75
De sfeer in het Roundhouse was nogal tweeslachtig. De media waren weliswaar tevreden met de verklaring dat het de wraak van een vader was geweest, maar bij Moordzaken voelden ze het niet als een triomf. De afloop van deze zaak was bepaald geen hoogtepunt in de 255-jarige historie van het departement. Maar het leven - en de dood - ging door. Sinds de ontdekking van de auto waren er alweer twee nieuwe moorden gepleegd, die niets met deze zaak te maken hadden.
Om zes uur kwam Jocelyn Post het wachtlokaal binnen met zes bewijs-zakken van de technische recherche in haar hand. ‘We hebben iets in het vuilnis bij dat benzinestation gevonden wat jullie moeten zien. Dit zat in een plastic map, die in een container was gegooid.’
Ze spreidde de zes zakken op een tafel uit. Er zaten foto’s in op folioformaat, zogenaamde lobby cards - kleine filmaffiches, bedoeld om in de hal van een bioscoop op te hangen - van Psycho, Fatal Attraction, Scarface, Les Diaboliques en Road to Perdition. Plus een afgescheurde hoek van wat mogelijk een zesde affiche was.
‘Weet je waar deze van is?’ vroeg Jessica, terwijl ze de zak met de afgescheurde hoek omhoog hield. Op het glanzende karton was nog het restant van een streepjescode te zien.
‘Geen idee,' zei Jocelyn, ‘maar ik heb een digitale scan gemaakt, die nu bij het lab is.’
Het zou wel een film zijn waar Nigel Butler niet aan toegekomen was, dacht Jessica. Dat hóópte ze tenminste.
‘Nou, we zullen er in elk geval naar kijken,' zei Jessica.
‘Dat dacht ik ook.’
Tegen zeven uur waren de voorlopige rapporten geschreven en gingen de rechercheurs langzamerhand op huis aan. Er was niets te bespeuren van een voldane stemming, zoals op andere momenten, als ze een moordenaar te pakken hadden gekregen, enkel opluchting omdat dit bizarre en afschuwelijke hoofdstuk kon worden afgesloten. Iedereen wilde alleen nog een lange, hete douche en een groot, koel glas. Op het tv-nieuws van zes uur was het uitgebrande, smeulende wrak van de auto bij het benzinestation in North Philly te zien geweest.
HET LAATSTE OPTREDEN VAN DE ACTEUR? luidde het bijschrift.
Jessica stond op en rekte zich uit, met een gevoel alsof ze al dagen niet geslapen had. Waarschijnlijk was dat ook zo. Ze was zo moe dat ze het zelf niet meer wist. Ze liep naar Byrnes bureau.
‘Gaan we eten? Ik betaal.'
‘Goed,' zei Byrne. ‘Waar heb je trek in?’
‘Als het maar veel, vet en ongezond is,' zei Jessica. ‘Met een lekker korstje en een hele berg koolhydraten.’
‘Klinkt goed.’
Voordat ze hun spullen konden pakken om te vertrekken, hoorden ze een geluid. Een snel gepiep. Aanvankelijk lette niemand erop. Dit was het Roundhouse, en het wemelde hier van de mobieltjes, pagers en elektronische agenda’s. Er stond altijd wel iets te piepen, te zoemen, te tikken, te faxen of te rinkelen.
Wat het ook was, het piepte nog een keer.
‘Waar komt dat vandaan?’ vroeg Jessica.
Alle rechercheurs controleerden hun mobieltjes en pagers. Niemand had een bericht.
Toen nog eens, snel achterelkaar: Biep-biep, biep-biep, biep-biep.
Het kwam uit een doos met dossiers op een bureau. Jessica keek erin. In een bewijszak boven op de stapel lag het mobieltje van Stephanie Chandler. Er knipperde iets onder aan het lcd-schermpje. In de loop van de dag had iemand Stephanie een bericht gestuurd.
Jessica opende de zak en haalde het mobieltje eruit. Het was al uitvoerig door de technische recherche onderzocht, dus ze hoefde geen handschoenen te dragen.
1 OPROEP GEMIST, luidde de tekst.
Jessica klikte naar TOON BERICHT. Er verscheen een nieuwe melding op de display. Ze liet het telefoontje aan Byrne zien. ‘Kijk.’
Er was een nieuw bericht, afkomstig van een privé nummer.
Aan een dode vrouw.
Ze brachten het naar het audiovisuele lab.
‘Het is een multimedia bericht, zei Mateo. ‘Een videobestand.’ ‘Wanneer is het verstuurd?’ vroeg Byrne.
Mateo keek op de display en toen op zijn horloge. ‘Ruim vier uur geleden.’
‘Maar het kwam nu pas binnen?’
‘Dat gebeurt soms met erg grote bestanden.’
‘Kun je nagaan waar het vandaan kwam?’
Mateo schudde zijn hoofd. ‘De telefoon geeft daar geen informatie over.’
‘Als we die video afspelen, zal hij zichzelf toch niet wissen, of zoiets?’ vroeg Jessica.
