49
D'Agosta haalde de onaangestoken sigaar uit zijn mond, plukte een flintertje tabak van zijn tong en bekeek het doorweekte uiteinde met afkeer. Margo zag hoe hij zijn zakken beklopte op zoek naar een lucifer. Hij vond er geen, zag haar blik en hief zijn wenkbrauwen in een stilzwijgende vraag. Ze schudde van nee. D'Agosta draaide zich om naar Horlocker, wilde zijn mond opendoen maar bedacht zich. De korpschef hield een mobiele telefoon tegen zijn oor geklemd en hij zag er niet blij uit.
'Mizner?' schreeuwde hij. 'Mizner! Hoor je mij?'
Er klonk een zwak, aanhoudend gekwaak dat, naar Margo aannam, Mizner moest zijn.
'Het is gewoon een kwestie van beteugelen en inrekenen...' begon Horlocker. Meer zwak gekwaak.
'Vijfhónderd? Van onder de grond? Luister, Mizner, kom niet aanzetten met dit soort nonsens. Waarom zitten ze niet in de bussen?' Horlocker zweeg weer om te luisteren. Vanuit haar ooghoek zag Margo Pendergast op een tafelrand zitten. Hij leunde tegen een mobiele radio-eenheid en leek verdiept in een nummer van de Policeman 's Gazette.
'Knuppels, traangas, het maakt me geen reet uit hóé je het doet... demonstranten? Hoe bedoel je, vechten met de demonstranten?' Hij liet de telefoon zakken, keek er haast ongelovig naar en bracht hem weer naar zijn oor. 'Nee, in godsnaam, geen traangas in de buurt van die demonstranten. Luister, het grootste deel van twintig en tweeëntwintig zit ondergronds, en eenendertig staat bij de controleposten. Het centrum ligt opengespreid als een... nee, laat maar, zeg tegen Perillo dat ik over vijf minuten een spoedvergadering wil met alle commissarissen. Zet mensen in uit de buitenwijken, mensen die vrij hebben, parkeerpolitie, wat dan ook. We moeten daar meer agenten hebben, hoor je me?'
Boos verbrak hij de verbinding en pakte een andere telefoon van het bureau voor zich. 'Curtis, bel het kantoor van de gouverneur. De evacuatie is naar het zuiden uitgelopen, en een deel van de ondergrondse daklozen die we uit het gebied beneden het park hebben verjaagd, is in opstand gekomen. Ze zijn regelrecht in die grote demonstratie op Central Park South beland. We moeten het leger erbij halen. Bel daarna Masters, we hebben een militaire helikopter nodig, voor het geval dat. Hij moet de overvalwagens uit de remise in Lexington Avenue halen. Nee, laat maar, daar komt hij misschien niet door. Neem maar contact op met bureau Central Park. Ik bel zelf de burgemeester.'
Hij hing op, langzamer ditmaal. Eén enkele druppel zweet biggelde langzaam over zijn voorhoofd, dat binnen enkele seconden van rood naar grauw verkleurd was. Horlocker keek om zich heen in het crisiscentrum, zonder de rondhollende agenten en de radio's die op verschillende frequenties stonden te kraken, op te merken. Margo vond dat hij eruitzag als een man wiens hele wereld zojuist is ingestort. Pendergast vouwde de Gazette zorgvuldig op en legde hem op de tafel naast zich. Toen leunde hij voorover en streek met de vingers van zijn rechterhand zijn bleekblonde haar glad. 'Ik zat te denken,' begon hij bijna nonchalant. O-o, dacht Margo.
Pendergast gleed naar voren totdat hij recht voor de korpschef stond. 'Ik zat te denken dat de hele situatie gewoonweg te gevaarlijk is om in handen van één man te laten.'
Horlocker deed even zijn ogen dicht. Toen, alsof het hem een geweldige inspanning kostte, hief hij zijn blik naar Pendergasts onverstoorbare gezicht.
'Waar heb je het in vredesnaam over?' vroeg hij. 'We laten het aan de weledele Waxie over om de kleppen van de grote vijver te sluiten en de leegloop stop te zetten.' 'Nou en?'
