20







13th Street was het laatst overgebleven armoedige deel van de binnenstad, tenminste voor zover het volwassen amusement betrof. Vanaf Arch Street, waar het begon met twee seksshops en een strip club, tot ongeveer aan Locust Street, waar nog een serie seksclubs en een grotere, duurdere ‘gentleman’s club’ te vinden waren, was het de enige straat waarvan het verkeersbureau van Philadelphia bezoekers adviseerde er vandaan te blijven, ook al lag hij pal naast het Convention Center. Tegen tien uur begonnen de bars vol te lopen met die vreemde mengeling van ongure types en zakenmensen van buiten. Wat Philly tekort-kwam aan kwantiteit maakte het meer dan goed in dubbelzinnigheid en nieuwe ideeën: van lap dancing in ondergoed tot dansen in maraschino-kersen. Er waren gelegenheden, de BYOB-clubs, waar de wet bezoekers toestond hun eigen drank mee te nemen en de danseressen helemaal naakt waren. In andere tenten werd wel alcohol geschonken en droegen de meisjes dunne latex pakjes waardoor het léék of ze naakt waren. De klant is koning, zoals in elke bedrijfstak, maar vooral in de seksindustrie. Bij een van de BYOB-clubs, de Show And Teil, stonden in het weekend rijen voor de deur tot om de hoek.

Tegen middernacht hadden Byrne en Victoria zo’n vijf of zes clubs bezocht. Niemand had Julian Matisse gezien, of durfde dat te zeggen als het wel zo was. De kans dat Matisse de stad had verlaten leek met de minuut groter te worden.

Omstreeks één uur kwamen ze bij een club die de Tick Tock heette. Het was een gelegenheid met een drank vergunning, die zich vooral richtte op de tweederangs zakenman, de man uit Dubuque, die zaken had gedaan in Center City en dronken en geil een omweg had gemaakt op zijn route naar het Hyatt Penn’s Landing of het Sheraton Society Hill. Toen ze naar de deur van het vrijstaande gebouw stapten, hoorden ze een luide woordenwisseling tussen een grote man en een jonge vrouw,

in de schaduw aan het einde van het parkeerterrein. Ooit zou Byrne misschien tussenbeide zijn gekomen, zelfs in zijn vrije tijd, maar die dagen lagen achter hem.

De TickTock was zo’n typische grotestads-stripclub: een korte catwalk-bar met een paal, een handjevol trieste, te oude danseressen en een verplichte minimum consumptie van twee waterige drankjes. De benauwde atmosfeer was een mengeling van rook, goedkope aftershave en het oeroude aroma van seksuele wanhoop.

Een lang, mager zwart meisje met een platina pruik kronkelde rond de paal toen ze binnenkwamen, dansend op een oud nummer van Prince. Zo nu en dan liet ze zich op haar knieën zakken en kroop langs de mannen aan de bar. Sommigen zwaaiden met geld, de meesten niet. Soms pakte ze de biljetten aan en vouwde ze om haar string. Zolang ze in het schijnsel van de rode en gele lichten bleef, zag ze er nog redelijk uit voor een club in de binnenstad. Zodra ze in de witte spotlights kwam, zag je de slijtage. Ze bleef zo veel mogelijk uit het witte licht.

Byrne en Victoria bleven aan de bar achterin. Victoria ging een paar krukken bij Byrne vandaan zitten om hem alle ruimte te geven. De mannen waren allemaal in haar geïnteresseerd, totdat ze beter keken. Dan schrokken ze, hoewel ze toch aarzelden. Het was nog vroeg. Ze konden wel iets beters krijgen, dachten ze. Voor geld. Zo nu en dan bleef er zo’n zakenman bij haar staan en fluisterde haar iets in het oor. Byrne maakte zich geen zorgen. Victoria kon heel goed op zichzelf passen.