‘Wacht even,' zei Mateo.
Hij dook in een la en haalde er een dun snoertje uit, dat hij probeerde onder in het mobieltje te steken. Het paste niet. Hij pakte een ander snoer, zonder succes. Maar het derde kabeltje paste op de kleine aansluiting. Het andere eind van de kabel ging in een laptop. Mateo toetste wat instructies in en er verscheen een tijdbalk die volliep toen het bestand van de telefoon naar de computer werd gedownload. Byrne en Jessica keken elkaar aan. Ze hadden het grootste respect voor het technisch vernuft van Mateo Fuentes.
Even later stak hij een lege cd-rom in de drive en sleepte er een icoontje naartoe.
‘Klaar,' zei hij. ‘We hebben het bestand nu op het mobieltje, op de harde schijf en op dvd. Genoeg back ups, wat er ook gebeurt.’
‘Oké,' zei Jessica. Tot haar verbazing merkte ze dat haar hart in haar keel bonsde. Ze had geen idee waarom. Misschien betekende dat bestand helemaal niets. Ze hoopte het vurig.
‘Willen jullie het nu bekijken?’ vroeg Mateo.
‘Ja en nee,' zei Jessica. Het was een videobestand, verstuurd naar de telefoon van een vrouw die al meer dan een week dood was, een telefoon die ze nog maar pas in handen hadden gekregen dankzij een sadistische seriemoordenaar die zichzelf in brand had gestoken.
Of misschien was dat allemaal een illusie.
‘Ik begrijp wat je bedoelt,' zei Mateo. ‘Oké, daar gaan we.’ Hij klikte op de PLAY-toets van het rijtje knoppen onder aan zijn videoprogramma-scherm. Even later begon het beeld te lopen. De eerste paar seconden waren vaag, alsof de camera van links naar rechts werd geslingerd. Daarna omlaag, in een poging de lens naar de grond te richten. Toen het beeld stabiliseerde en werd scherpgesteld, zagen ze het onderwerp van het filmpje.
Het was een baby.
Een baby in een kleine vurenhouten doodskist.
'Madre de Dios,' zei Mateo en hij sloeg een kruisje.
Terwijl Byrne en Jessica vol afschuw naar het scherm staarden werden twee dingen duidelijk. Om te beginnen dat de baby springlevend was, en in de tweede plaats dat de video een tijdcode in de rechterbenedenhoek had.
‘Dit is niet met een camera telefoontje gemaakt, neem ik aan?’ vroeg Byrne.
‘Nee,' zei Mateo. ‘Een gewone camcorder, zou ik zeggen. Waarschijnlijk een acht-millimeter taperecorder, geen digitale videocamera.’
‘Hoe kun je dat zien?’ vroeg Byrne.
‘Aan de beeldkwaliteit, bijvoorbeeld.’
Op het scherm verscheen een hand die een deksel op het houten kistje legde.
‘Jezus christus. Nee!’ riep Byrne.
Op dat moment landde de eerste schep met aarde op het kistje. Binnen enkele seconden was het volledig met aarde bedekt.
‘O, mijn god.’ Jessica voelde zich misselijk worden. Ze draaide zich om toen het beeld op zwart ging.
‘Dat is het hele bestand,' zei Mateo.
Byrne zweeg. Hij liep de kamer uit en kwam meteen weer terug. ‘Laat het nog eens zien,' zei hij.
Mateo klikte weer op PLAY. Eerst het vage begin, toen de baby, scherp in beeld. Jessica dwong zichzelf om te kijken. Ze zag dat de tijdcode op de band nog van diezelfde dag dateerde: tien uur ’s ochtends. Het was nu ruim acht uur ’s avonds. Ze pakte haar mobieltje. Binnen een paar seconden had ze dr. Tom Weyrich aan de telefoon. Ze legde uit waarom ze belde. Ze wist niet of haar vraag wel onder de expertise van een patholoog-anatoom viel, maar wie moest ze anders bellen?
‘Hoe groot is dat kistje?’ vroeg Weyrich.
Jessica keek naar het scherm. Het filmpje draaide nu voor de derde keer. ‘Ik weet het niet,' zei ze. ‘Misschien zestig bij vijfenzeventig centimeter.’ ‘En hoe diep?’
‘Geen idee. Zo’n veertig centimeter?’
‘Zitten er gaten in het deksel of de zijkanten?’
‘Niet in het deksel. De zijkanten kan ik niet zien.’
‘Hoe oud is de baby?’
Dat was makkelijk. Het kind leek ongeveer een halfjaar. ‘Zes maanden.’ Weyrich zweeg een ogenblik. ‘Nou, ik ben geen deskundige, maar ik zal iemand zoeken die het wel weet.’
‘Hoeveel lucht heeft hij nog, Tom?’
‘Moeilijk te zeggen,' antwoordde Weyrich. ‘Dat kistje heeft een inhoud van ongeveer honderd tachtig liter. Zelfs met die kleine longetjes denk ik niet dat hij meer dan tien tot twaalf uur zuurstof heeft.’
