51

De dienstdoende FBI-agent in het arsenaal leunde achterover, zijn neus verstopt in Soldier of Fortune en zijn stoel gevaarlijk in evenwicht op de twee achterpoten. Margo zag zijn ogen boven de rand van het tijdschrift opengaan toen ze eraan kwamen. Waarschijnlijk was hij er niet aan gewend om een onooglijke man met wilde blik en een verwaarloosde baard te zien rondlopen door het hoofdkwartier van de FBI, met een jonge vrouw en een gedrongen man achter zich aan. Ze zag dat hij zijn ogen plotseling samenkneep terwijl zijn neusvleugels trilden. Een vleugje Mefisto opgesnoven, dacht Margo. 'Wat kan ik in godsnaam doen voor u, eh... heren?' vroeg de bewaker terwijl hij het tijdschrift liet zakken en de stoel langzaam naar voren bracht.

'Ze horen bij mij,' zei Pendergast energiek. Hij kwam naar voren en liet zijn badge zien. Maar de man had hem al gezien en sprong overeind, zodat het tijdschrift over de vloer zeilde. 'Ik zal een of ander opdrachtformulier moeten tekenen,' zei Pendergast.

'Uiteraard, ik zorg er meteen voor, meneer,' stamelde de agent. Hij opende de sloten onder en boven aan de metalen deur achter hem en zwaaide die open. Margo stapte de daarachter gelegen grote ruimte binnen. De ene na de andere rij kasten reikte in een geordende processie tot aan het lage plafond. 'Wat is dit allemaal?' vroeg ze terwijl ze achter Pendergast aan door de dichtstbijzijnde gang liepen.

'Noodvoorraden,' kwam het antwoord. 'Voedsel, medische benodigdheden, gebotteld water, voedingssupplementen, dekens en beddengoed, reserveonderdelen voor de meest belangrijke systemen, brandstof.'

'Jullie hebben hier genoeg liggen om een beleg te doorstaan,' mompelde D'Agosta.

'Dat is dan ook precies de bedoeling, inspecteur,' zei Pendergast terwijl hij naar een kleine metalen deur in de achterste wand liep, een code intoetste en de deur opengooide. Daarachter lag een nauwe gang. Langs weerszijden liepen rijen roestvrijstalen kastjes met plexiglas etiketten op de voorzijden gegraveerd. Margo liep de ruimte binnen en bleef staan om te kijken wat op enkele van de dichtstbijzijnde etiketten stond: M-216/xm-148, car-15/sm- 177e2, kevlar s-m, kevlar1-xxl. 'De agent en zijn speelgoed,' zei Mefisto.

Pendergast liep snel het gangpad door en bleef staan bij een kast die hij opende en waar hij drie doorzichtige kunststof maskers uit haalde met daaraan kleine zuurstofpatronen. Een hield hij er zelf, de andere gooide hij naar D'Agosta en Mefisto.

'Voor het geval je zin krijgt om onderweg nog een paar ondergrondse bewoners te vergassen?' zei Mefisto terwijl hij het masker onhandig opving met zijn geboeide handen. 'Ik heb me laten vertellen dat dat heel amusant is.'

Pendergast bleef staan en richtte zich tot de dakloze. 'Ik weet dat je mensen volgens jou slecht behandeld zijn door de politie,' zei hij rustig. 'En toevallig ben ik dat met je eens. Je zult me gewoon op mijn woord moeten geloven als ik zeg dat ik daar niets mee van doen had.' 'Janus met het dubbele aangezicht spreekt weer. De burgemeester van Grant's Graf, jazeker. Ik had moeten weten dat dat een hoop gelul was.'

'Jouw eigen paranoia en afzondering maakten mijn list nodig,' zei Pendergast. Hij opende meer kasten en haalde er een hoofdband met een lamp uit, een paar brillen met lange lenshouders die naar Margo aannam nachtbrillen waren, en een paar lange gele patronen die ze niet herkende. 'Ik beschouw jou niet, en ik heb je nooit beschouwd als een vijand.' 'Maak die boeien dan los.' 'Niet doen,' waarschuwde D'Agosta.

Pendergast was bezig een paar speciale messen uit een kast te halen, maar bleef halverwege zijn beweging steken. Toen dolf hij in de borstzak van zijn zwarte pak, stapte naar voren en maakte met een snelle polsbeweging de handboeien los. Met een minachtend gebaar gooide Mefisto ze de smalle gang in.

'Wou je wat houtsnijden als je toch daar beneden bent, Bleekscheet?' vroeg hij. 'Die speciale zakmesjes die je daar hebt, zullen je niet veel verder helpen tegen de Rimpelaars. Misschien kun je ze er een beetje mee kietelen.'

'Ik hoop dat we geen inwoners van de Astor Tunnels zullen tegenkomen,' zei Pendergast met zijn hoofd in de kast terwijl hij een stel revolvers in zijn broekband stak. 'Maar ik heb al wel geleerd dat het goed is om overal op voorbereid te zijn.'