Hij zat achter zijn tweede cola toen er een jonge vrouw naar hem toe kwam. Ze was geen danseres, maar een animeer meisje dat de achterkant van de zaal afwerkte. Ze was vrij lang, een brunette, en ze droeg een gestreept, houtskool grijs, zakelijk pakje met zwarte pumps en naaldhakken. Het rokje was heel kort en ze droeg niets onder het jasje. Byrne veronderstelde dat ze appelleerde aan de fantasieën die veel zakenlui over hun secretaresse thuis op kantoor koesterden. Hij herkende haar als het meisje dat problemen had gehad op het parkeerterrein, eerder die avond. Ze had de blozende, gezonde tint van een meisje dat pas uit de provincie kwam, misschien uit Lancaster of Shamokin, iemand die dit nog niet zo lang deed. Maar die gloed zou snel verbleken, dacht Byrne. ‘Hallo.’

‘Hallo,' antwoordde Byrne.

Ze nam hem uitvoerig op en glimlachte. Ze was heel mooi. ‘Jij bent een grote vent.’

‘Al mijn kleren zijn ook groot, dus dat komt goed uit.’

Ze lachte weer. ‘Hoe heet je?’ vroeg ze. Ze moest schreeuwen om boven de muziek uit te komen. Een nieuwe danseres was op de catwalk geklommen, een hoekige latina in een aardbeien rode teddy met roodbruine pumps. Ze danste op een oud nummer van de Gap Band. ‘Denny.’

Ze knikte, alsof hij haar een goede tip voor haar belastingen had gegeven. ‘Ik ben Lucky. Leuk om kennis te maken, Denny.’

Uit de manier waarop ze ‘Denny’ zei bleek dat ze wist dat het niet zijn echte naam was, maar dat het haar niet kon schelen. Niemand in de Tick Tock had een echte naam.

‘Ja, leuk,' antwoordde Byrne.

‘Waar kom je voor, vanavond?’

‘Eigenlijk ben ik op zoek naar een oude vriend van me,' zei Byrne. ‘Hij kwam hier vroeger vaak.’

‘O ja? Hoe heet hij?’

‘Zijn naam is Julian Matisse. Ken je hem?’

‘Julian? Ja, die ken ik wel.’

‘Weet je ook waar ik hem kan vinden?’

‘Ja hoor,' zei ze. ‘Ik kan je zo naar hem toe brengen.’

‘Nu meteen?’

Het meisje keek de zaal rond. ‘Eén momentje.’

‘Goed.’

Lucky liep de zaal door; in de richting van de kantoortjes, vermoedde Byrne. Hij ving Victoria’s blik op en knikte even. Na een paar minuten kwam Lucky weer terug. Ze had haar tasje over haar schouder.

‘Klaar?’ vroeg ze.

‘Dit soort dingen doe ik meestal niet gratis,' zei ze met een knipoog. ‘Een meisje moet ook ergens van leven.’

Byrne zocht in zijn zak, haalde een briefje van honderd tevoorschijn en scheurde het doormidden. Hij gaf de helft aan Lucky. Verdere uitleg was niet nodig. Ze nam het halve biljet aan, lachte even en pakte zijn hand. ‘Ik zei toch dat ik Lucky was?’

Toen ze naar de deur liepen keek Byrne weer even naar Victoria en stak vijf vingers op.

Ze liepen de straat door naar een vervallen gebouw op de hoek, het soort huis dat in Philly bekendstond als een vader-zoon-en-heilige-geest: een rijtjeshuis van drie verdiepingen. Achter een paar ramen brandde licht. Ze liepen een zijstraat in en door een steegje naar de achterkant van het huis. Binnengekomen beklommen ze de krakende trap. De pijn in Byrnes rug was bijna niet te harden.

Boven aan de trap duwde Lucky een deur open en stapte naar binnen. Byrne volgde.

Het appartement was te smerig voor woorden, een crackhouse. In de hoeken lagen stapels kranten en oude tijdschriften. Het stonk er naar bedorven hondenvoer. Een gescheurde leiding in de badkamer of de keuken veroorzaakte een klamme, scherpe lucht. Door het vocht was het oude linoleum omgekruld en begonnen de vloer planken te rotten. Er brandden vijf of zes kaarsen, die weinig hielpen tegen de stank. Ergens vlakbij klonk een rapnummer.

Ze liepen naar de voorkamer.

‘Hij is in de slaapkamer,' zei Lucky.

