Moordenaars op zwarte kousen
In februari van het jaar 1900 vermoordt de zwaar godsdienstige boer Mettinus Scherff in Appeltern zijn knecht, omdat hij meent dat deze door de duivel bezeten is. Godsdienstwaanzin, ingegeven door angst voor satan (vuur) en de elementen (water) is nog twee keer aanleiding voor uitzonderlijk wrede en gruwelijke moorden: in Katwijk (1915) en Meerkerk (1944). 'Moordenaars op zwarte, kousen' geeft een nauwgezette reconstructie van de drie gebeurtenissen en schetst de achtergronden van het milieu waarin het zich afspeelde en van de betrokken familiés. Waarom juist in deze dorpen verband tussen religie en geografie? De lijn wordt aan het slot van het boek doorgetrokken naar het eind van de 2oe eeuw: twee mannen uit Putten worden veroordeeld voor een moord die ze niet hebben gepleegd. Hier zijn het de autoriteiten die geloof boven feiten stellen. Psychische inductie, groepsprocessen, de werking van de menselijke geest lijkt in honderd jaar niets veranderd.