Pendergast legde een vinger tegen zijn lip alsof hij op het punt stond een geheim door te fluisteren. 'Ik wil niet vervelend doen, maar commandant Waxie heeft zich tot nu toe niet erg... tja, geen erg betrouwbare loopjongen betoond. Als hij er dit keer niet in slaagt, wordt het een complete ramp. De Mbwun-lelies worden dan via de Astor Tunnels naar open zee gesluisd. Als ze worden blootgesteld aan zilt water, komt het reovirus vrij. Dat kan de ecologie van de oceanen weleens drastisch wijzigen.'
'Erger nog,' hoorde Margo zichzelf uitbrengen. 'Het kan zich in de voedselketen nestelen en dan...' Ze viel stil.
'Dat heb ik al eens gehoord, ja,' zei Horlocker. 'Het wordt er niet beter op als je het een tweede keer hoort. Wat wil je zeggen?' 'Iets over wat wij bij de FBI een redundante oplossing noemen,' zei Pendergast.
Horlocker wilde juist antwoorden toen een agent in uniform achter een schakelpaneel naar hem wenkte. 'Commandant Waxie voor u, meneer. Ik zet hem over op de open lijn.'
Horlocker pakte de telefoon weer op. 'Waxie, wat is je status?' Hij luisterde. 'Harder, ik kan je niet verstaan. De wat? Hoe bedoel je, niet zeker? Nou, zorg daar dan voor, godverdomme! Luister, geef me Duffy. Waxie, hoor je me? De lijn valt weg. Waxie? Waxie!' Met een daverende klap ramde hij de hoorn weer op de haak. 'Haal Waxie terug aan de lijn!' gilde hij.
'Mag ik doorgaan?' vroeg Pendergast. 'Als wat ik zojuist gehoord heb, enige indicatie vormt, hebben we niet veel tijd. Ik hou het dus kort. Als Waxie faalt en als de vijver wel geleegd wordt, hebben we een reserveplan nodig om te voorkomen dat de planten in de Hudson belanden.'
'Hoe gaan we dat in godsnaam doen?' vroeg D'Agosta. 'Het is al bijna tien uur. Volgens schema gaat de vijver over twee uur leegstromen.'
'Kunnen we op een of andere manier voorkomen dat de planten wegdrijven?' vroeg Margo. 'Filters voor de uitstroompijpen, of zo?" 'Een interessante gedachte, dr. Green,' zei Pendergast en hij keek haar met zijn lichte ogen aan. Hij zweeg even. 'Volgens mij zullen filters van vijf micron voldoende zijn. Maar waar vinden we filters met de juiste afmetingen? En wat voor tolerantie hebben we nodig om die gigantische waterdruk te weerstaan? En hoe weten we zeker dat we alle uitlaten gehad hebben?' Hij schudde zijn hoofd. 'Ik vrees dat er gezien de tijd maar één oplossing is: we moeten de uitgangen van de Astor Tunnels afsluiten met explosieven. Ik heb op de kaarten gekeken. Een tiental ladingen 04, goed geplaatst, zou genoeg moeten zijn.' Horlocker draaide zich op zijn hielen om en keek Pendergast aan. 'Jij bent gek,' zei hij op zakelijke toon.
Plotseling ontstond er enige opschudding bij de ingang en Margo zag een groep politiemensen half hollend, half struikelend naar binnen komen. Hun uniformen zaten scheef, onder de modder, en een van de officieren had een lelijke snee in zijn voorhoofd. Midden in de groep liep een onvoorstelbaar smerige man in een versleten corduroy pak, die hevig tegenstribbelde. Zijn lange grijze haar zat vol klitten en vertoonde strepen vuil en bloed. Rond zijn nek hing een grote ketting van turkoois en zijn vieze baard kwam tot op zijn geboeide polsen.
'We hebben de leider van die groep oproerkraaiers!' hijgde een van de agenten terwijl ze de vechtende man naar de korpschef toe sleepten.
D'Agosta keek ongelovig toe. 'Dat is Mefisto!' riep hij.