Byrne draaide zich in de richting van de deur waarnaar ze wees. Hij keek even achterom, zag de nauwelijks waarneembare tic in het gezicht van het meisje, hoorde een vloer plank kraken en zag een lichte reflectie in het raam aan de straatkant.

Voor zover hij kon nagaan was het maar één man.

Byrne berekende de klap en telde zwijgend af toen de zware voetstappen op hem af kwamen. Op het laatste moment stapte hij opzij. De man was groot, breedgeschouderd en jong. Met een dreun sloeg hij tegen het stucwerk. Toen hij zich had hersteld, draaide hij zich om, een beetje versuft nog, en viel weer aan. Byrne zette zich schrap en ramde met al zijn kracht zijn stok omhoog. Hij raakte de vent tegen zijn keel. Een klodder bloed en slijm vlogen uit zijn mond. De man probeerde zijn evenwicht te herstellen, maar Byrne raakte hem opnieuw, nu laag, onder zijn knie. Hij schreeuwde één keer, zakte in elkaar op de vloer en probeerde iets achter zijn broeksband vandaan te trekken. Het was een buckmes in een linnen schede. Byrne ging met zijn ene voet op de hand van de man staan en schopte met zijn andere het mes door de kamer.

De man was niet Julian Matisse. Het was een valstrik, een klassieke hin-derlaag. Dat had Byrne eigenlijk wel geweten, maar als het gerucht zich verspreidde dat een zekere Denny naar iemand op zoek was en dat je hem beter niet voor de voeten kon lopen, zou zijn missie de rest van de nacht en de volgende paar dagen misschien wat soepeler verlopen. Byrne keek naar de man op de grond, die zijn handen tegen zijn keel had gedrukt, happend naar lucht. Byrne draaide zich om naar het meisje. Ze stond te beven en deinsde langzaam achteruit naar de deur. ‘Hij... hij heeft me gedwongen,' zei ze. ‘Hij doet me pijn.’ Ze trok haar mouwen op en liet de blauwe plekken op haar armen zien.

Byrne zat al zo lang in dit werk dat hij wel wist wie de waarheid sprak en wie niet. Lucky was nog maar een kind, geen dag ouder dan twintig. Dit soort kerels maakte voortdurend jacht op meisjes zoals zij. Byrne draaide de man op zijn zij, zocht in zijn achterzak en vond zijn portefeuille met zijn rijbewijs. Zijn naam was Gregory Wahl. Byrne fouilleerde hem nog verder en ontdekte een dikke rol bankbiljetten met een elastiekje eromheen; misschien wel duizend dollar. Hij haalde er een honderdje af, stak het in zijn zak en gooide het meisje de rest van het geld toe.

‘Jij... ben... dood, godverdomme!’ hijgde Wahl met moeite.

Byrne trok zijn overhemd omhoog om de kolf van zijn Glock te laten zien. ‘We kunnen er nu meteen een eind aan maken, als je wilt, Greg.’ Wahl staarde hem aan, maar de dreiging was uit zijn gezicht geweken. ‘Nee? Geen zin meer in spelletjes? Dat dacht ik al. Hou je gezicht naar de grond.’ De man gehoorzaamde. Byrne richtte zijn aandacht weer op het meisje. ‘Ga de stad uit. Verdwijn. Vanavond nog.’

Lucky keek schichtig heen en weer, niet in staat zich te verroeren. Ze had het pistool ook gezien. Byrne zag dat ze het geld al had opgeborgen. ‘Wat?

‘Wegwezen.’

Angst blikkerde in haar ogen. ‘Maar als ik dat doe, hoe weet ik dan dat jij...’

‘Het is een eenmalig aanbod, Lucky. Je hebt nog vijf seconden.’

Ze vluchtte. Ongelooflijk, hoe snel vrouwen op die hoge hakken konden rennen als het moest, dacht Byrne. Hij hoorde haar voetstappen nog even op de trap, toen het geluid van een dichtslaande deur.

