87

De barbecue was voorbij, de zon had allang plaatsgemaakt voor lichte regen, en Reiger en Hope hadden hun pak weer aan en reden in hun nieuwe Town Car.

‘Orders in orde?’ grapte Hope.

‘Ja, en veilig opgeborgen in mijn kluis. Ik ben naar de bank gegaan zodra jij en je gezin weg waren.’

‘Word je nog paranoïde ook? Goed.’ Hope liet het raampje opengaan en ademde de vochtige lucht in. ‘Wie hebben er getekend?’

‘Iedereen die we nodig hebben. Inclusief Burns én Donnelly.’

‘Ik denk dat hij ons eindelijk serieus neemt.’ Hope knikte zijn collega toe. ‘De barbecue was leuk, Karl. Goed idee.’

‘Ja, ik zou nu liever hamburgers en hotdogs omkeren dan dat ik daarheen rijd.’

Hope keek naar het adres dat ze tegelijk met de ondertekende orders hadden gekregen. ‘Een pakhuis in Arlington?’

‘Dat is een dekmantel. Het zijn allemaal dekmantels. Er zit een bord met te koop of te huur op de muur. Er staan een paar auto’s uit het zicht geparkeerd. Een man met een onopvallend gezicht doet open, we laten onze identiteitspapieren zien, en de bespreking kan beginnen.’

‘Wat hopen we vanavond te bereiken?’

‘Ik wil een paar rekruten hebben die de trekker overhalen, terwijl wij de zaak vanaf de zijlijn coördineren. Dan kan ik mezelf tenminste een beetje minder haten.’

‘Maar als het misgaat, zijn er wel meer mensen die een verklaring voor de rechtbank kunnen afleggen. Jezus, ik kan bijna niet geloven dat ik dit zeg.’

‘We moeten erover nadenken, Don. Maar ik maak me geen zorgen over die kerels. Burns heeft er vast wel voor gezorgd dat ze van een ander halfrond komen. We zorgen dat we de mensen krijgen die het gaan uitvoeren en maken een plan.’

‘Ik weet dat Perry uitgeschakeld moet worden. Maar dat advocaatje?’

‘Als hij ons die avond niet in de weg had gezeten, hadden we al geen last meer van Perry gehad. Maar ik koester geen wrok. In de orders is sprake van Perry en ieder ander die we noodzakelijk achten. Als we het niet noodzakelijk achten dat hij wordt uitgeschakeld, kan hij gewoon advocaat blijven nadat hij gerouwd heeft om het verlies van zijn vriendinnetje. Het gaat me niet om extra kerfjes in de kolf van mijn pistool. Ik heb mijn portie rotzakken koud gemaakt, maar die leken nooit op mij.’

Reiger keek voor zich uit. ‘Daar is het. Wat heb ik je gezegd?’

Toen ze het parkeerterrein opreden, zagen ze meteen het bord met te koop op een muur. Het complex bestond uit drie afzonderlijke gebouwen op een halve hectare land in een deel van Arlington dat betere tijden had gekend.

‘Zo te zien zijn het gebouwen uit de jaren vijftig,’ zei Hope. ‘Het verbaast me dat ze ze niet hebben gesloopt om er appartementen neer te zetten. Het is in Arlington moeilijk om aan grond te komen.’

‘Ja, maar als die grond eigendom is van een inlichtingendienst die geen moer om geld geeft, heb je niet bepaald een gemotiveerde verkoper.’

Reiger reed door een smalle opening tussen twee van de bakstenen gebouwen en stopte op het midden van een kleine binnenplaats.

‘Zoals ik al zei, er staan een paar auto’s geparkeerd. Als nou straks ook nog een onopvallende man de deur opendoet, heb ik de maximale score behaald.’

Reiger haalde die score niet.

De vrouw die opendeed, was tenger. Ze had kort bruin haar dat om een ovaal gezicht lag, en ze droeg een donkere broek, een bruin jack en een bril met zwart montuur. Ze liet hun haar insigne en identiteitskaart zien. Zij deden hetzelfde.

‘Volg me,’ zei ze.

Ze liepen achter haar aan door de donkere gang.

‘Ik heb de naam op de identiteitskaart niet goed gezien,’ zei Reiger.

‘Mary Bard.’

‘Oké, agent Bard. Karl Reiger en Don Hope.’

‘Zeg maar Mary. En ik weet wie jullie zijn. Ik heb opdracht jullie met deze opdracht te helpen,’ zei ze over haar schouder.

‘Nou, we kunnen wel wat hulp gebruiken,’ zei Reiger. ‘Ik neem aan dat je het dossier hebt gelezen?’

‘Ja. Ik begrijp waarom jullie twee gefrustreerd zijn. Het lijkt erop dat ze jullie als stieren door een porseleinwinkel hebben laten rennen en het onmogelijke verwachten.’

