2

Nora Kelly keek uit het raam van haar kantoor op de derde verdieping, over de koperrode daken van het Museum of Natural History van New York, langs de koepels en minaretten en de torens vol waterspuwers, over de groene vlakte van Central Park. Haar blik bleef uiteindelijk rusten op de gebouwen aan Fifth Avenue in de verte: één lange, ononderbroken muur, als de vestingmuur van een enorm kasteel, geel in het najaarslicht. Het schitterende uitzicht deed haar geen plezier.

Bijna tijd voor de bespreking. Ze begon een plotselinge opwelling van woede te onderdrukken, maar bedacht zich. Die woede zou ze nog nodig hebben. De afgelopen anderhalf jaar was haar onderzoeksbudget bevroren. In die tijd had ze het aantal onderdirecteuren van het museum zien groeien van drie tot twaalf, die stuk voor stuk twee ton per jaar scoorden. Ze had de afdeling public relations zien veranderen van een gezapig kantoortje vol gezellige, oude exkrantenjournalisten in een kudde jonge, strak in het pak gestoken yups die niets wisten over archeologie of natuurwetenschappen. Ze had de directie van het museum, ooit bemand door wetenschappers en hoogleraren, zien overnemen door juristen en geldkloppers. Iedere hoek van het museum was veranderd in een kantoor voor de een of andere functionaris. Al het geld ging zitten in eindeloze galadiners voor het goede doel, die meer geld opleverden voor nog meer galadiners: een eindeloze cyclus van zelfbevredigende energie. En toch, zei ze bij zichzelf, was dit nog steeds hét museum van New York: het grootste museum voor natuurlijke historie ter wereld. Ze bofte met deze baan. Na de mislukking van haar meest recente projecten, de eigenaardige archeologische expeditie naar Utah die ze had geleid en het plotselinge, voortijdige einde van het geplande Lloyd-museum, mocht deze baan niet mislukken. Ditmaal, hield ze zich voor, zou ze zich op de vlakte houden en meedraaien met het systeem.

Ze wendde zich van het venster af en keek om zich heen. Systeem of geen systeem, ze kon haar onderzoek naar de connectie tussen Anasazi en Azteken onmogelijk afronden als ze niet meer geld kreeg. In allereerste instantie had ze een accurate reeks versnellings-massaspectrometer c-14-dateringen nodig voor de zesenzestig organische verbindingen die ze had meegenomen van haar veldonderzoek in Utah, afgelopen zomer. Dat zou achttienduizend dollar kosten, maar ze móést die verdomde dateringen in handen krijgen als ze haar werk wilde afmaken. Bij deze bespreking zou ze om het geld vragen. De rest van haar verzoeken kon wachten.

Het was tijd. Ze stond op en liep de deur uit, een smalle trap op naar de chique inrichting op de vierde verdieping van het museum. Voor de deur van de eerste onderdirecteur bleef ze even staan om haar grijze pakje recht te trekken. Dat was iets wat dergelijke mensen begrepen: merkkleding en een verzorgd uiterlijk. Ze trok haar gezicht in een vriendelijk-neutrale uitdrukking en stak haar hoofd om de hoek van de deur.

De secretaresse was met lunchpauze. Met vastberaden tred liep Nora verder. Bij de deur naar het kantoor van de onderdirecteur bleef ze even staan, met bonzend hart. Ze móést dat geld lospeuteren: ze mocht die deur niet uit voordat ze het gekregen had. Ze vermande zich, glimlachte en klopte aan. Ze moest gewoon vriendelijk maar vasthoudend zijn. 'Binnen,' zei een energieke stem.