Byrne knielde. Voorlopig verdrong de adrenaline nog de pijn in zijn benen en rug. Hij greep Wahl bij zijn haar en rukte zijn hoofd omhoog. ‘Als ik jou ooit nog tegenkom, zal dit een feestje lijken. Als ik de komende jaren zelfs maar hoor dat er een zakenman hier is beroofd, ga ik ervan uit dat jij erachter zit.' Byrne zwaaide met het rijbewijs in Wahls gezicht. ‘Dit neem ik mee, als aandenken aan onze bijzondere ontmoeting.’

Hij stond op, greep zijn stok en trok zijn wapen. ‘Ik kijk hier even rond. Jij verroert geen vin. Begrepen?’

Wahl zweeg uitdagend. Byrne drukte de loop van de Glock tegen Wahls rechterknie. ‘Hou je van ziekenhuis eten, Greg?’

‘Oké, oké.’

Byrne liep de voorkamer door en opende de deuren van de badkamer en de slaapkamer. De ramen van de slaapkamer stonden wijd open. Daar was iemand geweest. Er lag nog een sigaret te branden in een asbak. Maar alles was nu verlaten.

Byrne liep terug naar de Tick Tock. Victoria stond bij het damestoilet, bijtend op een nagel. Hij kwam naar haar toe. Vanuit de zaal klonk dreunende muziek.

‘Wat is er gebeurd?’ vroeg Victoria.

‘Niets,' zei Byrne. ‘Kom mee.’

‘Heb je hem gevonden?’

‘Nee,'zei hij.

Victoria keek hem onderzoekend aan. ‘Er is iets gebeurd. Laat horen, Kevin.’

Byrne pakte haar hand en trok haar mee naar de deur. ‘Een doodlopend spoor,'zei hij.

De X Bar was gehuisvest in de kelder van een oude meubelzaak in Erie Avenue. Bij de deur stond een lange, zwarte man in een vergeeld witlinnen pak. Hij droeg een panamahoed, rode lakleren schoenen en een stuk of tien gouden armbanden om zijn rechterpols. Twee portieken naar het westen, half in de schaduw, stond een kleinere maar gespierde man met een kaalgeschoren kop en tatoeages op zijn zware armen.

De entree was vijfentwintig dollar per persoon. Ze betaalden achter de deur, bij een knappe jonge vrouw in een roze leren fetisj-jurk. De vrouw schoof het geld door een metalen klep in de muur achter haar.

Ze stapten naar binnen en daalden een lange, smalle trap af naar een nog langere gang. De muren waren glimmend frambozenrood gelakt. Het stampende ritme van een disco nummer zwol aan toen ze het einde van de gang naderden.

De X Bar was een van de weinige hardcore sm-clubs die Philadelphia nog telde, een overblijfsel uit de genotzuchtige jaren zeventig, de wereld voor het aids tijdperk, toen alles nog kon.

Voordat ze de zaal bereikten kwamen ze langs een alkoof in de muur, een diepe nis waarin een vrouw op een stoel zat. Ze was blank, van middelbare leeftijd, en ze droeg het leren masker van een meesteres. Eerst twijfelde Byrne nog of ze wel echt was. De huid van haar armen en dijen leek van was, en ze zat doodstil. Opeens verschenen er twee mannen, en de vrouw stond op. Een van de mannen droeg een dwangbuis om zijn bovenlijf en een halsband met een honden riem. De andere man rukte hem ruw omlaag, tot voor de voeten van de vrouw. De vrouw pakte een rijzweep, waarmee ze de man in het dwangbuis een lichte afranseling gaf. Algauw begon hij te huilen.

Toen Byrne en Victoria de zaal binnenkwamen, zag Byrne dat de helft van de aanwezigen sm-kleding droeg: leer en kettingen, spijkers, cat-suits. De andere helft bestond uit nieuwsgierigen en volgelingen, de parasieten van deze levensstijl. Aan het eind was een klein podium met een eenzame schijnwerper op een houten stoel. Op dit moment werd het podium niet gebruikt.

Byrne liep achter Victoria aan en volgde de reacties die ze opriep. De mannen zagen haar meteen, met haar sexy figuur, haar soepele, zelfverzekerde tred en haar golvende, glanzend zwarte haar. Toen ze haar gezicht zagen, schrokken ze.

