38
‘Schiet op, schiet op, schiet op…’ Logan kon niet wachten totdat de liftdeuren opengingen. Had hij de trap maar genomen. Ping: eruit, rechtsaf, door de klapdeuren, als een speer door de gang naar de kamer van commissaris Bain. Blij dat hij eindelijk goed nieuws te melden had.
De deur was dicht, maar hij kon horen dat binnen een verhitte discussie gaande was.
Inspecteur Steel: ‘Hoe haal je het in je hoofd?’
Commissaris Bain: ‘Toe nou, wat had ik dan moeten doen? Zijn vrouw is bij hem weg. Ze heeft de kinderen meegenomen. Hij heeft afleiding nodig.’
Logan besloot niet te kloppen en koos in plaats daarvan voor een rol als luistervink.
‘Hij is in de rouw. Hij kan niet logisch denken. Hij is gevaarlijk, verdomme!’
‘Hij heeft erom gesmeekt, nou goed! Hij heeft me gesmeekt hem weer aan het werk te laten gaan en…’
‘Hij hoort hier helemaal niet te zijn! En dat bedoel ik echt niet negatief, maar hij heeft tijd nodig. Als je hem te veel onder druk zet gaat hij eraan onderdoor.’
‘Hij mag alleen maar licht werk doen. Administratie, oude dossiers afhandelen, dat soort dingen. Ik heb hem expliciet verboden zich met de Vleesmeester-zaak en met die Wiseman bezig te houden. Dat is…’
‘Hou kun je nou zo stom zijn? Geloof je nou echt…’
‘Inspecteur! Zo is het genoeg. Je bent…’
Logan klopte op de deur voordat de commissaris iets kon zeggen waar Steel spijt van zou krijgen. Er viel een gespannen stilte. Toen: ‘Binnen.’
Toen Logan de deur opende stonden ze als kemphanen tegenover elkaar. Neus aan neus.
De commissaris keek hem niet aan. ‘Ik hoop dat dit belangrijk is, brigadier.’
‘We hebben iets gevonden op de beelden van de bewakingscamera's.’
‘Wat, je bedoelt die van het abattoir?’
Steel keek haar superieur aan alsof hij een idioot was. ‘Nee, die van Sneeuwwitje en de zeven dwergen! Natúúrlijk bedoelt hij het abattoir!’ Ze draaide zich om en marcheerde de gang in, na in het voorbijgaan Logan aan zijn mouw te hebben getrokken. ‘Dat werd tijd.’
Vijf minuten later zat iedereen gekluisterd rondom het oude, krakkemikkige televisietoestel dat iemand op een karretje met wieltjes naar binnen had gereden. Commisaris Bain gaf Rennie opdracht het beeld stil te zetten: het was avond en halverwege de vleesverwerkingsafdeling en de schuur waar de ingezouten huiden werden bewaard was een man zichtbaar. Hij droeg een dik gewatteerd jack en een donkere wollen muts. Over zijn schouder hing een zwaar uitziende weekendtas.
Inspecteur Steel keek naar de flikkerende datum- en tijdsaanduiding in de hoek. ‘Wanneer was dit?’
Rennie wierp een blik op een klembord. ‘Vrijdagavond, twee minuten voor halftwaalf. De bewakers nemen dan vaak al even een theepauze. De officiële pauze is om middernacht, maar soms stoppen ze eerder als er niemand in de buurt is die er wat van kan zeggen. Het is zesendertig uur na het tijdstip waarop Tom Stephen volgens de patholoog ongeveer om het leven moet zijn gebracht.’
Hij drukte weer op de afspeelknop en de figuur bewoog zich verder langs de schuur. Eén beeldje per twee seconden: het leek wel op een goedkope Canadese animatiefilm. Ten slotte verdween hij door het hek en de haag van coniferen.
‘Godallemachtig…’ Steel gaf Rennie een tik op zijn schouder. ‘Waarom heeft niemand dit eerder opgemerkt?’
‘Au!’
Bain zei dat Rennie moest ophouden met jammeren en gaf hem opdracht het materiaal naar de audiovisuele afdeling te brengen. ‘Ik wil dat het gezicht van die man wordt uitvergroot. Zeg ze maar dat dit absolute prioriteit heeft, begrepen?’
De agent salueerde en drukte op de uitwerpknop.
‘Verder wil ik dat jullie de lijst met medewerkers van het abattoir doornemen. Zorg dat je iemand vindt die erop lijkt.’ Hij glimlachte. ‘Ein delijk. We hebben we hem!’
Logan stond buiten op de parkeerplaats achter het hoofdbureau en probeerde hoofdcommissaris Faulds te bereiken op diens mobiele telefoon. Hij kreeg een anonieme elektronische meldtekst. In plaats van een boodschap in te spreken probeerde hij het nummer dat Faulds hem had gegeven voor Lloyd House, het hoofdbureau van Birmingham.
‘Politie West-Midlands, wat kan ik voor u doen?’
Hij vroeg te worden doorverbonden maar kwam terecht in de wachtmuziekhel. Totdat hij eindelijk een mens van vlees en bloed te spreken kreeg die hem meedeelde dat Faulds een paar dagen vrij had genomen, maar dat hij woensdag weer terug zou zijn. Wilde Logan misschien een boodschap achterlaten?
‘Ja. Wilt u hem vertellen dat we een verdachte hebben? Een zekere Marek Kowalczyk. Hij werkt in het abattoir waar we de lichaamsdelen hebben gevonden.’
Alec liep door de achterdeur het parkeerterrein op, met een grijns van oor tot oor en een uitpuilend steekwapenbestendig vest onder zijn parka. ‘Dit wordt een te gekke finale voor het programma!’
Logan bedankte de brigadier aan de andere kant van de lijn en verbrak de verbinding. ‘Je realiseert je toch wel dat dit hoogstwaarschijnlijk betekent dat we uren in een auto moeten zitten wachten of er misschien iets gebeurt? Hoogstwaarschijnlijk tevergeefs?’
‘Waar is je gevoel voor avontuur gebleven? Dit is gewoon super!’
Ach, hij wist niet beter.