43

Mace hoorde de auto veel eerder dan dat ze hem zag.

Ze keek in het spiegeltje. Zwarte personenauto, getint glas, zware motor, en het achterste raampje aan de passagierskant ging omlaag. Dat was nooit een gunstig scenario, zeker hier niet.

Ze trapte op het gaspedaal en de Ducati sprong naar voren, maar de auto kwam evengoed steeds dichterbij. Ze zag de loop van het geweer door de spleet van het open raam. De schutter keek door het vizier van zijn scherpschuttersgeweer, terwijl zijn collega behendig stuurde. Het dradenkruis bleef op Mace’ helm rusten en de man legde zijn vinger om de trekker. Omdat ze voelde dat de schutter haar in het vizier had, wilde Mace op het trottoir springen, maar toen was er opeens het gieren van banden te horen. Een andere auto dook op uit het niets, vloog tussen de auto en Mace en botste tegen de grote auto.

De man schoot op het moment van de botsing en zijn schot ging helemaal mis. Er werd geen zwart gaatje in Mace’ hoofd geboord, maar de ruit aan de bestuurderskant van de auto tussen Mace en de schutter explodeerde en glasscherven vlogen als kleine meteoren in het rond.

Mace herkende de auto die haar had gered. ‘Roy!’ riep ze uit.

De schutter vloekte en schoot opnieuw, terwijl zijn collega de grote auto tegen de kleinere Audi liet rammen. Roy dook weg toen de tweede kogel over zijn hoofd floot en de ruit aan de passagierskant verbrijzelde. Hij gooide het stuur naar links om en de Audi dreunde onder precies de juiste hoek tegen de voorkant van de grotere auto om hem tegen de klok in te laten tollen. De schutter trok zijn geweer terug en sloot het raam, terwijl de bestuurder pogingen deed de auto uit de spin te halen.

Roy trapte op het gas en de Audi stopte naast Mace. Roy keek haar door het open raam aan.

‘Ik heb je gedekt,’ zei hij dapper. Hij had stukjes glas in zijn haar en zijn ogen waren groot van adrenaline en angst.

Mace schoof haar vizier omhoog en riep: ‘Je bent gek!’

‘Ja, blijkbaar,’ zei hij een beetje buiten adem.

‘Wat doe je hier?’

‘Zoals ik al zei: ik wilde je dekken.’

‘Ze hadden je kunnen vermoorden.’

‘Maar dat hebben ze niet gedaan. Oké?’

Mace keek achter hen.

De grote auto was uit de spin geraakt en kwam nu met de volle kracht van zijn acht cilinders op hen af.

‘Nou, daar heb je ze weer.’

Roy keek achter zich. ‘O, shit. Wat nu?’

Mace riep: ‘Achter mij aan, Roy.’