5

De Chirurg kon zijn ogen niet geloven. Waar Pendergast dood in een plas bloed had moeten liggen, was niets te zien. Pendergast was weg. Met verwilderde blik keek hij om zich heen. Dit bestond helemaal niet, dit was fysiek onmogelijk... En toen zag hij dat het stuk muur waar Pendergast tegenaan had staan leunen, nu een deur was, die weggedraaid was van het stenen vlak eromheen. Een deur waarvan hij het bestaan nooit vermoed had, hoewel hij het huis van hoog tot laag doorzocht had.

De Chirurg wachtte, terwijl hij met grote inspanning probeerde zijn gedachten op een rijtje te zetten. Altijd en overal goed over nadenken, had hij gemerkt, was absoluut noodzakelijk voor succes. Daar was hij zover mee gekomen, en daar zou hij het ook nu mee redden. Hij deed een stap naar voren, Pendergasts pistool in de aanslag. Aan de andere kant van de opening leidde een stenen trap de diepte in. De fbi-agent wilde kennelijk dat hij achter hem aan kwam, dat hij de trap zou afdalen waarvan het uiteinde was verscholen rond de donkere kromming van de stenen muur. Dat kon natuurlijk een valstrik zijn. Eigenlijk kon het zelfs niets anders dan een valstrik zijn. Maar de Chirurg besefte dat hij geen keus had. Hij moest Pendergast tegenhouden. En hij moest erachter komen wat daar beneden te zien was. Hij had een pistool en Pendergast was ongewapend, misschien zelfs gewond door zijn schot. Hij wachtte even om naar het pistool te kijken. De Chirurg wist wel iets van wapens, en hij herkende dit als een speciale Les Baer .45 overheidsmodel. Hij draaide het om in zijn handen. Met het tritium nachtvizier en de lasergreep was het al gauw drieduizend dollar waard. Pendergast had een goede smaak. Ironisch dat zo'n fraai wapen nu tegen zijn eigen eigenaar gebruikt zou worden.

Hij stapte weg van de valse muur. Met een waakzaam oog op het trappenhuis haalde hij een krachtige lantaarn uit een lade, en daarna wierp hij een spijtige blik op zijn hulpbron. De vitale tekenen be-gonnen af te nemen; de operatie was duidelijk mislukt. Hij liep terug naar de trap en scheen met de lantaarn de duisternis in. De afdrukken van Pendergasts voetstappen waren duidelijk te zien in het stof op de treden. En er was nog iets, iets anders dan voetstappen: een druppel bloed. En nog een.

Hij had Pendergast dus wél geraakt. Toch zou hij dubbel voorzichtig moeten zijn. Gewonde mensen waren altijd het gevaarlijkst, net als gewonde dieren.

Bij de eerste trede bleef hij staan om zich af te vragen of hij de vrouw eerst zou pakken. Zat die nog aan de muur geketend? Of had Pendergast kans gezien ook haar te bevrijden? Hoe dan ook, echt gevaarlijk was ze niet. Het huis was net een burcht en de kelder zat veilig op slot. Ze kon hem niet ontkomen. Pendergast was en bleef het dringendste probleem. Zodra die eenmaal dood was, kon de resterende hulpbron opgezocht worden en moest die Smithbacks plaats innemen. Hij had de fout begaan Pendergast eenmaal aan te horen. Als hij hem vond, zou hij die fout geen tweede maal begaan. De man zou dood zijn voor hij zijn mond kon opendoen. De trap wentelde dieper en dieper omlaag, spiraalde eindeloos de aarde in. De Chirurg daalde langzaam af en beschouwde iedere bocht als een blinde hoek waarachter Pendergast in een hinderlaag kon liggen. Eindelijk kwam hij beneden aan. De trap kwam uit in een donker, naargeestig vertrek waar een zware geur hing van schimmel, vochtige aarde en... wat? Ammonia, zouten, benzeen, de vage geur van chemicaliën. Hij zag veel voetafdrukken en meer bloeddruppels. Hier had Pendergast gestaan. De Chirurg scheen met zijn lantaarn op de dichtstbijzijnde muur: een rij oude, messing lantaarns aan houten haken. Een van die haken was leeg.

