Edward D. Hoch
De laatste paradox
'Jammer dat G.K. Chesterton nooit een tijdreisverhaal heeft geschreven,' lamenteerde professor Fordley toen hij de laatste hand legde aan zijn grote, van een glazen koepel voorziene machine. 'Hij zou zeker de paradox hebben opgelost die inherent is aan het reizen in het verleden of de toekomst.'
John Comptoss, die over een paar minuten de eerst tijdsreiziger zou worden buiten de science-fiction verhalen, deed de sluiting van zijn speciaal ontworpen hogedrukpak dicht. 'Bedoelt u dat er een oplossing is? Gelooft u dan niet dat ik in het jaar 2000 terechtkom en allerlei fascinerende gegevens mee terugbreng?'
Fordley schudde bedroefd zijn hoofd. 'Natuurlijk niet mijn jongen. Ik heb het je niet eerder verteld, want ik wou je niet afschrikken, maar wanneer je uit mijn tijdmachine stapt ben je niet in het jaar 2000.'
'Maar... daar staat hij toch op afgesteld?'
Fordley wees naar de wijzers. 'Hij is inderdaad afgesteld op 35 jaar in de toekomst, maar er is een heel klein detail dat alle schrijvers over het hoofd hebben gezien.'
John Comptoss keek ongelukkig. 'Wat dan, professor? Denkt u dat ik midden in de kobaltoorlog uitkom of zoiets?'
'Nee dat is het niet. Het is... nou ja, waarom hebben al die schrijvers toch aangenomen dat het reizen in de tijd überhaupt mogelijk was! We weten dat we met deze machine de leeftijd van een dier kunnen verhogen en verlagen op dezelfde manier als de leeftijd van een ruimtereiziger zou veranderen als hij met de snelheid van het licht zou reizen.'
'Natuurlijk, professor. We hebben het met stenen en planten gedaan en zelfs met muizen...'
Fordley glimlachte. 'Met andere woorden, alles wat in de machine gaat wordt erdoor beïnvloed. Maar wat niemand zich ooit heeft gerealiseerd is dat alléén het voorwerp in de tijdmachine ouder of jonger kan worden. Als je uitstapt ben jij ouder, maar de wereld is onveranderd.'
'Bedoelt u, dat de enige manier waarop we tot in het jaar 2000 kunnen doordringen is door een tijdmachine te bouwen, groot genoeg voor de hele aarde?' vroeg John Comptoss ongelovig.
'Precies,' antwoordde Fordley. 'En dat is natuurlijk onmogelijk. En daarom zal het tijdreizen uit de boeken nooit plaatsvinden.'
'Dus u gaat me in deze idiote machine stoppen en me ouder maken? Is dat alles?'
'Is het niet voldoende, John? Je bent nu achtentwintig jaar en zometeen ben je vijfendertig jaar ouder. Dan ben je drieënzestig...'
'Kunt u me wel terughalen? Terug naar achtentwintig?'
Fordley lachte. 'Natuurlijk. Maar je moet je alles herinneren wat er met je gebeurt. Alles. De mogelijkheid bestaat altijd dat de camera's iets missen.'
De jonge man zuchtte. 'Laten we dan maar beginnen. Het stelt nu toch niets meer voor nu ik niet in 2000 terechtkom.'
'Stap in,' zei Fordley rustig, 'en... goeie reis.'
'Bedankt.' De zware deur sloot achter hem en onmiddelijk werd de glazen koepel ondoorzichtig door het condenserende vocht.
Professor Fordley stapte naar zijn controlebord en liep alles na. Ja, vijfendertig jaar in de toekomst... Niet de toekomst van de wereld, maar de toekomst van John Comptoss...
De grote machine trilde een beetje alsof hij zuchtte onder het vreemde gewicht van een menselijk wezen. Het duurde bijna tien minuten voordat de wijzer het streepje bij de 35 bereikte en toen drukte Fordley op de omkeerknop.
Terwijl hij wachtte op de tijdreiziger keek hij de camera's na en de meters en de honderden hulpinstrumenten die erbij nodig waren. Ja, ze deden het allemaal. Het was gelukt, het was gelukt met een menselijk wezen...
Het groene licht boven het paneel ging aan en hij liep naar de zware stalen deur. Dit was het ogenblik, het ogenblik van opperste triomf.
De deur ging langzaam open en de vage gestalte van John Comptoss stapte door de rook naar buiten.
'John, John, mijn jongen. Je bent in orde!'
'Nee, professor,' zei de stem die wat vreemd klonk uit de mist. 'U hebt de verkeerde uitgekozen voor uw test. De verkeerde...'
'Wat is er met je gebeurd, John? Laat je gezicht eens zien!'
'Professor, ik ben op zestigjarige leeftijd gestorven... En er is een plaats vanwaar zelfs uw machine me niet kon terughalen. Een plaats waar geen tijd is...'
En toen trok de rook op en professor Fordley keek naar zijn gezicht...
En schreeuwde...