Maar in deze omgeving en in dit licht was ze een exotische verschijning. Hier werd met alle voorkeuren rekening gehouden.

Ze liepen naar de bar achterin, waar de barman het mahoniehout poetste. Hij droeg een leren vest, geen hemd, en een halsband met spijkers. Zijn vettige bruine haar was vanaf zijn voorhoofd naar achteren gekamd en vertoonde diepe inhammen. Op elk van zijn armen had hij een ingewikkelde tatoeage van een spin. Op het laatste moment keek hij op. Toen hij Victoria ontdekte, grijnsde hij zijn gele tanden en zijn grauwe tandvlees bloot.

‘Hé, baby,' zei hij.

‘Hoe is het?’ vroeg Victoria, terwijl ze op de laatste kruk klom.



De man boog zich naar haar toe en kuste haar hand. ‘Geweldig,' antwoordde hij.De barman keek over zijn schouder en zag Byrne. Meteen verdween zijn glimlach. Byrne keek hem strak aan, totdat de man zijn ogen neersloeg. Byrne wierp een blik achter de bar. Naast de schappen met drank zag hij ook planken met boeken over de bondage cultuur: leer seks, fisting, tickling, slaven training, spanking.

‘Het is druk,' zei Victoria.

‘Je zou het op zaterdagavond moeten zien,' antwoordde de barman. Nee, dank je, dacht Byrne.

‘Dit is een goede vriend van me,' zei Victoria tegen de barman. ‘Denny Riley.’

Nu was de barman wel gedwongen Byrnes aanwezigheid officieel te erkennen. Byrne gaf hem een hand. Ze hadden elkaar wel eens eerder ontmoet, maar de man achter de bar herinnerde het zich blijkbaar niet. Zijn naam was Darryl Porter. Byrne was erbij geweest op de avond dat hij werd gearresteerd wegens gelegenheid geven en misbruik van minderjarigen. De inval vond plaats op een feestje in Northern Liberties, waar een groepje minderjarige meisjes een party had met twee Nigeri-aanse zakenmensen. Een paar van die meisjes waren pas twaalf. Porter had schuld bekend, maar niet langer dan een jaar gezeten, als Byrne het zich goed herinnerde. Darryl Porter was een smeerlap. Daarom, en om nog heel wat andere redenen, had Byrne behoefte om zijn hand te wassen.

‘Zo. En wat brengt jou naar ons hoekje van de hemel?’ vroeg Porter. Hij schonk een glas witte wijn in en zette het voor Victoria neer. Byrne werd niets gevraagd.

‘Ik zoek een oude vriend,' zei Victoria.

‘Wie dan wel?’

‘Julian Matisse.’

Darryl Porter fronste zijn voorhoofd. Of hij was een goed acteur, of hij wist het echt niet, dacht Byrne. Maar toen... een glinstering? Ja, absoluut.

‘Julian zit in de cel. In Greene, als ik het goed heb.’

Victoria nam een slok wijn en schudde haar hoofd. ‘Hij is vrij.’

Darryl Porter speelde toneel en veegde zijn bar schoon. ‘Daar wist ik niets van. Ik dacht dat hij zijn hele straf zou uitzitten.’

‘Hij is vrijgelaten op een technisch punt, geloof ik.’

‘Julian is oké,' zei Porter. ‘We kennen elkaar al lang.’

Byrne zou het liefst over de bar heen zijn gesprongen. In plaats daarvan keek hij naar rechts. Op de kruk naast Victoria zat een kleine, kale man, die bedeesd probeerde Byrnes aandacht te trekken. Hij droeg een pad-vindsterspakje.

Byrne keek weer naar Darryl Porter, die een bestelling afwerkte, terugkwam, zich over de bar boog en iets in Victoria’s oor fluisterde. Al die tijd hield hij oogcontact met Byrne. Mannen en hun machtsspelletjes, dacht Byrne.

Victoria lachte en gooide haar haar over haar schouder. Byrne werd al misselijk bij de gedachte dat ze zich gevleid zou voelen door de attenties van iemand als Darryl Porter. Daar was ze veel te goed voor. Misschien speelde ze alleen haar rol. Of misschien was hij écht wel jaloers.

