78
Kort na twaalf uur ’s middags stapte er een agent in uniform het wachtlokaal van de afdeling Moordzaken binnen met een FedEx envelop in zijn hand. Kevin Byrne zat op zijn plaats, met zijn voeten op zijn bureau en zijn ogen dicht. In gedachten was hij terug op het rangeerterrein van zijn jeugd, gekleed in een vreemd kostuum, een zilverkleurig ruimtepak met een militaire binnen helm op zijn hoofd en met parelmoer ingelegde revolvers op zijn heupen. Hij rook de zilte lucht van de rivier en het volle aroma van assen vet. De geur van de veiligheid. In die wereld waren geen seriemoordenaars, geen psychopaten die iemand doormidden zaagden met een kettingzaag of een baby levend begroeven. Het enige gevaar dat daar loerde was de riem van je vader als je te laat was voor het eten.
De agent verbrijzelde zijn droom. ‘Rechercheur Byrne?’
Byrne opende zijn ogen. ‘Ja?’
‘Dit is net binnengekomen voor u.’
Byrne pakte de envelop aan en keek naar de afzender. Het kwam van een advocatenkantoor in de binnenstad. Hij maakte de envelop open. Er zat nog een envelop in, met een bijgevoegde brief van het advocatenkantoor dat de verzegelde envelop uit de erfenis van Phillip Kessler kwam en na zijn dood aan hem moest worden verstuurd. Byrne opende de binnenste envelop. Toen hij de brief las, kwam er een hele nieuwe reeks vragen bij hem op, waarvan de antwoorden in het mortuarium lagen.
‘Dat geloof je toch niet!’ zei hij. Een paar andere rechercheurs keken op. Jessica kwam naar hem toe.
‘Wat is er?’ vroeg ze.
Byrne las de brief van Kesslers advocaat hardop voor. Niemand wist wat hij ervan moest denken.
‘Bedoel je nou dat Phil Kessler is betááld om Julian Matisse uit de
gevangenis te krijgen?’ vroeg Jessica.
‘Ja, dat staat in die brief. Phil wilde me dat vertellen, maar pas na zijn dood.
‘Waar heb je het over? Wie heeft hem dan betaald?’ vroeg Palladino. ‘Dat wordt er niet bij verteld. Er staat alleen dat Phil tienduizend dollar heeft gekregen om Jimmy Purify te beschuldigen en Julian Matisse vrij te krijgen hangende het beroep.’
Iedereen in de zaal was met stomheid geslagen.
‘Denk je dat het Butler was?’ vroeg Jessica.
‘Goede vraag.’
In elk geval kon Jimmy Purify nu in vrede rusten. Zijn naam zou worden gezuiverd. Maar nu Kessler, Matisse en Butler alle drie dood waren, zouden ze nooit precies weten hoe het zat.
Eric Chavez, die de hele tijd aan de telefoon had gezeten, hing eindelijk op. ‘Voor zover het nog enig nut heeft, het lab weet nu van welke film die zesde lobbycard was.’
‘Waarvan dan?’ vroeg Byrne.
'Witness. Die film met Harrison Ford.’
Byrne keek naar de televisie. Channel 6 liet live beelden zien van de hoek van 30th en Market Street, waar ze mensen interviewden over hoe spannend het was dat Will Parrish een film maakte in het station daar. ‘Mijn god,' zei Byrne.
'Wat?’ vroeg Jessica.
‘Dit is nog niet voorbij.’
‘Wat bedoel je?’
Byrne las haastig de brief van Phil Kesslers advocaat nog eens door. ‘Ga maar na. Waarom zou Butler zelfmoord hebben gepleegd vlak voor de grote finale?’
‘Over de doden niets dan goeds,' zei Palladino, ‘maar wat kan het ons schelen? Die psychopaat is dood. Einde verhaal.’
‘We weten niet of het Nigel Butler was in die auto.’
Dat was waar. Ze hadden nog geen rapport over het DNA of het gebit. Alleen was er geen enkele reden geweest om aan te nemen dat het iemand anders zou zijn dan Butler in die auto.
Byrne kwam overeind. ‘Misschien was die brand maar een afleidingsmanoeuvre, omdat hij meer tijd nodig had.’
‘Wie zat er dan in die auto?’ vroeg Jessica.
‘Geen idee, zei Byrne. ‘Maar waarom zou hij ons die video van die levend begraven baby hebben gestuurd als hij niet had gewild dat we het kind op tijd zouden vinden? Als hij Ian Whitestone écht had willen straffen, waarom heeft hij die baby dan niet vermoord en op Whitesto-nes drempel achtergelaten?’
Daar had niemand een goed antwoord op.
‘Al die film moorden vonden toch in badkamers plaats?’ vervolgde Byrne.
‘Ja, en?’ zei Jessica.
‘In Witness is dat amish-kind getuige van een moord,' antwoordde Byrne.
‘Ik kan je niet volgen, zei Jessica.
Op de televisie kwam Ian Whitestone het treinstation binnen. Byrne pakte zijn wapen en controleerde de actie. Op weg naar de deur zei hij: ‘Het slachtoffer in die film wordt de keel afgesneden in de toiletten van het station in 30th Street.’