57
Logan probeerde de belastingdienst, maar daar wilde niemand hem te woord staan zolang hij geen gerechtelijk bevel kon overleggen. Bij de bank van Elizabeth Nichol kreeg hij hetzelfde te horen, dus gaf hij het op en belde de agente die ze erop uit hadden gestuurd om het beschadig de huis van de vrouw te bewaken. Hij vroeg haar te zoeken naar loonstrookjes en bankafschriften.
Twintig minuten later belde de agente terug met de naam van een transportbedrijf in Inverurie en een klacht over de hordes pers- en televisiemuskieten die de straat waar Nichol woonde onveilig maakten. ‘Ik heb twee van die eikels al uit de tuin weg moeten jagen. Een beetje versterking zou geen kwaad kunnen!’
Logan antwoordde dat hij zijn best zou doen, hing op en belde het transportbedrijf.
‘Hallo, met Garioch United International Distribution Limited, goede morgen. Wat kan ik voor u doen?’
Het duurde even, maar uiteindelijk slaagde Logan erin de telefoniste zover te krijgen dat ze hem doorverbond met degene die de leiding had.
‘Jezus, wat nou weer?’
‘Meneer Arthur? U spreekt met brigadier…’
‘Hebben jullie dan helemaal niets beters te doen? Ik heb uw collega alles al verteld, nou goed? En als u het niet erg vindt, ik heb zometeen een golfafspraak…’
‘Met wie hebt u toen gesproken?’
‘Een vrouw. Hoe heette ze ook al weer…’ Er klonk wat geritsel van papieren. ‘Michelle? Nee, Munro. Ze wilde van alles weten over een vrouw die hier heeft gewerkt. Elizabeth Nichol.’
‘Werkt die dan nu niet meer bij u?’
‘We hebben een paar maanden geleden afscheid van haar moeten nemen. Jammer, ze was al acht jaar bij ons… Hoor eens, dit heb ik allemaal al verteld en…’
‘Wat was haar functie?’
‘Chauffeur. Vracht- en bestelwagens. Ze reed veel voor ons naar Oost-Europa, voordat we dat vervloekte contract verloren.’
Dat verklaarde de verzameling sneeuwbollen uit landen met onuitspreekbare namen.
‘Wat hebt u agent Munro nog meer verteld?’
‘Ze wilde een lijst van alle ritten die Elizabeth heeft gemaakt, alle bestemmingen, klanten, data, enzovoort. Alsof we niets beters te doen hebben dan…’
‘U weet toch wel dat ze wordt vermist? Ze is ontvoerd, haar huisraad is vernield en er is ook een politieagente verdwenen; allebei hun levens lopen gevaar. Dat lijkt me belangrijker dan een potje golf, of niet soms?’
Er viel een ongemakkelijke stilte. Toen zei de man: ‘Wat hebt u nodig?’
‘Alles wat agent Munro u heeft gevraagd, en ook een lijst met de gegevens van al uw medewerkers. En nóg iets: kent u mevrouw Nichol goed?’
‘Een prima vrouw, een beetje te zachtaardig soms, met al dat liefdadigheidswerk enzo. Ze was altijd wel ergens vrijwilliger of zamelde geld in voor het een of andere goede doel.’ Hij zweeg even. ‘Is ze écht ontvoerd?’
‘Ja.’ Logan trok een kladblok uit de stapel paperassen op zijn bureau en begon vragen te stellen.
Toen Faulds zijn opwachting eenmaal maakte was Logan al aantekeningen aan het maken op het whiteboard. ‘Wil je een kop thee?’ vroeg de hoofdcommissaris. ‘Ik heb een pak vruchtenkoekjes meegenomen.’ Hij liet een plastic tas van Marks & Spencer op tafel vallen en trok zijn jas uit. ‘Het regent pijpenstelen.’
Logan deed een stap achteruit en bekeek zijn werkstuk: een lijstje namen van vrienden en kennissen van Elizabeth Nichol. Het was niet bepaald volledig, maar het was alles wat hij via de personeelsgegevens van Garioch United International Distribution had kunnen achterhalen. In ieder geval hadden ze nu iets waarmee ze de laatste gangen van Elizabeth in kaart konden brengen. Ernaast had hij nog twee kolommen opgezet, een: ‘BROER – JIMMY’ en de andere: ‘ZUS – KELLEY’, met eronder een paar vraagtekens. Van Rennie had hij nog niets gehoord.
‘Ik vroeg of je een kop thee wilde.’
‘Wat?’ Logan keek weg van het whiteboard. ‘O, dank je. Hoe was het bij de afdeling Interne Zaken?’