‘We moeten ervandoor,' zei Victoria.

‘Oké, babe. Ik zal navraag doen,' zei Porter. Als ik iets hoor, zal ik je bellen.’

Victoria knikte. ‘Dank je.’

‘Waar kan ik je bereiken?’ vroeg hij.

‘Ik ben je morgen wel even.’

Victoria legde een briefje van tien op de bar. Porter vouwde het op en gaf het haar terug. Ze glimlachte en liet zich van haar kruk glijden. Porter lachte terug en ging verder met het poetsen van zijn bar. Byrne keurde hij geen blik meer waardig.

Op het podium knielden twee geblinddoekte vrouwen met een rubberen bal tussen hun tanden voor een grote zwarte man met een leren masker.

De man had een lange zweep in zijn hand.

Byrne en Victoria stapten de vochtige nachtlucht weer in. Nog altijd hadden ze geen spoor gevonden van Julian Matisse. Na de waanzin van de X Bar leek de stad verbijsterend stil en rustig. Het rook er zelfs fris. Het was bijna vier uur.

Op weg naar de auto sloegen ze een hoek om en zagen twee jongens, zwarte jochies van misschien acht en tien jaar oud, in verstelde jeans en afgetrapte gympen, die op de stoep van een rijtjeshuis zaten achter een doos met puppy’s van een onduidelijk ras. Victoria keek even naar

Byrne, trok haar wenkbrauwen op en stak haar onderlip naar voren.

‘O nee! Nee, nee,' zei Byrne. ‘Vergeet het maar.’

‘Je zou een hondje moeten hebben, Kevin.’

‘Ik niet.’

‘Waarom niet?’

‘Tori,' zei Byrne, ‘ik heb al genoeg moeite om voor mezelf te zorgen.’ Ze wierp hem zelf een puppy blik toe, knielde bij de doos en bekeek de rij kleine, donzige snoetjes. Ze pakte een van de hondjes, stond op en hield het als een avondmaalskelk omhoog in het licht van een straatlantaarn. Byrne leunde tegen de bakstenen muur en zette zijn stok neer. Hij pakte het hondje aan, dat met zijn achterpootjes in de lucht trappelde en toen Byrnes gezicht begon te likken.

‘Hij vindt je leuk, man,' zei de kleinste van de twee jongens, blijkbaar de Donald Trump van zijn organisatie.

Voor zover Byrne kon nagaan was de pup een kruising tussen een herdershond en een collie, ook een kind van de nacht. ‘Als ik dit hondje zou willen kopen... en dat zeg ik niet, luister goed... wat zou me dat dan kosten?’ vroeg hij.

‘Vijftig dollar,' zei de jongen.

Byrne keek naar het handgeschreven bordje voor de kartonnen doos. ‘Daar staat twintig dollar.’

‘Dat is een vijf.’

‘Dat is een twee.’

De jongen schudde zijn hoofd. Hij ging voor de doos staan en benam Byrne het zicht. ‘Nee. Dit zijn rashonden.’

‘Rashonden?’

‘Ja.’

‘Weet je het zeker?’

‘Absoluut.’

‘Wat zijn het dan?'

‘Philadelphia pitbulls.’

Byrne glimlachte onwillekeurig. ‘Je meent het.’

‘Dat zijn het,' verklaarde het joch.

‘Ik heb er nog nooit van gehoord.’

‘Dat zijn de beste, man. Ze poepen en plassen buiten, ze bewaken je huis en ze eten niet veel.’ De jongen glimlachte met een genadeloze charme. Hij zou het nog ver brengen, op welk gebied dan ook.

Byrne keek eens naar Victoria. Hij begon te twijfelen. Een beetje. Hij deed zijn best het te verbergen.

Byrne zette het hondje weer in de doos. Toen keek hij de jongens aan. ‘Is het niet veel te laat voor jullie om nog op straat te zijn?’

‘Laat? Nee, man! Het is vróég. We staan altijd vroeg op. We zitten in de handel.’

‘Oké,' zei Byrne. ‘Pas goed op jezelf.’ Victoria pakte zijn arm toen ze zich omdraaiden en verder liepen.