Het kantoor voor haar was één grote zee van ochtendlicht. Eerste onderdirecteur Roger Brisbane m zat achter een glanzend Bauhausbureau. Nora had foto's van deze ruimte gezien toen dit nog het domein was van de mysterieuze dr. Frock. Toen was het echt een curatorskantoor geweest, rommelig en stoffig, vol fossielen en boeken, oude leunstoelen, Masai-speren en een opgezette dugong. Nu leek het wel een wachtkamer bij de tandarts. Het enige teken dat dit misschien een museumkantoor was, was een afgesloten glazen vitrinekast op Brisbanes bureau, met daarin een stel spectaculaire edelstenen, zowel geslepen als ongeslepen, die daar lagen te knipogen en te fonkelen in nestjes van fluweel. Volgens de museumroddels had Brisbane edelsteendeskundige willen worden, maar was hij door een pragmatische vader naar de universiteit gestuurd om rechten te studeren. Nora hoopte dat dat waar was: dan had hij misschien enig begrip van en voor de wetenschap.Ze probeerde zo oprecht mogelijk naar hem te glimlachen. Brisbane zag er gladjes en zelfverzekerd uit. Zijn gezicht was zo koel, glad en roze als de binnenkant van een schelp: spiegelglad geschoren, beklopt, gekamd en geparfumeerd. Zijn golvende bruine haar, dik en glanzend van gezondheid, was iets aan de lange kant. 'Dr. Kelly,' zei Brisbane, met een glimlach waarbij een perfect staaltje van orthodontie zichtbaar werd. 'Gaat u zitten.' Nora liet zich behoedzaam neer in een constructie van chroom, leer en hout die een stoel heette te zijn. Het was een afgrijselijk ongemakkelijk meubel, dat bij iedere beweging luid protesteerde. De jonge directeur leunde met een geruis van dure wol achterover in zijn stoel en legde zijn handen achter zijn hoofd. Zijn mouwen waren in keurige plooien opgerold en de knoop van zijn Engelse zijden das vormde een smetteloze driehoek. Zag ze daar, vroeg Nora zich af, een spoortje make-up op zijn gezicht, onder en naast zijn ogen, een antirimpelcrème? Jemig nog aan toe, inderdaad, het was crème. Ze zat te staren, besefte ze, en ze wendde haar blik af. 'Hoe staan de zaken in de schervenen bottenhoek?' vroeg Brisbane.

'Goed. Prima. Er is alleen één ding dat ik met u zou willen bespreken.'

'Prima, prima. Ik wilde u ook spreken.'

'Meneer Brisbane,' begon Nora haastig, 'ik...'

Maar Brisbane legde haar met geheven hand het zwijgen op. 'Nora,

ik weet waarom je hier zit. Je hebt geld nodig.'

'Inderdaad.'

Brisbane knikte vol begrip. 'Je kunt je onderzoek niet afronden met een bevroren budget.'

'Inderdaad,' herhaalde Nora, verbaasd maar argwanend. 'Het was een enorme bof dat ik die Murchison-subsidie kreeg voor het Anasazi-onderzoek in Utah, maar ik kan het werk onmogelijk afmaken als ik geen werkelijk goede serie c-14-dateringen krijg. Accurate dateringen zijn de basis voor de hele rest.' Ze probeerde haar stem vriendelijk en volgzaam te houden, alsof ze graag naïef wilde overkomen.

Brisbane knikte opnieuw, met halfgesloten ogen, en draaide zijn stoel iets van haar af. Ondanks haar bedenkingen begon Nora enige moed te vatten. Zo'n begripvolle reactie had ze niet verwacht. Het leek te werken.

'Over wat voor bedrag hebben we het hier?' vroeg Brisbane. 'Met achttienduizend dollar kan ik alle zesenzestig monsters laten dateren bij de universiteit van Michigan, waar ze het beste labora-torium ter wereld hebben voor c-14-datering.' 'Achttienduizend dollar. Zesenzestig monsters.' 'Inderdaad. Ik vraag niet om een permanente budgetverhoging, gewoon om een eenmalige subsidie.'

'Achttienduizend dollar,' herhaalde Brisbane traag, alsof hij erover nadacht. 'Als je er goed over nadenkt, lijkt het niet-echt veel, vindt u wel, dr. Kelly?' 'Nee.'

'Het is in feite maar een luttel bedrag.'

'Niet in vergelijking met de wetenschappelijke resultaten die ik ervan verwacht.'

'Achttienduizend. Wat een toeval.' 'Toeval?' Plotseling voelde Nora zich ongemakkelijk. 'Dat is namelijk toevallig exact het bedrag dat je zult moeten inle veren op je budget voor volgend jaar.' 'U wilt mijn budget inkrimpen?'

Brisbane knikte. 'Tien procent, op alles en iedereen. Alle wetenschappelijke afdelingen.'

Nora voelde dat ze begon te trillen. Ze greep de chromen armleuningen van de stoel beet. Ze wilde iets gaan zeggen, maar slikte toen ze zich haar voornemen herinnerde.

'De nieuwe dinosauruszalen worden veel duurder dan verwacht. Daarom was ik blij dat u zei dat het niet veel geld is.' Nora was op adem gekomen. Op onnatuurlijk vriendelijke toon zei ze: 'Meneer Brisbane, met zo'n budgetinkrimping kan ik mijn onderzoek niet afmaken.'