‘Ik had niet gedacht ooit nog te maken te krijgen met dat soort spekzolen…’ Faulds keek naar het whiteboard. ‘Wat betekent Garry-otch United dinges?’
‘Je spreekt het uit als “Gierie”, het gebied rondom Inverurie. Elizabeth Nichol werkt daar. Of liever gezegd, ze hééft er gewerkt.’
‘Gierie? Waarom spel je het dan als “Garry-otch”?’ Hij liep rond en verzamelde de lege theemokken. ‘De bewegwijzering in dit gedeelte van het land is een ramp, daar word je als bezoeker helemaal gek van,’ mompelde hij, terwijl hij de kamer uit liep.
Logan probeerde Rennie te pakken te krijgen op zijn mobiele telefoon. Hij hoorde het getik van bestek op aardewerk, gevloek en vervolgens de stem van de rechercheur: ‘Ik ben aan het lunchen.’
‘Jimmy en Kelley Nichol.’
‘Ik mag toch zeker wel even lunchen? Zelfs moordenaars hebben recht op hun lunch.’
‘Heb je ze gevonden?’
‘Nee, ik heb hun namen op alle mogelijke manieren gespeld maar ze staan in geen enkel systeem. Misschien zijn ze geëmigreerd omdat iemand ze niet rustig hun viskoekjes liet opeten.’
Logan verbrak de verbinding en probeerde het zelf, maar Rennie had gelijk: in het landelijke computersysteem van de politie kwamen Jimmy en Kelley niet voor.
Hij verbreedde de zoekcriteria en probeerde het geboorteregister, maar de database ging niet ver genoeg terug. Dus ging hij op zoek naar haar ouders. Munro had hun namen doorgegeven toen ze de meldkamer de afgelopen donderdagmiddag voor de tweede keer had gebeld. Het was waarschijnlijk een van de laatste dingen die ze had gedaan voor dat de Vleesmeester haar te pakken had gekregen.
Volgens de computer waren Edward en Sheila allebei in 1970 om het leven gekomen bij een auto-ongeluk. Dus daar had hij ook weinig…
Edward en Sheila… auto-ongeluk… Logan leunde achterover in zijn stoel en vroeg zich af waarom hem dat bekend voorkwam. Het had iets te maken met Steel en Alec en dode mannen met grappige bakkebaarden… kon geen kinderen krijgen dus adopteerden ze een klein meisje uit een gebroken gezin…
Logan greep zijn telefoon en begon in zijn notitieboekje te zoeken naar het telefoonnummer van de kleine oude man die hen had rondgeleid door Trinity Hall.
De kasmeester van het Vleesmeestersgilde nam op nadat de telefoon vier keer was overgegaan. ‘Met Ewan Morton.’ Het zangerige stemgeluid van iemand uit het koninkrijk Fife.
‘Meneer Morton, brigadier McRae hier. We hebben elkaar vorige keer ontmoet, weet u nog wel? U vertelde me toen het een en ander over uw mentor…’
‘Brigadier McRae, hoe maakt u het? Tja, ik heb alles over de zaak gelezen in de krant. Wat vreselijk allemaal.’
‘Die mentor van u, Edward, wat was zijn achternaam?’
‘Nichol. Edward Nichol.’ Hij zweeg. ‘Hoezo?’
‘En het meisje dat hij heeft geadopteerd?’
‘Elizabeth? Een schattig meisje. Ze is nog op ons zilveren bruidsfeest geweest en…’
‘Heeft Elizabeth het wel eens over haar broer en zus gehad?’
‘Die had ze helemaal niet… O, u bedoelt voordat was geadopteerd. Ze had altijd nachtmerries over haar broer. Ik kan me nog herinneren dat Edward zei dat ze midden in de nacht vaak gillend wakker werd. Als ik het goed begrepen heb had hij veel weg van hun… Hoe noemen ze dat tegenwoordig? Hun biologische vader? Hoe dan ook, als kind heeft ze het niet bepaald gemakkelijk gehad, dus…’
‘Weet u misschien hoe ze oorspronkelijk heette?’
De oude man leek een beetje zenuwachtig te worden. ‘Ik… Nee, dat kan ik me niet…. Zeg, waar gaat dit eigenijk precies over?’
‘Het is belangrijk.’
Een zucht. ‘Volgens mij was het iemand die niet was aangesloten bij het gilde, maar er wel iets mee te maken had, als u begrijpt wat ik bedoel.’
‘Zou u dat voor me uit kunnen zoeken?’
‘Wat? Nou… Eigenlijk heb ik zometeen een afspraak met mijn chiropodist…’
‘Ik dacht dat u altijd al eens had willen helpen bij een moordonderzoek.’