‘Wil je dat hondje niet?’ vroeg de jongen.

‘Vannacht niet,' zei Byrne.

‘Nou. Veertig dollar dan,' zei de jongen.

‘Je hoort het morgen wel.’

‘Dan zijn ze misschien weg.’

‘Ik ook,' zei Byrne.

Het joch haalde zijn schouders op. En waarom niet?

Hij had nog duizend jaar te gaan.

Toen ze bij Victoria's auto in 13th Street kwamen zagen ze hoe er aan de overkant een busje werd opengebroken. Drie pubers sloegen het linker-raampje in met een baksteen, waardoor het alarm afging. Een van hen stak zijn arm naar binnen en griste iets van de voorbank, een paar kleinbeeldca-mera’s, zo te zien. Toen de jongens Byrne en Victoria zagen aankomen, vluchtten ze de straat door. Een seconde later waren ze verdwenen.

Byrne en Victoria wisselden een blik en schudden hun hoofd. ‘Wacht even,' zei Byrne. ‘Ik ben zo terug.’

Hij stak de straat over, draaide zich om zijn as om er zeker van te zijn dat er geen getuigen waren, pakte het rijbewijs van Gregory Wahl, veegde het schoon met de zoom van zijn hemd en gooide het in het opengebroken busje.

Victoria Lindstrom woonde in een klein appartement in Fishtown. Het was heel vrouwelijk ingericht, met Franse boeren meubels, sjaals om de lampen en bloemetjes behang. Overal waar hij keek lagen plaids en gebreide spreien. Byrne zag in gedachten heel veel avonden waarop Victoria hier in haar eentje zat, met haar breipennen en een glas chardonnay. Het viel hem ook op hoe donker het er was, zelfs met alle lampen aan. Alle gloeilampen hadden een laag wattage. Hij begreep waarom.

‘Wil je wat drinken?’ vroeg ze.

‘Graag.’

Ze schonk hem drie vingers whisky in en gaf hem het glas. Hij ging op de armleuning van de bank zitten.

‘We proberen het morgenavond wel weer,' zei Victoria.

‘Ik stel dit erg op prijs, Tori.’

Victoria wuifde zijn bedankje weg. Byrne las meer in dat gebaar. Victoria had er ook belang bij om Julian Matisse van de straat te krijgen; of van de wereld.

Byrne dronk in één teug zijn glas halfleeg. Bijna meteen stuitte de alcohol op de pijnstillers in zijn lijf, wat een warme gloed veroorzaakte. Juist om die reden had hij de hele avond nog niet gedronken. Hij keek op zijn horloge. Tijd om te gaan. Hij had al lang genoeg beslag gelegd op Victoria.

Victoria bracht hem naar de deur.

Daar sloeg ze haar armen om zijn middel en legde haar hoofd tegen zijn borst. Ze had haar schoenen uitgeschopt en leek nu veel kleiner. Byrne had nooit beseft hoe klein ze eigenlijk was. Door haar persoonlijkheid scheen ze altijd meer dan levensgroot.

Na een paar seconden keek ze naar hem op. Haar zilveren ogen leken bijna zwart in het schemerlicht. Wat begon als een vriendschappelijke omhelzing en kus op de wang, het afscheid tussen twee oude vrienden, werd opeens iets anders. Victoria trok hem naar zich toe en kuste hem heftig. Daarna deden ze allebei een stap terug en keken naar elkaar, niet echt geil misschien, maar eerder verbaasd. Had dit er altijd ingezeten? Sluimerde dit gevoel al vijftien jaar onder de oppervlakte? De uitdrukking op Victo-ria’s gezicht vertelde Byrne dat hij voorlopig nergens naartoe ging.

Ze glimlachte toen ze zijn hemd losknoopte.

‘Wat is precies de bedoeling, Miss Lindstrom?’ vroeg Byrne.

‘Dat vertel ik je niet.’

‘O jawel.’

Nog meer knoopjes. ‘Waarom denk je dat?’

‘Ik ben een heel ervaren politieman,' zei Byrne.

‘O ja?’

‘Jazeker.’

‘Breng je me dan naar een klein kamertje?’ Ze maakte nog wat knoopjes los.