'Het zal wel moeten. Wetenschappelijk onderzoek is maar een klein onderdeel van het museum, dr. Kelly. We hebben de verplichting om tentoonstellingen in te richten, nieuwe zalen te bouwen, het publiek te vermaken.'

Op verhitte toon bracht Nora uit: 'Maar wetenschappelijk basisonderzoek, daar lééft het museum van. Zonder wetenschap is het hier allemaal niets meer dan hol vertoon.'

Brisbane stond op, slenterde om zijn bureau heen en bleef voor de glazen vitrine staan. Hij drukte een paar toetsen in en stak een sleutel in het slot. 'Heb je de Tev Mirabi-smaragd weieens gezien?' 'De wat?'

Brisbane opende de vitrine en strekte een ranke hand uit naar een cabochon geslepen smaragd ter grootte van een mussenei. Hij plukte de steen uit zijn fluwelen wieg en hield hem tussen duim en wijsvinger. 'De Tev Mirabi-smaragd. Een perfecte steen. Als edelsteenkenner in hart en nieren kan ik u wel vertellen dat smaragden vandeze afmetingen nooit perfect zijn. Behalve deze.' Hij hield hem voor zijn oog, dat door de vergroting wel een vliegenoog leek. Hij knipperde even en liet de steen zakken. 'Kijk zelf maar eens.'

Nora moest zich beheersen om een opmerking in te slikken. Ze pakte de smaragd aan.

'Voorzichtig. Hij mag niet vallen. Smaragd is heel broos.' Behoedzaam hield Nora de steen vast en wentelde hem om en om in haar vingers.

'Kijk maar. De wereld ziet er anders uit als je door een smaragd kijkt.'

Ze tuurde in de diepte van de steen en zag een vervormde wereld terugkijken, een wereld waarin zich een gezwollen schepsel roerde, het leek wel een groene kwal: Brisbane. 'Bijzonder interessant. Maar, meneer Brisbane...' 'Perfect.'

'Ongetwijfeld. Maar we hadden het over iets anders.' 'Wat denkt u dat hij waard is? Een miljoen? Vijf miljoen? Tien? Hij is uniek. Als we hem verkochten, waren al onze geldzorgen voorbij.' Hij grinnikte en hield de steen nogmaals voor zijn oog. Het oog zwenkte van links naar rechts achter de smaragd, zwart, vergroot en vochtig. 'Maar dat kunnen we natuurlijk niet maken.' 'Het spijt me, maar ik zie niet goed waar u heen wilt.' Brisbane glimlachte zuinig. 'Nee, de rest van de wetenschappelijke staf ook niet. Jullie vergeten stuk voor stuk één ding: het is hier een vertoning. Neem nou die smaragd. Wetenschappelijk gezien zit er niets meer in dan in een smaragd die honderdmaal kleiner is. Maar de mensen willen niet zomaar een smaragd zien: ze willen de grootste smaragd zien. Show, dr. Kelly, show, dat is het levensbloed van dit museum. Hoe lang denkt u dat dat wetenschappelijke onderzoek van u zou duren als de mensen niet meer kwamen, als ze het niet interessant meer vonden, als ze geen geld meer gaven? Collecties, dat heb je nodig: oogverblindende tentoonstellingen, kolossale meteorieten, dinosaurussen, planetaria, goud, dodo's en enorme smaragden. Anders verslapt de aandacht van het publiek. En uw werk valt nu eenmaal niet binnen die categorie.' 'Maar mijn werk is toch interessant!'

Brisbane spreidde zijn handen. 'Tja, meiske, iedereen die hier werkt vindt zijn eigen werk het allerinteressantst.'

Het was dat 'meiske' dat de deur dichtdeed. Nora stond op, haar lippen krijtwit opeengeperst van woede. 'Het is volkomen belachelijk dat ik mijn werk tegenover u zou moeten verdedigen. Het on-derzoek in Utah zal uitwijzen wanneer de invloed van de Azteken precies naar het zuidwesten is gekomen en wanneer die van invloed is geworden op de Anasazi-cultuur. Dan zullen we zien...' 'Als u dinosaurussen aan het opgraven was, lagen de zaken anders. Die zijn tegenwoordig een hot item. En daar zit dus ook het geld. U zult de feiten onder ogen moeten zien, dr. Kelly: niemand maakt zich bijzonder druk om die bergjes potscherven van u, behalve uzelf.' 'Als u nou zelf eens een paar feiten onder ogen zag,' zei Nora op verhitte toon. 'Bijvoorbeeld dat uzelf een mislukte wetenschapper bent. U spéélt bureaucraatje, meer dan een rol is het niet voor u, en eerlijk gezegd vind ik dat u behoorlijk overdrijft.' Zodra de woorden haar mond uit waren, besefte Nora dat ze te ver gegaan was. Brisbanes gezicht leek even te verstrakken. Toen herstelde hij zich, schonk haar een koele glimlach en haalde zijn pochet uit zijn borstzak. Hij begon de smaragd op te wrijven, langzaam en uitgebreid. Toen hij klaar was, legde hij de steen terug in de vitrine, deed die op slot en begon de vitrine zelf op te poetsen, eerst de bovenkant en toen de zijkanten, langzaam en weloverwogen. Na enige tijd reageerde hij op haar woorden.