'O?' zei Horlocker sarcastisch. 'Een vriend van je?' 'Zeg maar een kennis,' antwoordde Pendergast. Margo zag hoe Mefisto's starende blik van D'Agosta naar Pendergast gleed. Plotseling herkende hij hen met zijn doordringende ogen en zijn gezicht kleurde donker.
'Jullie!' siste hij. 'Bleekscheet! Jullie waren spionnen! Verraders! Juten!' Met een plotselinge, vreselijke kracht vocht hij zich vrij, maar werd weer snel op de grond gesmeten en vastgezet. Hij verzette zich uit alle macht en hief zijn geboeide handen. 'Judas!' spuwde hij in Pendergasts richting.
'Volslagen krankzinnig,' zei Horlocker met een blik op de groep die op de tegelvloer lag te worstelen.
'Niet echt,' antwoordde Pendergast. 'Zou u zelf anders handelen als iemand u zojuist met gas had bestookt en uit uw huis verjaagd?' Mefisto viel weer uit.
'Houd hem vast, in godsnaam,' snauwde Horlocker, en hij stapte buiten bereik van het vechtende kluwen. Toen wendde hij zich tot Pendergast. 'Nou, eens even kijken of ik dit begrijp,' zei hij met beledigende vriendelijkheid, een parodie op een vader die een dom zoontje iets ging uitleggen. 'Dus jij wilt de Astor Tunnels opblazen, nietwaar?' 'Niet de tunnels zelf, maar de uitgangen van de tunnels,' antwoordde Pendergast zonder acht te slaan op het sarcasme. 'Het is van groot belang dat we voorkomen dat er water uit de vijver de oceaan in kan stromen. Maar misschien vangen we twee vliegen in één klap en kunnen we de bewoners van de Astor Tunnels verjagen en tegelijk voorkomen dat het reovirus ontsnapt. Het enige dat we hoeven te doen is het water achtenveertig uur te laten staan terwijl het bestrijdingsmiddel zijn werk doet.'
Uit haar ooghoek zag Margo dat Mefisto kalmeerde.
'We kunnen een team van duikers de afvoerkanalen van de rivier in sturen,' sprak Pendergast verder. 'De route naar de uitvloei van de Astor is relatief eenvoudig.' Horlocker schudde zijn hoofd.
'Ik heb het hele systeem zorgvuldig bestudeerd. Wanneer de Astor Tunnels vollopen, gaat het overtollige water naar de West Side Lateral. Daar moeten we de zaak blokkeren met explosieven.' 'Dit is niet te geloven,' zei Horlocker. Hij liet zijn hoofd zakken en legde het op de knokkels van zijn handen.
'Maar misschien is dat nog niet genoeg,' dacht Pendergast hardop verder, zonder aandacht te schenken aan Horlocker. 'Voor de zekerheid zouden we ook van bovenaf de Duivelszolder moeten afsluiten. Volgens de kaarten vormen de Flessenhals en de afvloeikanalen een gesloten systeem tot aan de parkvijver, dus het enige dat we hoeven te doen om het water op te vangen is het verzegelen van alle ontsnappingsroutes daar rechtonder. Dan kunnen de wezens ook niet in een of andere luchtzak mee naar buiten gespoeld worden.' Horlocker keek nietszeggend voor zich uit. Pendergast zocht pen en papier en tekende snel een schema. 'Ziet u dat?' vroeg hij. 'Het water stroomt door de Flessenhals, hier. Het tweede team gaat van bovenaf naar beneden en blokkeert alle uitgangen rechtstreeks onder de Flessenhals. Een paar niveaus dieper ligt de Duivelszolder en de afvoerkanalen die uitkomen in de rivier.' Hij keek op. 'Dan komt het water vast te zitten in de Astor Tunnels en kunnen de Rimpelaars niet meer vluchten. Geen enkele kant uit.'
De figuur in handboeien liet een laag gejank horen waarvan Margo's nekharen overeind gingen staan.