‘En daar laat je me zweten?’

‘Ik zal mijn best doen.’

‘Totdat ik doorsla?’

‘Reken daar maar op. Ik ben een getrainde ondervrager. KGB.’

‘O,' zei Victoria. ‘Wat is KGB?’

Byrne hield zijn stok omhoog. ‘Kevin Gammele Byrne.’

Victoria lachte. Ze trok hem zijn shirt uit en nam hem mee naar de slaapkamer.

Later, toen ze ontspannen naast elkaar lagen, nam Victoria een van Byrnes handen in de hare. De zon kwam net boven de horizon uit. Victoria kuste zachtjes zijn vingertoppen, één voor één. Daarna pakte ze zijn rechterwijsvinger en trok die over de littekens op haar gezicht.

Nu ze, na al die jaren, eindelijk met elkaar naar bed waren geweest, wist Byrne dat Victoria nu iets veel intiemers deed dan seks. Nooit in zijn leven had hij zich dichter bij een ander mens gevoeld.

Hij dacht aan alle fasen in haar leven waarbij hij aanwezig was geweest: als enthousiaste tiener meid, als slachtoffer van die afschuwelijke aanval, als de sterke, onafhankelijke vrouw die ze was geworden. En hij besefte dat hij heel lang een groot en mysterieus gevoel voor haar had gekoesterd, een wereld van emotie die hij nooit had kunnen benoemen. Toen hij de tranen op haar gezicht voelde, wist hij het opeens.

Al die tijd had hij van haar gehouden.

Moordscène
KLAAR.htm
Section0102.xhtml
Section0001.xhtml
Section0002.xhtml
Section0003.xhtml
Section0004.xhtml
Section0005.xhtml
Section0006.xhtml
Section0007.xhtml
Section0008.xhtml
Section0009.xhtml
Section0010.xhtml
Section0011.xhtml
Section0012.xhtml
Section0013.xhtml
Section0014.xhtml
Section0015.xhtml
Section0016.xhtml
Section0017.xhtml
Section0018.xhtml
Section0019.xhtml
Section0020.xhtml
Section0021.xhtml
Section0022.xhtml
Section0023.xhtml
Section0024.xhtml
Section0025.xhtml
Section0026.xhtml
Section0027.xhtml
Section0028.xhtml
Section0029.xhtml
Section0030.xhtml
Section0031.xhtml
Section0032.xhtml
Section0033.xhtml
Section0035.xhtml
Section0034.xhtml
Section0036.xhtml
Section0037.xhtml
Section0038.xhtml
Section0039.xhtml
Section0040.xhtml
Section0041.xhtml
Section0042.xhtml
Section0043.xhtml
Section0044.xhtml
Section0045.xhtml
Section0046.xhtml
Section0047.xhtml
Section0048.xhtml
Section0049.xhtml
Section0050.xhtml
Section0051.xhtml
Section0052.xhtml
Section0053.xhtml
Section0054.xhtml
Section0055.xhtml
Section0056.xhtml
Section0057.xhtml
Section0058.xhtml
Section0059.xhtml
Section0060.xhtml
Section0061.xhtml
Section0062.xhtml
Section0063.xhtml
Section0064.xhtml
Section0065.xhtml
Section0066.xhtml
Section0067.xhtml
Section0068.xhtml
Section0069.xhtml
Section0070.xhtml
Section0071.xhtml
Section0072.xhtml
Section0073.xhtml
Section0074.xhtml
Section0075.xhtml
Section0076.xhtml
Section0077.xhtml
Section0078.xhtml
Section0079.xhtml
Section0080.xhtml
Section0081.xhtml
Section0082.xhtml
Section0083.xhtml
Section0084.xhtml
Section0085.xhtml
Section0086.xhtml
Section0087.xhtml
Section0088.xhtml
Section0089.xhtml
Section0090.xhtml
Section0091.xhtml
Section0092.xhtml
Section0093.xhtml
Section0094.xhtml
Section0095.xhtml
Section0096.xhtml
Section0097.xhtml
Section0098.xhtml
Section0099.xhtml
Section0100.xhtml
Section0101.xhtml