'Maak je niet druk. Dan krijg je aderverkalking en dat is heel slecht voor je gestel.'

'Dit wilde ik niet zeggen. Het spijt me. Maar die inkrimping is onacceptabel.'

Brisbane antwoordde op vriendelijke toon: 'Ik heb gezegd wat ik te zeggen had. Voor curatoren die geen kans zien of niet bereid zijn de inkrimpingen te verwerken, is er geen enkel probleem. Dan doe ik het voor hen.' En bij die woorden glimlachte hij niet.

Nora sloot de deur naar het kantoor en bleef even, volledig verward, in de gang staan. Ze had zichzelf bezworen dat ze niet zonder dat extra geld zou weggaan, en nu stond ze er nog slechter voor dan voordat ze naar binnen was gegaan. Moest ze naar Collopy gaan, de directeur van het museum? Maar dat was een strenge en onaanspreekbare man, en Brisbane zou waarschijnlijk pissig worden als ze dat deed. Ze was toch al te ver gegaan met haar opmerkingen. Als ze nu naar Brisbanes superieur ging, kon dat haar ontslag betekenen. En wat ze verder ook deed, deze baan mocht ze niet verliezen. Als ze deze baan kwijtraakte, kon ze maar beter naar de omscholing. Misschien kon ze het geld ergens anders vinden, ergens de een of andere subsidie lospeuteren. En over een halfjaar was er weer een budgetherziening. Daar moest ze dan maar op hopen... Langzaam liep ze de trap naar de derde verdieping af. In de gangbleef ze staan: tot haar verbazing stond de deur van haar kantoor wagenwijd open. Ze keek naar binnen. Op de plek waar zijzelf geen kwartier geleden had gestaan, stond nu een bijzonder eigenaardig ogende man als silhouet afgetekend tegen het raam door 'een boekje te bladeren. Zijn huid was lijkbleek, witter dan ze ooit bij een levend mens had gezien. Ook zijn blonde haar was bijna wit, en hij sloeg de bladzijden van het boekje om met verbijsterend lange, slanke, ivoorkleurige vingers.

'Pardon, meneer, wat doet u in mijn kantoor?' vroeg Nora. 'Interessant,' mompelde de man, terwijl hij zich omdraaide. 'Pardon?'

Hij hief het boekje omhoog, De geochronologie van Sandia Cave. 'Eigenaardig dat er alleen hele Folsom-punten zijn gevonden boven Sandia-niveau. Dat zet je aan het denken, nietwaar?' Hij sprak met een zacht, verzorgd, zuidelijk accent dat klonk als honing. Nora voelde haar verbazing veranderen in woede dat hij zomaar haar kantoor was binnengeslenterd.

Hij liep naar een boekenkast, zette het boekje weer op zijn plek en begon de andere boeken te bestuderen, waarbij hij met kleine, precieze gebaren op de ruggen tikte. 'Ah,' zei hij, terwijl hij nog een boek te voorschijn haalde, 'ik zie dat de resultaten uit Monte Verde worden aangevochten.'

Nora stapte naar voren, rukte het boek uit zijn hand en schoof het terug op de plank. 'Ik heb het momenteel nogal druk. Als u een afspraak wilt maken, kunt u bellen. Doet u de deur dicht als u vertrekt?' Ze keerde hem haar rug toe in afwachting van zijn vertrek. Tien procent. Ongelovig schudde ze haar hoofd. Waar moest ze dat in godsnaam vandaan halen?

Maar de man vertrok niet. In plaats daarvan hoorde ze zijn honingzoete zuidelijke stem weer. 'Ik spreek liever nu meteen met u. Dr. Kelly, zou ik u mogen lastig vallen met een irritant probleempje?' Ze draaide zich om. Hij had zijn hand uitgestoken. Daarin lag een kleine, bruine schedel.


De gruwelkamer
Section0001.xhtml
Section0103.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0102.xhtml