Hij deed een stap opzij en tilde, in de beschutting van de stenen trappilaar, zijn zware lantaarn op om de duisternis te verlichten. Een verbijsterende aanblik. Een wand vol edelstenen leek naar hem te knipogen: duizend, tienduizend glinsterende reflecties in talloze kleuren, als het weerspiegelende oppervlak van een vliegenoog bij een enorme vergroting. Hij onderdrukte zijn verbazing en liep behoedzaam verder, met het pistool in de aanslag. Hij stond in een smalle, stenen kamer, met pilasters die omhoogrezen naar een laag, gewelfd plafond. Langs de wand stonden talloze glazen bokalen, allemaal even groot en met dezelfde vorm. Ze stonden op eiken planken die van de vloer tot aan het plafond liepen, rij na rij na rij, dicht op elkaar en afgesloten door geribbeld glas. Nog nooit had hij zoveel flessen bij elkaar gezien. Het leek wel een vloeistoffenmuseum.Zijn ademhaling kwam sneller. Hier was het dan: Lengs ultieme laboratorium. Ongetwijfeld was dit de plek waar hij zijn arcanum, zijn formule voor een langer leven, had geperfectioneerd. Hier moest het geheim liggen waarvoor hij Leng tevergeefs had gemarteld. Hij herinnerde zich zijn teleurstelling, zijn wanhoop bijna, toen hij had ontdekt dat Lengs hart niet meer sloeg toen hij had beseft dat hij iets te ver was gegaan. Maar dat maakte nu niet meer uit: de formule lag hier, onder zijn neus, precies zoals Pendergast gezegd had. Maar toen schoot hem weer te binnen wat Pendergast nog meer gezegd had: dat Leng aan iets heel anders had gewerkt. Dat was absurd, een afleidingsmanoeuvre. Wat kon er nou belangrijker zijn dan de verlenging van het menselijk leven? Waar kon deze enorme collectie chemicaliën anders toe dienen?

Hij schudde die speculaties uit zijn hoofd. Zodra hij had afgerekend met Pendergast en de vrouw had geoogst, had hij meer dan genoeg tijd om op ontdekkingstocht te gaan.

Hij streek met zijn lichtbundel over de grond. Meer bloed, samen met een reeks rafelige voetafdrukken die in een rechte lijn door de gang vol flessen heen liep. Hij moest voorzichtig zijn, heel voorzichtig. Het allerlaatste wat hij wilde, was die rijen kostbare vloeistoffen kapotschieten, want dan zou hij de schat vernielen waarnaar hij zo hard gezocht had. Hij hief zijn arm, richtte het wapen en drukte op de handgreep. Op de muur tegenover hem verscheen een kleine, rode stip. Uitstekend. Hoewel de laser niet helemaal exact werkte, zou er maar weinig ruimte voor vergissingen zijn. Hij liet de lasergreep los en liep voorzichtig door de enorme apothekersruimte. Elke bokaal was zorgvuldig van een etiket voorzien, zag hij nu, met een kriebelig handschrift dat de naam en een chemische formule vermeldde. De bokalen in het volgende vertrek waren gevuld met vaste stoffen stukken mineraal, glinsterende kristallen, gemalen poeders, metaalkrullen.

Zo te zien was dat arcanum, die formule, aanzienlijk gecompliceerder dan hij aanvankelijk gedacht had. Waarom zou Leng anders al die chemicaliën nodig gehad hebben?

Hij volgde Pendergasts spoor. De voetstappen liepen niet langer in een simpele, rechte lijn langs de eindeloze rijen glas. In plaats daarvan zag de Chirurg dat hij af en toe even naar een bepaalde kast was gelopen, alsof Pendergast ergens naar op zoek geweest was. Even later kwam hij bij een Romaans gewelf aan het einde van het kastenwoud. Een wandtapijt met franje van goudbrokaat hing voor de doorgang. Hij sloop erheen, zocht opnieuw dekking achter een pilaar en schoof met de loop van zijn pistool de voorhang opzij ter-wijl hij met zijn lantaarn door de opening scheen. Weer een vertrek: breder, hoger, en vol eikenhouten kasten met glazen deuren. Daar liep Pendergasts spoor heen.