'Nou, veel plezier op de jacht, FBI-man. Daarna kunnen we misschien thee gaan drinken bij Route 666, wat bijpraten, misschien kun je je trofeeën laten opzetten.'

Pendergast liep weg van de kast en kwam langzaam op Mefisto af.

'Wat kan ik doen, wat moet ik precies doen om jou te overtuigen van de ernst van deze situatie?' vroeg hij met zijn gezicht vlak bij dat van de daklozenleider. Hij sprak op zachte toon maar zijn stem had een scherp randje dat op een of andere manier dreigend overkwam. Mefisto deed een stap naar achteren. 'Als je dat wilt, zul je me moeten vertrouwen.'

'Als ik je niet vertrouwde,' antwoordde Pendergast, 'had ik die handboeien niet losgemaakt.'

'Bewijs het dan,' zei Mefisto, die al snel zijn evenwicht hervonden had. 'Geef mij een pistool. Een van die mooie glanzende Stoners die ik daar in die kast zag liggen. Of tenminste een twaalf-millimeter. Als jullie om zeep geholpen worden, wil ik een kans om zelf te overleven.'

'Pendergast, doe niet zo krankzinnig,' zei D'Agosta. 'Die vent is gestoord. Vandaag ziet hij voor het eerst daglicht sinds George Bush president was, god nog aan toe.'

'Hoe snel kun jij ons naar de Astor Tunnels brengen?' vroeg Pendergast.

'Anderhalf uur, misschien. Als je het niet erg vindt om onderweg natte voeten te krijgen.'

Het bleef stil. 'Je schijnt verstand te hebben van wapens. Heb je enige ervaring?'

'Zevende korps infanterie, verkenning. In de IJzeren Driehoek gewond geraakt ter meerdere eer en glorie van de verdomde Verenigde Staten van Amerika.' Margo keek vol afschuw en tegelijkertijd geboeid toe hoe Mefisto zijn smerige broek losknoopte en liet zakken, zodat een bobbelig litteken zichtbaar werd dat over zijn buik en dijbeen liep en eindigde in een grote knoop van littekenweefsel. 'Ze moesten de zaken eerst terugproppen voordat ze me op de brancard konden leggen,' zei hij met een scheve grijns.

Pendergast bleef een tijdlang zwijgen. Toen draaide hij zich om, opende een andere kast en haalde er twee automatische wapens uit. Een slingerde hij over zijn rechterarm, het ander wierp hij D'Agosta toe. Daarna haalde hij een patroonhuls met 00-hagel en een stompvormig automatisch pistool te voorschijn. Hij sloot de kast, draaide zich om en gaf het wapen aan Mefisto.

'Stel me niet teleur, soldaat,' zei hij met zijn hand nog op de loop. Mefisto trok het wapen uit Pendergasts handen en duwde het magazijn erin, zonder iets te zeggen.

Margo begon een verontrustend patroon op te merken: Pendergast had een heleboel uitrustingsstukken te voorschijn gehaald, maar niets daarvan leek zijn weg naar haar te vinden. 'Wacht eens even,' zei ze.

'En ik dan? Waar zijn mijn spullen?'

'Ik ben bang dat u niet meegaat,' zei Pendergast terwijl hij kogelvrije vesten uit de kast haalde en de maten controleerde. 'Wie zegt dat?' wilde Margo weten. 'Omdat ik een vrouw ben?' 'Dr. Green, alstublieft. U weet heel goed dat het daar niets mee te maken heeft. U hebt geen ervaring in dit soort politie-acties.' Pendergast begon in een andere kast te graven. 'Hier, Vincent, neem jij deze voor je rekening, wil je?'

'M-26 fragmentatiegranaten,' zei D'Agosta die ze voorzichtig aanpakte. 'Je hebt hier voldoende vuurkracht om China binnen te vallen, maat.'

'Geen ervaring?' echode Margo zonder op D'Agosta te letten. 'Ik ben degene die jou daar in het museum het leven gered heeft, weet je nog? Als ik er niet geweest was, was jij allang gereduceerd tot Mbwun-keutels.'

'Dat zal ik als eerste toegeven, dr. Green,' antwoordde Pendergast terwijl hij zich in een rugzak met een lange slang en een eigenaardige spuitkop hees.

'Ga me nou niet vertellen dat dat een vlammenwerper is,' zei D'Agosta.

'ATB FastFire, als ik me niet vergis,' zei Mefisto. 'Toen ik nog een groentje was, noemden we dat spul dat eruit komt paarse mist. Het sadistische wapen van een in moreel opzicht failliete republiek.' Hij wierp een onderzoekende blik in een van de open kasten.

'Ik ben antropoloog,' zei Margo. 'Ik ken die wezens beter dan wie dan ook. Jullie zullen mijn vakkennis nodig hebben.'