‘Precies. We kunnen ze beter in de val laten lopen dan dat we steeds achter ze aan rennen.’

Ze zei: ‘Burns zei dat we de logistieke aspecten zouden bespreken. We roepen hulptroepen op, als we die nodig hebben, en zetten de val.’

‘Dat klinkt als een echte strategie.’

‘Kijk waar je loopt. Ik doe het licht aan zodra we in de binnenkamer zijn. Er rijden hier soms politiewagens langs.’

‘Begrepen. Voor wie werk je echt?’

‘Je hebt mijn legitimatie gezien.’

‘Ja, ik heb zelf ook een setje van die dingen. Op elk ervan staat iets anders.’

‘Oké. Ministerie van Justitie. Is dat goed genoeg?’

Reiger grijnsde. ‘Dat zeggen ze allemaal.’

Bard glimlachte ook. ‘Dat weet ik.’

Don Hope keek omlaag. Hij tilde een van zijn voeten op. ‘Plastic op de vloeren?’

Reiger stak zijn hand uit en raakte een van de muren aan. ‘En op de muren?’

Mary Bard bewoog zich met de gratie van een ballerina, maar ook met de snelheid van een tijger. De trap trof Reiger in zijn borstbeen. Hij werd met zoveel kracht tegen de muur gegooid dat zijn hart uit het ritme raakte. Omdat er geen licht was, bleef het flikkeren van de twee lange messen onzichtbaar voor beide mannen, die zich precies tegelijk bliksemsnel omdraaiden. Het ene mes sneed door Reigers keel. Hij had niet eens de tijd om een schreeuw te geven. Hij viel op de vloer, zijn handen om zijn doorgesneden halsslagader geklemd.

Don Hope zag nog kans zijn wapen te trekken, maar voordat hij zijn vinger om de trekker kon leggen, liet ze haar voet uitschieten naar zijn knie, die naar achteren klapte. Botten knapten en pezen scheurden weg als gesprongen elastiek. Hij schreeuwde het uit van pijn, in elk geval tot ze naar hem uithaalde met het tweede mes. Het kartelige lemmet trok zijn keel open; slagaderlijk bloed spoot uit de wonden en sproeide door de smalle gang.

Hope zakte naast zijn dode collega neer en haalde nog een paar keer schokkerig en gorgelend adem. Toen ging zijn borst niet meer op en neer. Alsof er een teken was gegeven, ging het licht aan en kwamen er mensen naar voren. Bard stapte opzij, en handen rolden het plastic op met de mannen erin. Achter het gebouw stond een vrachtwagen geparkeerd. Reiger en Hope werden erin gelegd en de vrachtwagen reed vlug weg.

Bard had het bloed van beide mannen op haar kleren. Ze trok ze uit en stond in haar beha en slipje te wachten tot een van haar collega’s haar een overall gaf. Ze was slank en had stevige spieren in haar armen, schouders en dijen. Omdat ze ook weinig vet had, staken de littekens extra scherp af tegen haar naakte huid. Ze trok de rits van de overall dicht, draaide zich om en liep een badkamer in, waar ze de sporen van de twee moorden van haar gezicht en handen en uit haar haar boende. Ze zette de bril af en stopte hem in haar zak. Het was in werkelijkheid een nachtkijker, waardoor zij haar slachtoffers in het donker veel beter had kunnen zien dan dat zij haar konden zien. Enkele minuten later ging ze weg door een andere achterdeur. Haar Smart startte en ze reed het parkeerterrein af, zette koers naar het westen en kwam op de Interstate 66. Ze belde.

‘Het is gebeurd,’ zei ze, en ze verbrak de verbinding.

Jarvis Burns legde zijn telefoon neer en permitteerde zich een zeldzaam glimlachje. ‘Dát, agent Reiger, zijn nou hiërarchische verhoudingen.’

Toen hij zich weer over zijn werk boog, keek hij op zijn horloge. In de bankkluis waar Reiger zijn dierbare orders had gedeponeerd, die Hope en hem van problemen zouden vrijwaren als ze hun werk gedaan hadden, deden twee minuten later de voorgeprogrammeerde chemicaliën die in de draden van het document waren opgenomen hun werk. Binnen tien seconden was er niets van over, alleen een beetje damp.

