14
Nora bleef staan bij de verpleegsterskamer en vroeg waar Pendergasts nieuwe kamer was. Een zee van vijandige gezichten keek op bij haar vraag. Het leed geen twijfel, dacht Nora, dat Pendergast in Lenox al even populair was als in St. Luke's-Roosevelt. Ze vond hem rechtop in bed, de zonwering helemaal gesloten tegen het felle licht. Hij zag er doodmoe uit, zijn gezicht was grauw. Zijn witblonde haar hing slap over zijn hoge voorhoofd en zijn ogen waren gesloten. Toen ze binnenkwam, sloeg hij ze langzaam op. 'Sorry,' zei Nora. 'Dit is geen goed moment.'
'Geeft niet. Ik had u gevraagd om te komen. Als u die stoel vrijmaakt, kunt u gaan zitten.'
Nora legde de stapel boeken en papieren op de grond en vroeg zich opnieuw af wat er aan de hand was. Ze had hem al verteld over haar bezoek aan de oude dame, en ze had gezegd dat dit het laatste was dat ze voor hem deed. Hij moest inzien dat ze langzamerhand weer aan haar eigen werk moest. Het was allemaal bijzonder intrigerend, maar ze was niet van plan om professionele hara kiri te plegen vanwege deze toestand.
Pendergasts oogleden vielen omlaag tot zijn ogen bijna dicht
waren, maar ze zag de bleke irissen nog.
'Hoe gaat het?' Die vraag moest ze uit beleefdheid wel stellen,
maar verder zou ze hem niets vragen. Ze zou aanhoren wat hij te
zeggen had en dan was ze hier weg.
'Leng haalde zijn slachtoffers uit het Kabinet zelf,' zei
Pendergast. 'Hoe weet u dat?'
'Hij greep ze aan het einde van een van de zalen, waarschijnlijk een soort doodlopend gangetje waarin iets uitzonderlijk gruwelijks te zien was. De gruwelkamer. Hij wachtte tot er een eenzame bezoeker binnenkwam en greep zijn slachtoffer. De stumper werd dan meegenomen door een deurtje aan de achterkant van de gruwelkamer, dat uitkwam op de achtertrap naar de kolenkelder. Een perfecte manier. In die buurt verdwenen er aan de lopende band daklozen. Ongetwijfeld koos Leng slachtoffers die niet gemist zouden worden: straatkinderen, jongens en meisjes uit de nijverheidshuizen.' Hij sprak op vlakke toon, alsof hij zijn bevindingen niet aan haar uitlegde maar in zijn eigen hoofd onder de loep nam. 'Tussen 1872 en 1881 heeft hij het Kabinet daarvoor gebruikt. Negen jaar. Zesendertig slachtoffers van wie we weten, misschien nog veel meer die Leng op een andere manier uit de weg heeft geruimd. Zoals u weet waren er inderdaad geruchten dat er mensen verdwenen in het Kabinet. Ongetwijfeld werd het Kabinet daar alleen nog maar populairder van.' Nora huiverde.
'Maar in 1881 heeft hij Shottum vermoord en het Kabinet in brand
gestoken. We weten natuurlijk waarom: Shottum had uitgevogeld wat
hij aan het doen was. Dat zei hij zelf in zijn brief aan McFadden.
Leng had Shottum sowieso vermoord.' Pendergast zweeg en haalde een
paar maal diep adem. 'De confrontatie met Shottum bood hem gewoon
het excuus dat hij nodig had om het Kabinet in brand te steken.
Fase één van zijn werk was namelijk voltooid.' 'Fase één?'
'Hij had bereikt wat hij van plan was. Hij had zijn formule
geperfectioneerd.'
'U meent toch niet serieus dat Leng zijn eigen leven kon
verlengen?' 'Hij geloofde in ieder geval dat hij dat kon. In zijn
opvattingen was de experimentele fase afgerond. Nu kon hij beginnen
met de productie. Nog steeds had hij slachtoffers nodig, maar veel
minder dan voorheen. Het kabinet, met zijn vele bezoekers, was niet
meer nodig. Het was zelfs een blok aan zijn been geworden. Hij
moest zijn sporen vernietigen en opnieuw beginnen.' Het bleef stil.
Pendergast hervatte zijn verhaal. 'Een jaar voordat het Kabinet
afbrandde, bood Leng zijn diensten aan aan twee nijverheidshuizen
in de wijk het Nijverheidshuis en de Missie van Five Points. Die
twee stonden met elkaar in verbinding via een doolhof van
ondergrondse tunnels die in de negentiende eeuw onder de hele wijk
Five Points doorliep. In Lengs tijd lag er tussen de beide
instellingen een smerig steegje, Cow Bay. Naast de smerige
huurkazernes die je daar kon verwachten, herbergde Cow Bay ook een
oud, onderaards pompstation dat nog dateerde uit de dagen van het
Bassin. De waterwerken waren afgesloten en verzegeld zowat een
maand voordat Leng zich aan de nijverheidshuizen verbond. Dat is
niet zomaar een toevallige samenloop van omstandigheden.' 'Wat wilt
u zeggen?'
'Dat verlaten waterstation was de lokatie van Lengs productielaboratorium. Daar ging hij heen nadat hij brand had gesticht in Shottums Kabinet. Het was er veilig, en wat nog beter was: het bood een gemakkelijke, ondergrondse toegang tot beide nijverheidshuizen. Een ideale plek voor de productie van de stof die, naar hij geloofde, zijn leven zou verlengen. Ik heb hier de oude plattegronden van het waterstation.' Pendergast maakte een zwak handgebaar. Nora keek naar de complexe schema's. Ze vroeg zich af waar Pendergast zo moe van was. De vorige dag had hij veel beter geleken. Ze hoopte dat hij geen terugval had gehad.
