In this science fiction classic (1962) based on Hothouse, Hugo Best Short Story Winner of 1962, we are transported millions of years from now, to the boughs of a colossal banyan tree that covers one face of the globe. The last remnants of humanity are fighting for survival, terrorised by the carnivorous plants and the grotesque insect life.

Het eerste deel van de monumentale Helliconia-trilogie, waarin Brian Aldiss een compleet zonnestelsel schept en daarbij een wereld die op verwarrende wijze onze maatschappij weerspiegelt: Helliconia, een planeet die op de Aarde lijkt, maar waar de heerschappijen wisselen met de eeuwenlange seizoenen. Het is winter, de eeuwenlange Helliconiaanse winter. Yuli gaal eenzaam op stap nadat zijn vader gevangen is genomen door Fagers. Hij komt in een wereld onder de bergen, waar duisternis heilig is en het heilige de macht heeft over het individu. Na vele beproevingen weet hij zich een weg terug te banen naar de wereld van het licht. Hij komt in de stad Oldorando, waar een nieuwe wereld geboren wordt en het verhaal van zijn afstam¬melingen begint. Mens en dier bewegen zich in fascinerende gebeurtenissen door het verhaal. De kosmos wordt met een liefhebbend oog voor de betrokken mensen onder de loep genomen. Wij op aarde beleven alles mee in deze fantastische roman die het eerste deel vormt van de trilogie.

Na bijna 400 jaar is het zomer op Helliconia. De vooruitgang gaat moeizaam en men heeft het gevoel dat er voor elke gewonnen stap weer een halve wordt teruggezet. De koning van Borlien zit volop in de problemen, zowel maatschappelijk als persoonlijk. Tal van kleurrijke figuren zorgen voor de nodige opwinding. Gewetenloze intriges, moord en jaloezie houden de mensen in hun greep. Mensen zoals wij, met soms dwaze ideeën en wisselende humeuren. Rijk geschakeerde karakters, die raak en met diep psychologisch inzicht zijn beschreven. Op aarde beleven we alles mee in dit fascinerende tweede deel van de monumentale Helliconia-trilogie. Brian Aldiss begon zijn succesvolle carrière als boekhandelaar in Oxford. Later werd hij literair medewerker bij een krant. Hij verwierf in korte tijd naam en faam als schrijver van de meest uiteenlopende romans en verhalen. Hij heeft critici geïnspireerd tot uitspraken als ‘geraffineerd, veelzijdig, erudiet, evocatief, ongebruikelijk en briljant’. De Helliconia-trilogie bevestigt deze reputatie ten volle.

Miriaden zonnen en evenzovele bewoonde planeten; een heelal slechts begrensd door de fantasie. Mensen, veranderd en in hun oude gedaante, andere wezens - Vreemdelingen. Het tragische drama van hem, die in een doodlopend slop van evolutie, zijn doel vergeet. Een dwaze kermis ook, tonelen zoals zelfs die ervaren ruimtereiziger zich nooit had gedroomd. Verdwaald en verkocht aan een krab. Hij trekt door een wereld waar stenen omhoog vallen en waar, als de zon op komt, de duisternis invalt. Een meisje berijdt een voorwereldlijk monster in de verre toekomst. In deze verhalen maken wij een rondvaart langs de beklemmende werelden en de verrassend gekke bezienswaardigheden van het onmetelijk universum. De reis voert langs alle gebieden van de moderne essef. Wie nog mee wil moet zich haasten. Sterrenhoop bevat de volgende verhalen: Sector Azuur - Nu komt de blanke maen O moon of my delight Sector Diamant - Het spel van een god The game of god Sector Geel - Legenden van Smids Dreun Legends of Smith's Burst Sector Grijs - Harten en machines Hearts and engines Sector Groen - Scherven Shards Sector Vermiljoen - Een kunstig ambacht A kind of artistry Sector Violet - De misdeelden The underpriviliged De Trog - De oude honderd Old hundredth