In het geheim
titlepage.xhtml
In_het_geheim_split_0.xhtml
In_het_geheim_split_1.xhtml
In_het_geheim_split_2.xhtml
In_het_geheim_split_3.xhtml
In_het_geheim_split_4.xhtml
In_het_geheim_split_5.xhtml
In_het_geheim_split_6.xhtml
In_het_geheim_split_7.xhtml
In_het_geheim_split_8.xhtml
In_het_geheim_split_9.xhtml
In_het_geheim_split_10.xhtml
In_het_geheim_split_11.xhtml
In_het_geheim_split_12.xhtml
In_het_geheim_split_13.xhtml
In_het_geheim_split_14.xhtml
In_het_geheim_split_15.xhtml
In_het_geheim_split_16.xhtml
In_het_geheim_split_17.xhtml
In_het_geheim_split_18.xhtml
In_het_geheim_split_19.xhtml
In_het_geheim_split_20.xhtml
In_het_geheim_split_21.xhtml
In_het_geheim_split_22.xhtml
In_het_geheim_split_23.xhtml
In_het_geheim_split_24.xhtml
In_het_geheim_split_25.xhtml
In_het_geheim_split_26.xhtml
In_het_geheim_split_27.xhtml
In_het_geheim_split_28.xhtml
In_het_geheim_split_29.xhtml
In_het_geheim_split_30.xhtml
In_het_geheim_split_31.xhtml
In_het_geheim_split_32.xhtml
In_het_geheim_split_33.xhtml
In_het_geheim_split_34.xhtml
In_het_geheim_split_35.xhtml
In_het_geheim_split_36.xhtml
In_het_geheim_split_37.xhtml
In_het_geheim_split_38.xhtml
In_het_geheim_split_39.xhtml
In_het_geheim_split_40.xhtml
In_het_geheim_split_41.xhtml
In_het_geheim_split_42.xhtml
In_het_geheim_split_43.xhtml
In_het_geheim_split_44.xhtml
In_het_geheim_split_45.xhtml
In_het_geheim_split_46.xhtml
In_het_geheim_split_47.xhtml
In_het_geheim_split_48.xhtml
In_het_geheim_split_49.xhtml
In_het_geheim_split_50.xhtml
In_het_geheim_split_51.xhtml
In_het_geheim_split_52.xhtml
In_het_geheim_split_53.xhtml
In_het_geheim_split_54.xhtml
In_het_geheim_split_55.xhtml
In_het_geheim_split_56.xhtml
In_het_geheim_split_57.xhtml
In_het_geheim_split_58.xhtml
In_het_geheim_split_59.xhtml
In_het_geheim_split_60.xhtml
In_het_geheim_split_61.xhtml
In_het_geheim_split_62.xhtml
In_het_geheim_split_63.xhtml
In_het_geheim_split_64.xhtml
In_het_geheim_split_65.xhtml
In_het_geheim_split_66.xhtml
In_het_geheim_split_67.xhtml
In_het_geheim_split_68.xhtml
In_het_geheim_split_69.xhtml
In_het_geheim_split_70.xhtml
In_het_geheim_split_71.xhtml
In_het_geheim_split_72.xhtml
In_het_geheim_split_73.xhtml
In_het_geheim_split_74.xhtml
In_het_geheim_split_75.xhtml
In_het_geheim_split_76.xhtml
In_het_geheim_split_77.xhtml
In_het_geheim_split_78.xhtml
In_het_geheim_split_79.xhtml
In_het_geheim_split_80.xhtml
In_het_geheim_split_81.xhtml
In_het_geheim_split_82.xhtml
In_het_geheim_split_83.xhtml
In_het_geheim_split_84.xhtml
In_het_geheim_split_85.xhtml
In_het_geheim_split_86.xhtml
In_het_geheim_split_87.xhtml
In_het_geheim_split_88.xhtml
In_het_geheim_split_89.xhtml
In_het_geheim_split_90.xhtml
In_het_geheim_split_91.xhtml
In_het_geheim_split_92.xhtml
In_het_geheim_split_93.xhtml
In_het_geheim_split_94.xhtml
In_het_geheim_split_95.xhtml
In_het_geheim_split_96.xhtml
In_het_geheim_split_97.xhtml
In_het_geheim_split_98.xhtml
In_het_geheim_split_99.xhtml
In_het_geheim_split_100.xhtml
In_het_geheim_split_101.xhtml
In_het_geheim_split_102.xhtml
In_het_geheim_split_103.xhtml
In_het_geheim_split_104.xhtml
In_het_geheim_split_105.xhtml
In_het_geheim_split_106.xhtml
In_het_geheim_split_107.xhtml
In_het_geheim_split_108.xhtml
In_het_geheim_split_109.xhtml
In_het_geheim_split_110.xhtml
In_het_geheim_split_111.xhtml
In_het_geheim_split_112.xhtml
In_het_geheim_split_113.xhtml
In_het_geheim_split_114.xhtml
In_het_geheim_split_115.xhtml
In_het_geheim_split_116.xhtml
In_het_geheim_split_117.xhtml
In_het_geheim_split_118.xhtml
In_het_geheim_split_119.xhtml