'Tegenwoordig zijn die werkhuizen, die huurkazernes en zelfs de meeste straten natuurlijk weg. Recht boven de plek van Lengs productielab is een groot huurhuis gebouwd. Doyers Street 99, gebouwd in de jaren twintig, niet ver van Chatham Square. Opgedeeld in tweekamerappartementen met een afzonderlijk driekamerappartement in het souterrain. Als er sporen van Lengs laboratorium zijn, liggen die onder dat gebouw.'
Nora dacht even na. Het moest een boeiend archeologisch project zijn om Lengs productielab op te graven. Daar zouden de bewijzen liggen, en als archeoloog kon zij die vinden. Ze vroeg zich opnieuw af waarom Pendergast zo'n belangstelling had voor die moorden van meer dan een eeuw geleden. Het zou natuurlijk een zekere historische troost bieden om te weten dat de moordenaar van Mary Greene gevonden was... Abrupt maakte ze een einde aan die gedachtegang. Ze had haar eigen werk; ze moest haar eigen loopbaan redden. Ze moest zichzelf er opnieuw aan herinneren dat dit in het verleden lag.
Pendergast zuchtte en draaide zich iets om. 'Dank u wel, dr. Kelly. Nu kunt u beter gaan. Ik moet gaan slapen.'
Nora keek hem verbaasd aan. Ze had een nieuwe smeekbede om hulp verwacht. 'Waarom wilde u mij eigenlijk spreken?' 'U hebt me geweldig geholpen bij dit onderzoek. Meermaals hebt u meer informatie gevraagd dan ik u geven kon. Ik nam aan dat u zou willen weten wat ik ontdekt had. Dat is wel het minste dat ik u verschuldigd ben. Er wordt tegenwoordig een vreselijke term gebruikt:"een plekje geven". Vreselijk, maar in dit geval toepasselijk. Ik hoop dat u de zaak met deze kennis een plekje kunt geven, zodat u verder kunt met uw werk in het museum, zonder dat u het gevoel hebt dat iets niet afgerond is. Ik wil u hartelijk danken voor uw hulp. Die is van onschatbare waarde geweest.'
Even voelde Nora zich beledigd dat ze zomaar weggestuurd werd. Ze hield zich voor dat dit precies was wat ze gewild had... Toch? Even later gaf ze antwoord. 'Fijn dat u dat zegt. Maar als u het mij vraagt, klinkt deze zaak allesbehalve afgerond. Als u gelijk hebt, lijkt Doyers Street 99 me de logische volgende halte.' 'Dat klopt. Het souterrain staat momenteel leeg en het zou bijzonder leerzaam zijn om de woonkamervloer open te breken. Ik ga het appartement zelf huren en die opgraving uitvoeren. En daarom moet ik zien dat ik zo snel mogelijk herstel. Tot ziens, dr. Kelly.' Uit zijn houding bleek overduidelijk dat het gesprek ten einde was. 'Wie gaat de opgraving doen?' vroeg ze. 'Ik ga op zoek naar een andere archeoloog.' Nora keek hem streng aan. 'Waar?'
'Via het veldkantoor in New Orleans. Ze zijn daar bijzonder flexibel ten aanzien van mijn, eh, projecten.'
'Mooi,' zei Nora energiek. 'Maar dit is geen taak voor de eerste de beste archeoloog. Hiervoor heb je iemand nodig met een bijzondere kennis van...' 'Biedt u zich aan?' Nora zweeg.
'Natuurlijk niet. Daarom heb ik u ook niet gevraagd. U hebt meermaals uiting gegeven aan uw verlangen om weer aan uw eigen werk te gaan. Ik heb toch al misbruik gemaakt van uw kennis. Verder blijkt dit onderzoek gevaarlijk te zijn, gevaarlijker dan ik aanvankelijk had verondersteld. Een veronderstelling waarvoor ik heb moeten boeten, zoals u ziet. Ik zou u niet willen blootstellen aan meer gevaar dan tot nu toe het geval is geweest.' Nora stond op.
'Tja,' zei ze. 'Dat is het dan. Ik heb met plezier met u samengewerkt, meneer Pendergast als "plezier" het juiste woord is. Interessant was het in ieder geval wel.' Ergens voelde ze zich ontevreden over deze afloop, hoewel het precies was wat ze had willen bereiken. 'Inderdaad,' zei Pendergast. 'Bijzonder interessant.' Ze ging op weg naar de deur, maar bleef staan omdat ze zich iets herinnerde. 'Maar misschien moet ik nogmaals contact met u opnemen. Ik heb een briefje gekregen van Reinhart Puck in het archief. Die zegt dat hij nieuwe informatie heeft gevonden, en hij vroeg ofik later in de middag wilde langskomen. Als het iets lijkt, laat ik het u weten.'
Pendergasts bleke ogen keken haar opmerkzaam aan. 'Doet u dat. En ik wil u nogmaals bedanken, dr. Kelly. Weest u bijzonder voorzichtig.'
Ze knikte en draaide zich om. Ze glimlachte naar de mokkende blikken die haar begroetten toen ze de verpleegsterskamer voorbijliep.