Velen kennen van Aldiss de indrukwekkende verhalencyclus Sterrenhoop, SF 11, en de fantastische werelden daarin. Maar het drama van Aarde-werk speelt zich van begin tot eind op de aarde zelf af. Het is een beklemde wereld in de niet te verre toekomst. Het lot van miljarden wordt bepaald door nu al aktuele zaken als voedselschaarste en milieuvervuiling. Een gruwelijk waarschijnlijk drama: geen vreemde monsters dus uit het heelal. Geen ongeloofwaardige superman om de mensheid te redden. Een drama met gewone mensen, die uit elk lapje grond een handvol voedsel wringen. Gewone mensen, belaagd door hun eigen kunstmest en landbouwgiffen... en door een teveel aan gewone mensen. Toch is dit niet weer zo'n geijkte vertelling over de overbevolking van het jaar 2000. Het aangrijpend relaas geeft te denken: misschien komt er een oplossing - al is die oplossing dan niet het fondanten heilsideaal waar we van dromen.

Deze bundel werd voor u samengesteld door de bekende science-fiction schrijver BRIAN ALDISS. Speciaal voor dit boek selecteerde hij de beste verhalen uit zijn eigen oeuvre en uit het werk van even bekende en befaamde collega-auteurs als JACK VANCE, ARTHUR CLARKE, PHILIP K. DICK, R. A. LAFFERTY, HENRY KUTTNER en vele anderen. ledere s.f.-enthousiast kent deze auteurs, en weet dat hun verhalen juist die frappante meeslepende betrokkenheid bij de lezer oproepen, die zo kenmerkend is voor het lezen van een goed science-fiction verhaal. Enkele van de hoofdstukken, die zijn geschreven door Campbell, Stockham, Clarke en enige anderen, stammen uit een periode toen de science-fiction nog niet de plaats innam die zij heden ten dage gelukkig heeft en daarom slechts werden gelezen door een relatief kleine groep van fijnproevers. Het zijn meesterwerkjes, die nog steeds op onze hedendaagse beschaving en de verre toekomst betrekking hebben - of kunnen hebben - en zij waren het daarom alleen al waard om eveneens in deze bundel opgenomen to worden. Voor de Iiefhebber van goede s f. Warm aanbevolen door BRIAN ALDISS.