Ewan Mortons zangerige stem klonk plotseling vastberaden. ‘Maak u geen zorgen, u kunt op me rekenen.’ Wat maakten die paar eeltknobbels ook uit?
De kasmeester van de Vleesmeesters kwam zijn belofte na. Twintig minuten later belde hij terug. Hij klonk buiten adem. ‘Ik ben naar… naar Trinity Hall geweest… daar… heb ik alle… archieven doorgenomen… vanaf 1966.’ Hij viel even stil.
‘Meneer Morton? Gaat het wel?’
‘Alleen maar een beetje angina… Volgens de archieven heeft Edward de dochter van een zekere James Souter geadopteerd. Hij was geen lid van het gilde maar hij werkte in een slachthuis als assistent.’ Er viel opnieuw een stilte en Logan hoorde op het achtergrond het geluid van een respirator. ‘Er staat hier dat hij een bedrijfsongeval heeft gehad; zijn mouw kwam in een machine terecht en hij verloor het grootste deel van zijn arm. De gemeente heeft zich toen over Elizabeth ontfermd en Edward heeft haar geadopteerd.’
Logan maakte notities in zijn opschrijfboekje. ‘En die broer en zus? Hebt u ook kunnen achterhalen wat er met hen is gebeurd?’
‘Nee… alleen Elizabeth.’
‘Nou, dankuwel, u hebt me fantastisch geholpen.’ Maar juist toen Logan wilde ophangen realiseerde hij zich dat er iets was wat hij nog niet had gevraagd. ‘Waar was dat slachthuis waar Souter werkte? Hoe heette dat?’
‘Het stond op de plek waar nu dat grote, nieuwe slachthuis staat. Hoe heet het nou… Ik begin een beetje vergeetachtig te worden… Het is in Turriff. Het heeft in alle kranten gestaan.’
‘Alaba Farm Fresh Meats.’ Bingo.
‘Precies, die bedoel ik. Al heb ik nooit begrepen waarom ze “Alba” niet goed konden spellen. Je zou toch denken dat iemand ze daar wel eens op had kunnen wijzen.’
Logan stormde de grote recherchekamer binnen. Commissaris Bain en Faulds waren in een intense conversatie verwikkeld, terwijl de kleine Alec met zijn lensdop speelde. Erop, eraf, erop, eraf.
Toen Faulds Logan zag aankomen stak hij een mok thee naar hem uit. Hij was al koud. ‘Je komt als geroepen, ik wilde net jouw mening vragen over…’
‘We hebben een verdachte.’
‘Hé, wacht even!’ Alec drukte op een paar knoppen en stelde scherp. ‘En… actie!’
Bain keek hem boos aan. ‘Wat heb ik je nou gezegd?’
‘Het spijt me. Macht der gewoonte.’
‘Jimmy Souter: hij is de broer van Elizabeth Nichol. Hun vader werkte in het abattoir in Turriff. Misschien had Goulding toch gelijk en heeft hij al die tijd naar een wraakneming op zijn zus toe gewerkt.’
‘Wat?’
‘Ze worden door hun moeder in de steek gelaten. Hun vader verliest een arm bij een bedrijfsongeval. Elizabeth wordt geadopteerd. Zij komt terecht in een liefhebbend gezin en hij blijft thuis bij zijn gewelddadige, alcoholistische vader.’ Het had hem niet veel tijd gekost het strafblad van de lieve papa op te duiken: openbare dronkenschap, mishandeling, vernieling, kindermishandeling en wat ze ‘incidenten in de huiselijke sfeer’ noemden, zoals een voorval met een braadpan met heet vet. Geen wonder dat de moeder ervandoor was gegaan. Jammer alleen dat ze de kinderen niet had meegenomen.
‘En heeft die Jimmy Souter ook een strafblad?’
‘Dat weten we niet.’ Dit was het onderdeel waar Logan minder tevreden mee was. ‘Ik kan nergens iets over hem vinden; het is goed mogelijk dat hij ook is geadopteerd en in dat geval zou hij nu een nieuwe achternaam hebben. Ik heb Rennie opdracht gegeven alle kindertehuizen in Grampian langs te gaan om te kijken of er gegevens over hem, Elizabeth en Kelley zijn te vinden.’
Bain draaide zich om en vroeg aan Faulds wat hij ervan dacht, maar Logan was nog niet klaar. ‘Ik heb de vader nagetrokken, James Souter. Hij brengt momenteel zijn laatste dagen door in een hospice aan de kust, maar hij bezit nog steeds een huis. Het is een van die vervallen huizen aan de achterkant van Alaba Farm Fresh Meats. Nummer 3.’
Bain greep de telefoon van een van de bureaus en belde de meld kamer. Ze gingen er nú op af, op volle sterkte.