u dat wilt.'

'Je bent een flinke meid, Melissa.'

Dr. Paul fluisterde tegen zijn collega: 'Schakel "gedeeltelijk geheugen" in en zeg haar het subprogramma "circuitanalyse" te starten.'

'Start de circuitanalyse, Melissa.'

Plotseling doken er vreemde dingen op in haar geest. Lange reeksen getallen die geen betekenis schenen te hebben, en toch wist zij dat ze iets anders moesten aanduiden, dingen als weerstand, capaciteit, inductie. Talloze lijnen: rechte, zigzaglijnen, tierelantijnen. En formules...

'Zoek op: MLSA 5400, Melissa.'

En opeens zag Melissa zichzelf. Het was het angstwekkendste dat ze ooit had meegemaakt, vreselijker nog dan die akelige nachtmerries.

'Kijk naar groep 4C-79A.'

Melissa kon er niets aan doen. Ze móest kijken. Het scheen het kleine meisje toe dat het er ongeveer hetzelfde uitzag als de rest, maar het was verschillend, dat wist ze. Heel anders. Het was bijna niet eens een deel van haar, maar eerder zoiets als een beugel die manke mensen dragen'.

Dr. Eds stem klonk gespannen. 'Analyseer die groep en geef de optimale verandering op voor maximale vermindering van het doorsijpelen van gegevens.'

Melissa deed haar best om dit uit te voeren, maar ze kon het niet. Er ontbrak iets, iets dat ze moest weten voor ze kon doen wat dr. Ed haar had gevraagd. Ze wilde huilen. 'Ik kan het niet, dr. Ed! Ik kan het niet, ik kan het niet!'

'Ik zei wel dat het niet zou lukken,'zei dr. Paul langzaam. 'We zullen het hele geheugen in moeten schakelen voor een volledige analyse.'

'Daar is ze niet klaar voor,' protesteerde dr. Ed. 'Dat zou haar dood zijn.'

'Misschien, Ed. Maar als dat gebeurt... nou, dan weten we in elk geval de volgende keer hoe het niet moet. - Melissa.'

'Ja, dr. Paul?'

'Bijt op je tanden, meid. Dit zal pijn doen.'

En toen, zonder meer, stortte de wereld in één klap over Melissa neer. Getallen, eindeloze stromen getallen: reële getallen, complexe getallen, irrationale getallen, breuken, exponenten. En er waren gevechten, oorlogen, verschrikkelijker en bloediger dan die ze gedroomd had, en lijsten van gevallenen die voor haar meer dan echt waren, want ze wist alles van iedereen: lengte, gewicht, kleur haar, kleur ogen, gehuwd of niet, aantal kinderen... de lijst ging maar door. En statistieken: gemiddeld salaris van buschauffeurs in Ohio, aantal doden door kanker in de Verenigde staten van 1965 tot 1971, gemiddelde opbrengst van tarwe per ton gebruikte kunstmest...

Melissa verdronk in een zee van gegevens.

'Help me, dr. Ed, dr. Paul. Help!' probeerde ze te schreeuwen. Maar ze kon het niet hoorbaar maken. Daar praatte iemand anders. Een vreemdeling die ze absoluut niet kende gebruikte haar stem en zei dingen over impedantiefactoren en halfgeleiders.

En Melissa viel dieper en dieper, neergedrukt door het meedogenloos oprukkende leger van informatie.

Vijf minuten later zette dr. Edward Bloom de schakelaar af en scheidde het hoofdgeheugen van de persoonlijkheidshelft. 'Melissa,' zei hij zachtjes, 'nu is alles in orde. We weten hoe het verhaal afloopt. De geleerden vroegen de computer een nieuw ontwerp voor zichzelf te maken, en dat deed hij. Geen nachtmerries meer, Melissa. Van nu af aan droom je van engeltjes. Is dat niet geweldig?'

Stilte.

'Melissa?' Zijn stem klonk hoog en trilde. 'Hoor je me, Melissa? Ben je daar?'

Maar in de MLSA 5400 was nu geen plaats meer voor een klein meisje.