SUMMARY: a selection from CHAPTER ONE: On the ground, new blades of grass sprang up in chlorophyll coats. On the trees, tongues of green protruded from boughs and branches, wrapping them about - soon the place would look like an imbecile Earthchild's attempt to draw Christmas trees - as spring again set spur to the growing things in the southern hemisphere of Dapdrof. Not that nature was more amiable on Dapdrof than elsewhere. Even as she sent the warmer winds over the southern hemisphere, she was sousing most of the northern in an ice-bearing monsoon. Propped on G-crutches, old Aylmer Ainson stood at his door, scratching his scalp very leisurely and staring at the budding trees. Even the slenderest outmost twig shook very little, for all that a stiffish breeze blew. This leaden effect was caused by gravity; twigs, like everything else on Dapdrof. weighed three times as much as they did on Earth. Ainson was long accustomed to the phenomenon. His body had grown round-shouldered and hollow-chested accustoming him to it. His brain had grown a little round-shouldered in the process. Fortunately he was not afflicted with the craving to recapture the past that strikes down so many humans even before they reach middle age. The sight of infant green leaves woke in him only the vaguest nostalgia, roused in him only the faintest recollection that his childhood had been passed among foliage more responsive to April's zephyrs - zephyrs, moreover, a hundred light years away. He was free to stand in the doorway and enjoy man's richest luxury, a blank mind. Idly, he watched Quequo. the female utod, as she trod between her salad beds and under the ammp trees to launch her body into the bolstering mud. The ammp trees were evergreen, unlike the rest of the trees in Ainson's enclosure. Resting in the foliage on the crest of them were big four-winged white birds, which decided to take off as Ainson looked at them, fluttering up like immense butterflies and splashing their shadows across the house as they passed. But the house was already splashed with their shadows. Obeying the urge to create a work of art that visited them perhaps only once in a century, Ainson's friends had broken the white of his walls with a scatterbrained scattering of silhouetted wings and bodies, urging upwards. The lively movement of this pattern seemed to make the low-eaved house rise against gravity; but that was appearance only, for this spring found the neoplastic rooftree sagging and the supporting walls considerably buckled at the knees. This was the fortieth spring Ainson had seen flow across his patch of Dapdrof. Even the ripe stench from the mid-denstead now savoured only of home. As he breathed it in, his grorg or parasite-eater scratched his head for him; reaching up, Ainson returned the compliment and tickled the lizard-like creature's cranium. He guessed what the grorg really wanted, but at that hour, with only one of the suns up, it was too chilly to join Snok Snok Karn and Quequo Kifful with their grorgs for a wallow in the mire. "I'm cold standing out here. I am going inside to lie down," he called to Snok Snok in the utodian tongue. The young utod looked up and extended two of his limbs in a sign of understanding. That was gratifying. Even after forty years* study, Ainson found the utodian language full of conundrums. He had not been sure that he had not said. "The stream is cold and I am going inside to cook it." Catching the right whistling inflected scream was not easy: he had only one sound orifice to Snok Snok's eight. He swung his crutches and went in. "His speech is growing less distinct than it was," Quequo remarked. "We had difficulty enough teaching him to communicate. He is not an efficient mechanism, this manlegs. You may have noticed that he is moving more slowly than he did."

Review

'Greybeard is one of those hidden gems, a rare find that makes you kick yourself for not discovering it sooner, a masterful piece of literary science fiction and a poignant tale of human mortality.' (5/5 stars) SFBOOK 'brilliant and highly recommended' SFFWORLD.COM

Product Description

Ecological disaster has left the English countryside a wasteland. Humanity faces extinction, unless Greybeard and his wife Martha are successful in their quest for the scarcest and most precious of resources: human children.

Review

"Well written, evocative and disturbing…….Aldiss is a magician" -- Sunday Times

Product Description

Siamese twins, Barry and Tom, have a dormant but sinister third head growing out of Barry’s left shoulder. Plucked from the untamed Norfolk coastline by showbiz entrepreneurs cashing in on their demonically violent and freakish relationship, they form a rock band, The Bang Bang, and taste superstardom. Throughout their jealous battles over the woman in their life and their brutal existence, they are forever accompanied by their ominous companion, who makes increasing demands for its right to life.

Product Description

The Utods are a highly advanced alien species from whom the human race might learn much, with superior technology and a profound philosophy. But when they meet, their customs and conventions are far beneath what humankind considers to be civilized. Brian Aldiss's satirical depiction of the first encounter and subsequent violent conflict between mankind and a gentle, intelligent race which it cannot understand was first published in 1964, but its archly ironic message of cultural misunderstanding and the potential for catastrophe it entails resonates as strongly today. 'Flies straight to its mark with hardly a word wasted: a treat for the fans and required reading for anyone seriously interested in the fiction and ideas of today.' Kingsley Amis

About the Author

Brian Aldiss

Helliconia is a planet that, due to the massively eccentric orbit of its own sun around another star, experiences seasons that lasts eons. Whole civilisations grow in the Spring, flourish in the Summer and then die in the brutal winters. The human-like inhabitants have been profoundly changed by their experience of this harsh cycle.

Product Description

The Sun is about to go Nova. Earth and Moon have ceased their axial rotation and present one face continuously to the sun. The bright side of Earth is covered with carnivorous forest. This is the Age of vegetables. Gren and his lady - not to mention the tummybelly men - journey to the even more terrifying Dark side. One of Aldiss' most famous and long-enduring novels, fast moving, packed with brilliant imagery.