8
Nora stond over de metalen tafel gebogen, haar blik heen en weer flitsend van de monitoren naar Smithbacks bleke gestalte en weer terug. Ze had de wondspreiders verwijderd en de wond zo goed mogelijk schoongemaakt en verbonden. Het bloeden was eindelijk opgehouden. Maar het kwaad was al geschied. De bloeddrukmachine bleef zijn onheilspellende alarm slaan. Ze keek naar de zak met zoutoplossing: die was bijna leeg, maar het was een kleine katheter, en zelfs op maximaal volume moest het moeilijk zijn om de verloren vloeistoffen snel genoeg aan te vullen.
Ze keerde zich abrupt om toen het geluid van een tweede schot via de donkere trap omhoog echode. Het klonk zwak en gedempt, alsof het van heel diep onder de grond kwam.
Even stond ze als aan de grond genageld, doodsbang. Wat was er gebeurd? Had Pendergast geschoten of was hij zelf neergeschoten. Toen richtte ze haar aandacht weer op Smithbacks roerloze gestalte. Er zou maar één iemand die trap opkomen: Pendergast of die an-der. Als het zover was, zou ze doen wat te doen viel. Maar nu moest ze voor Smithback zorgen. En ze zou hem niet in de steek laten. Ze keek weer naar de vitale tekenen: de bloeddruk was gedaald tot 70-3 5, en ook de hartslag was trager geworden, nu nog maar 80 slagen per minuut. Eerst voelde ze zich opgelucht bij die laatste ontwikkeling. Maar toen kwam er een andere gedachte op, en ze legde haar handpalm op Smithbacks voorhoofd. Dat was even kil aan het worden als zijn ledematen geweest waren.
Bradycardie, dacht ze, en de opluchting van daarnet maakte plaats voor paniek. Als het verloren bloed niet werd aangevuld en het lichaam geen zones meer kan afsluiten, gaat de patiënt decompenseren. Dan beginnen de kritieke gebieden te decompenseren. Het hart gaat trager slaan. En na een tijdje houdt het voorgoed op. Met haar hand nog op Smithbacks voorhoofd keek Nora weer in wanhoop naar het ecg. Dat zag er ernstig uit, met lagere pieken en een tragere frequentie. De hartslag was nu 50 slagen per minuut. Ze liet haar handen op Smithbacks schouders vallen en schudde hem ruw door elkaar. 'Bill!' riep ze. 'Bill, verdomme, kom op! Toe nou!' Het gepiep van het ecg werd onregelmatig. Trager. Ze kon verder niets meer doen.
Even staarde ze naar de schermen. Een verschrikkelijk gevoel van machteloosheid maakte zich van haar meester. En toen sloot ze haar ogen en liet ze haar hoofd op Smithbacks schouder zakken. Op zijn blote, bewegingloze schouder, die kil was als een marmeren graftombe.