De Chirurg kroop met oneindige voorzichtigheid verder. Weer leek het, te zien aan Pendergasts sporen, alsof hij hier en daar de collectie had bekeken. Soms was hij voor een kast blijven staan. Zijn sporen begonnen een onregelmatig, wankelend patroon aan te nemen. Het spoor van een zwaargewond dier. Het bloed werd niet minder, eerder meer. Dat betekende welhaast zeker dat hij in zijn buik was getroffen. Hij hoefde zich niet te haasten om een confrontatie af te dwingen. Hoe langer hij wachtte, des te verzwakter raakte Pendergast. Hij kwam bij een plek waar een grotere plas bloed lag te glanzen in het licht van zijn lantaarn. Het leed geen twijfel dat Pendergast hier was blijven staan. Hij had ergens naar staan kijken, en de Chirurg staarde in de kast om te ontdekken wat daar te zien was. Niet nog een voorraad chemicaliën, zoals hij verwacht had, maar duizenden opgezette insecten, allemaal exact identiek. Een eigenaardig monster met scherpe hoorns op de iridiserende kop. Hij liep naar de volgende kast. Eigenaardig: hier stonden bokalen die uitsluitend delen van insecten bevatten. Flessen vol ragfijne libellenvleugels, en een eindje verderop planken vol opgerolde buikdelen van bijen, zo te zien. Weer andere bevatten talloze piepkleine, uitgedroogde witte spinnen. Hij liep naar de volgende kast. Daarin verdroogde salamanders en rimpelige kikkers in een bonte mengeling van kleuren; een rij potten met verschillende schorpioenenstaarten; andere potten vol gemeen uitziende wespen. In de volgende kast stonden potten met kleine, gedroogde visjes, slakken en insecten die de Chirurg nog nooit gezien had. Het leek wel een enorm heksenkabinet met ingrediënten voor toverdranken.

Vreemd dat Leng zo'n grote collectie dranken en chemicaliën had willen aanleggen. Misschien had hij, net als Isaac Newton, zijn laatste jaren verdaan met alchemistische experimenten. Misschien was dat 'ultieme project' waar Pendergast het over had gehad dan toch geen afleidingsmanoeuvre. Misschien was dit een zinloze poging geweest om goud te maken van lood, of een ander soort krankzinnige uitdaging.

Pendergasts spoor liep tussen de kabinetten door, onder een tweede gewelfde deurpost door. De Chirurg volgde zijn voetstappen, nog steeds met het pistool in de aanslag. Daarachter lag een reeks kleinere vertrekken, eerder afzonderlijke stenen crypten of gewelven, elk met een ander soort collectie. Pendergasts spoor liep van links naar rechts. Meer eiken kasten, gevuld met wat wel bast en boomblaad-jes en gedroogde bloemen leken. Even bleef hij nieuwsgierig om zich heen staan kijken.

Toen herinnerde hij zich dat die kwestie met Pendergast haast had. Zo te zien aan de heen en weer zwalkende sporen had hij intussen moeite met lopen.

Dat kon natuurlijk een list zijn, voor wie Pendergast kende. Nieuwe achterdocht kwam bij hem op, en de Chirurg hurkte bij de eerstvolgende groep rode druppels. Hij voelde eraan en wreef zijn vingers tegen elkaar. Toen proefde hij het. Geen twijfel mogelijk: menselijk bloed, nog warm. Zoiets kon je niet namaken. Pendergast was gewond. Zwaargewond.

Hij stond op, hief het pistool weer en sloop verder, met zijn lantaarn de fluwelen duisternis aftastend.


De gruwelkamer
Section0001.xhtml
Section0103.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0034.xhtml
Section0035.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml
Section0102.xhtml