'Niet zó nodig dat u uw leven moet riskeren,' zei Pendergast. 'Dr. Frock is ook antropoloog. Zullen we hem in zijn rolstoel meevoeren en zijn geleerde mening over de zaken vragen?'

'Ik ben degene die dit alles ontdekt heeft. Weet je nog wel?' Margo besefte dat ze haar stem verhief.

'Ze heeft gelijk,' zei D'Agosta. 'Zonder haar stonden we hier niet.' 'Dat geeft ons niet het recht om haar nog verder bij de zaken te betrekken,' antwoordde Pendergast. 'Trouwens, ze is nooit ondergronds geweest en ze is geen agent.'

'Luister!' schreeuwde Margo. 'Vergeet die vakkennis. Vergeet hoe ik jullie in het verleden geholpen heb. Ik ben een prima scherpschutter. D'Agosta hier kan dat beamen. En ik zal jullie niet ophouden, ook. Het zal eerder zo zijn dat jullie je best moeten doen om mij bij te houden. Het komt hierop neer: als jullie daar beneden in de problemen komen, telt iedere extra kracht mee.'

Pendergast richtte zijn bleekblauwe ogen op haar en Margo voelde de scherpe kracht van zijn blik die haar gedachten bijna leek af te tasten. 'Vanwaar die uitgesproken behoefte, dr. Green?' vroeg hij. 'Omdat...' Plotseling zweeg Margo en ze vroeg zich af waarom ze in feite wilde afdalen in die onderwereld. Het zou veel eenvoudiger zijn om hun succes te wensen, het gebouw uit te lopen, naar huis te wandelen, eten te bestellen bij het Thaise restaurant op de hoek en te beginnen aan die roman van Thackeray die er al een maand lag. Toen besefte ze dat het geen kwestie van behoefte was. Anderhalf jaar geleden had ze Mbwun in het gezicht gekeken, haar beeld weerspiegeld gezien in zijn dierlijke rode ogen. Samen hadden zij en Pendergast het dier gedood. En ze had gedacht dat het voorbij was. Dat hadden ze allemaal gedacht. Nu wist ze beter. 'Een paar maanden geleden,' zei ze, 'probeerde Greg Kawakita contact met me op te nemen. Ik heb nooit de moeite genomen om te reageren. Als ik dat gedaan had, was al deze ellende misschien te voorkomen geweest.' Ze zweeg even. 'Ik heb er behoefte aan deze toestand tot een einde te brengen.' Pendergast bleef haar vorsend aankijken.

'Jij hebt me weer bij deze zaak betrokken, verdomme!' Margo richtte zich nu tot D'Agosta. 'Dat was wel het laatste dat ik wilde. Maar nu ik hier ben, wil ik het ook kunnen afsluiten!' 'Ook daarin heeft ze gelijk,' zei D'Agosta. 'Ik heb haar inderdaad bij het onderzoek gehaald.'

Pendergast legde met een voor hem onverwacht fysiek gebaar zijn handen op Margo's schouders. 'Margo, alsjeblieft,' zei hij. 'Probeer het te begrijpen. Daar in het museum hadden we geen keuze. We zaten al in de val met Mbwun. Dit is anders. We lopen willens en wetens het gevaar tegemoet. Jij bent een burger. Sorry, maar zo is het nu eenmaal.'

'Voor deze ene keer ben ik het met burgemeester Bleekscheet eens.' Mefisto keek Margo aan. 'Jij lijkt me een integer persoon. Dat betekent dat je niet thuishoort in dit gezelschap. Laat ze hun eigen officiële kloten maar laten afschieten.'

Pendergast keek Margo nog even aan. Toen liet hij zijn handen zakken en wendde zich tot Mefisto. 'Hoe gaan we?' vroeg hij. 'Via de Lexington-lijn, onder Bloomingdale's,' kwam het antwoord. 'Daar ligt een verlaten schacht, een halve kilometer ten noorden aan de snellijn. Gaat recht het park in en dan naar de Flessenhals.' 'Christus,' zei D'Agosta. 'Misschien hebben de Rimpelaars op die manier een hinderlaag gelegd voor die metro.'

'Misschien.' Pendergast bleef even zwijgen, als in gedachten verzonken. 'We moeten de explosieven uit sectie c halen,' zei hij toen abrupt. Hij liep naar de deur. 'Kom op. We hebben maar twee uur.' 'Kom op, Margo,' zei D'Agosta over zijn schouder terwijl hij achter Pendergast aan draafde. 'We lopen zover met je mee.' Margo stond roerloos en keek hoe de drie met grote passen naar de buitendeur van het arsenaal beenden. 'Shit!' riep ze gefrustreerd en woedend. Ze smeet haar tas op de vloer en schopte uit alle macht tegen de dichtstbijzijnde kast. Toen liet ze zich op de grond zakken en legde haar hoofd in haar handen.