'Uiteraard zal ik zelf het tweede team moeten leiden,' ging Pendergast kalm verder. 'Ze zullen een gids nodig hebben, en ik ben daar al een keer geweest. Ik heb een ruwe kaart, en ik heb de stadsplattegronden bestudeerd voor de waterwerken dichter bij de oppervlakte. In principe zou ik alleen willen gaan, maar ik heb een paar man nodig om de explosieven te dragen.'
'Dat lukt je niet, Judas,' raspte Mefisto. 'Je redt het nooit op tijd bij de Duivelszolder te komen.'
Plotseling keek Horlocker op en sloeg met zijn vuist op tafel. 'Genoeg,' snauwde hij. 'Het speelkwartier is over. Pendergast, ik heb hier een crisis op te lossen. Eruit.'
'Alleen ik ken de tunnels goed genoeg om jou daar voor middernacht naar binnen en naar buiten te krijgen,' siste Mefisto met een intense blik op Pendergast.
Pendergast keek terug, een schattende blik op zijn gezicht. 'Daar kon je weleens gelijk in hebben,' zei hij uiteindelijk. 'Genoeg,' snauwde Horlocker naar de groep agenten die Mefisto hadden binnengebracht. 'Breng hem weg. Met hem rekenen we af als de hele toestand voorbij is.'
'En wat wil jij dan in ruil?' vroeg Pendergast aan Mefisto.
'Een plek om te leven. Geen gesodemieter meer. De grieven van mijn mensen rechtgezet.'
Pendergast keek Mefisto nadenkend aan, met een ondoorgrondelijke uitdrukking op zijn gezicht.
'Ik zei, breng die man weg, verdomme' brulde Horlocker. De agenten trokken Mefisto overeind en begonnen hem naar de deur te slepen.
'Blijf staan,' zei Pendergast. Hij sprak zonder stemverheffing, maar de toon was zo commanderend dat de agenten instinctief bleven staan. Horlocker draaide zich om. Aan zijn slaap klopte een ader. 'Wat krijgen we nou?' zei hij, bijna fluisterend.
'Chef Horlocker, ik neem deze persoon van u over vanuit mijn positie als federaal agent van de regering der Verenigde Staten.' 'Gelul,' antwoordde Horlocker.
'Pendergast!' siste Margo. 'We hebben nog maar twee uur!' De FBI-agent knikte en richtte zich tot Horlocker. 'Ik zou graag blijven voor een vriendelijk gesprek, maar ik vrees dat ik geen tijd meer heb,' zei hij. 'Vincent, wil jij deze heren verzoeken om de sleutel van de handboeien.'
Pendergast wendde zich tot het kluwen agenten. 'Jij, daar. Geef mij die man.'
'Niet doen!' schreeuwde Horlocker.
'Meneer,' zei een van de agenten, 'tegen de FBI begin je niets, meneer.' Pendergast liep naar de sjofele figuur toe die nu naast D'Agosta stond en zijn polsen wreef. 'Meneer Mefisto,' zei hij zacht, 'ik weet niet wat voor rol u hebt gespeeld bij de gebeurtenissen van vandaag, en ik kan u uw persoonlijke vrijheid niet garanderen. Maar als u mij nu helpt, kunnen we ons misschien ontdoen van de moordenaars die uw gemeenschap als prooi beschouwen. En ik geef u mijn persoonlijke garantie dat uw eisen om rechten voor de daklozen zullen worden aangehoord.' Hij stak zijn hand uit.
Mefisto kneep zijn ogen samen. 'Je hebt al eens tegen me gelogen,' siste hij.
'Dat was de enige manier om met u in contact te komen,' zei Pendergast, nog steeds met uitgestoken hand. 'Dit is geen strijd tussen arm en rijk. Misschien was het dat ooit, maar nu niet meer. Als deze opdracht mislukt, gaan we allemaal naar de verdoemenis: Park Avenue en Route 666 samen.'
Lange tijd bleef het stil. Uiteindelijk knikte Mefisto zwijgend. 'Wat ontroerend,' zei Horlocker. 'Ik hoop dat jullie allemaal verzuipen in de stront.'