Jessica keek weer op haar horloge, hoewel ze precies wist hoe laat het was. ‘Dank je, Tom. Bel me als je iemand hebt gesproken die de baby meer tijd geeft.’
Tom Weyrich begreep wat ze bedoelde. ‘Ik doe mijn best.’
Jessica hing op en keek weer naar het scherm. De video begon opnieuw. De baby glimlachte en bewoog zijn armpjes. Ze hadden nog hooguit twee uur de tijd om hem te redden. Minder zelfs. En hij zou overal in de stad kunnen zijn.
Mateo maakte een tweede digitale kopie van de opname. Het hele filmpje duurde vijfentwintig seconden. Daarna werd alles zwart. Ze keken steeds opnieuw, zoekend naar enige aanwijzing over de plek waar de baby zou kunnen zijn. De telefoon bevatte geen andere videobestanden. Mateo startte de video weer. De camera zwenkte omlaag. Mateo zette het beeld stil. ‘De camera staat op een statief, een redelijk stevig statief voor een amateur. Hij draait vrij soepel, op een bal hoofd. Maar kijk hier eens...’ Mateo liet de video even verder lopen, maar zette hem onmiddellijk weer stil. Op het scherm was een vage vlek te zien, een dikke, verticale witte streep tegen een roodbruine achtergrond.
‘Wat is dat?’ vroeg Byrne.
‘Dat weet ik nog niet,' zei Mateo. ‘Ik zal het door de dTective halen, dan krijg ik een veel scherper beeld. Maar dat gaat even duren.’
‘Hoelang?’ ‘Geef me tien minuten.’
In een gewoon onderzoek zouden tien minuten in een mum van tijd voorbij zijn. Voor de baby in de doodskist kon het een heel leven duren. Byrne en Jessica stonden bij de deur van het audiovisuele lab toen Ike Buchanan binnenkwam. ‘Wat is er, brigadier?’ vroeg Byrne.
‘Ian Whitestone is hier.’
Eindelijk, dacht Jessica. ‘Komt hij een officiële verklaring afleggen?’ ‘Nee,' zei Buchanan. ‘Iemand heeft vanochtend zijn zoontje ontvoerd.’
Whitestone keek naar het filmpje met de baby, dat ze inmiddels weer op een videoband hadden gezet. Ze zaten in het koffie kamertje van de recherche.
Whitestone was kleiner dan Jessica had verwacht. Hij had fijn gevormde handen. Hij was in het gezelschap van zijn eigen arts en iemand die waarschijnlijk als lijfwacht optrad. De baby op de video was inderdaad zijn zoon, Declan. Whitestone leek totaal verslagen.
‘Waarom... waarom zou iemand zoiets doen?’ vroeg hij.
‘We hoopten dat u ons dat kon vertellen,' zei Byrne.
Volgens Whitestones kinderjuf, Aileen Scott, was ze omstreeks half tien die ochtend met Declan gaan wandelen in zijn buggy. Iemand had haar van achteren neergeslagen. Toen ze een paar uur later bijkwam, lag ze in een ambulance op weg naar het Jefferson Hospital en was de baby verdwenen. Als de tijdcode op de band niet was gemanipuleerd, moest Declan Whitestone binnen een halfuur rijden van Center City zijn begraven. Waarschijnlijk zelfs dichterbij.
‘We hebben de FBI al gewaarschuwd,' zei Jessica. Terry Cahill, inmiddels weer opgelapt, was bezig een team te vormen. ‘We doen alles wat mogelijk is om uw zoon te vinden.’
Ze liepen naar een bureau in het wachtlokaal en legden de plaats delict-foto’s van de moorden op Erin Halliwell, Seth Goldman en Stephanie Chandler op het blad. Toen Whitestone ze zag, ging hij bijna door de knieën. Hij moest zich vastgrijpen aan de rand van het bureau.
‘Wat... wat is dit?’ vroeg hij.
‘Deze twee vrouwen zijn vermoord, net als meneer Goldman. Wij denken dat de moordenaar dezelfde is als de ontvoerder van uw zoontje. Het had geen zin om Whitestone iets te vertellen over Nigel Butlers ogenschijnlijke zelfmoord.
‘Wat bedoelt u? Dat ze allemaal dóód zijn?’
‘Ja, meneer. Helaas.
Whitestone stond te zwaaien op zijn benen. Zijn gezicht verbleekte tot de grauwe kleur van uitgedroogde botten. Jessica had het al zo vaak gezien. Met een klap ging hij zitten.
‘Wat was uw relatie met Stephanie Chandler?’ vroeg Byrne.
Whitestone aarzelde. Zijn handen trilden. Hij opende zijn mond, maar er kwam geen geluid, enkel een paar droge hikken. Ze waren bang dat hij een hartaanval zou krijgen.
‘Meneer Whitestone?’ vroeg Byrne.
Ian Whitestone haalde diep adem en mompelde met trillende lippen: ‘Ik geloof dat ik mijn advocaat er maar beter bij kan halen.’