2

Wie is hij, deze dubbelganger? Waar komt hij vandaan?

Een naamloze uit het binnenland, net als al diegenen (huispersoneel, politieagenten, handlangers, prostituees, tuinlieden, werksters) die zijn geworven om zwijgend te dienen.

Toen Pereira hem in dienst nam, werkte hij als barbier in een klein stadje vlak bij Teresina, op drie dagen reizen van zijn geboortedorp. Tot die ontmoeting was zijn levensgeschiedenis eenvoudig: die van een kind dat intelligent genoeg is om ontdekt te worden door de onvermijdelijke jezuïet op doortocht, die hem meeneemt naar de stad, hem lezen en schrijven leert en een beetje Latijn zodat hij de mis kan dienen, een paar woorden in vreemde talen, wat wiskundige begrippen en goede manieren. Maar de jezuïet wordt gedood door een papenjager en de plaatselijke barbier vangt het jochie op en brengt hem de kunst van schaar en scheermes bij, alvorens hem met de winkel op te schepen door op zijn beurt te sterven, aan vomito negro. (O! hij heeft hem ook nog Italiaans geleerd; het was een oude Italiaan, die barbier, een sedert de nacht der tijden verbannen garibaldist, een aan het eind van de wereld weggeworpen roodhemd.)

Als hij een jongeman is geworden laat onze leerling-barbier zijn gezicht met haren overwoekeren teneinde zich in het vak te oefenen door zichzelf te scheren, want mannen met baarden zijn zeldzaam in het binnenland. Gevorkt, vierkant, puntig, een sikje, een volle baard of een gekrulde à la Garibaldi, elke maand heeft hij een andere baard en bijpassende snor. In alle gevallen ziet hij er geweldig uit. En hij is een goede kapper ook.

Maar op een dag komt daar tijdens een presidentieel bezoek een soort Falstaff zijn winkel binnenstuiven: het is Manuel Callado Crespo, de chef van de tolken. Callado zou de Amazone-vegetatie op zijn gezicht graag een beetje gefatsoeneerd zien. Onze kapper gaat de baard van de tolk met het snoeimes te lijf, harkt zijn haren, verwijdert de stekels uit zijn neusgaten en de varens uit zijn oren, dunt de weelderige haag van zijn wenkbrauwen, kapt hem ten slotte, doet hem een lekker geurtje op en voltooit zijn civiliserende arbeid door het deppen met een warme handdoek en talkpoeder; kortom, hij maakt er zo’n presentabele man van dat een uur later president Pereira in eigen persoon de winkel binnenkomt en ongevraagd in de stoel plaatsneemt: ‘Ik wil net zo mooi worden als die daar.’

Met zijn duim wijst hij naar Callado die fonkelnieuw achter hem staat.

‘Maar vergeet niet dat ik een symboolfunctie heb,’ preciseert Pereira, ‘u mag niets veranderen.’

De kapper hoeft niet veel te doen: het haar van de president een beetje korter knippen, de puurte van zijn gezicht accentueren. Hij kent het goed, dat presidentiële hoofd, het is overal afgebeeld, tot in zijn winkel toe. Hij heeft het gevoel een tekening te kopiëren.

Terwijl de jongeman aan het werk is, verliest Pereira hem niet uit het oog. Dat is ongebruikelijk. Over het algemeen kijken de klanten tijdens het knippen naar zichzelf, maar deze zit de kapper aan te staren. Die zijn kam en zijn schaar laat wapperen zonder zich druk te maken.

Maar daar springt de president ineens op, rukt zijn handdoek af, wijst naar de deur.

‘Callado, laat me alleen met deze man.’

Exit Manuel Callado Crespo.

‘Ga zitten.’

Pereira reikt de kapper de scheerkwast en de kom met zeep aan: ‘Scheer die baard en die belachelijke snor af, doe je haar zoals het mijne en zeg me wat je ziet.’

En zo ontdekt de jonge barbier dat zijn hoofd, op een epsilon na, dat van de jonge dictator is; het soort gezicht dat zo scherp getekend is dat je zou zeggen dat het uit één lijn getrokken is en dat om die reden nooit oud wordt zoals je zou wensen. (‘Als je bedenkt hoe knap hij als jongeman was…’)

Het vervolg is bekend. Pereira engageert de dubbelganger in het diepste geheim (‘zeg maar tegen je moeder dat je barbier bent geworden op een oceaanstomer’), traint hem in het imiteren en in het zichzelf vergeten, kortom bezorgt hem de rol van zijn leven om in Europa het zijne te gaan leven, ver van de lynchende boerenmenigten.

De Dictator en De Hangmat
Cover.xhtml
Txt_001.xhtml
Outline.xhtml
Txt_002.xhtml
Txt_003.xhtml
Txt_004.xhtml
Txt_005.xhtml
Txt_006.xhtml
Txt_007.xhtml
Txt_008.xhtml
Txt_009.xhtml
Txt_010.xhtml
Txt_011.xhtml
Txt_012.xhtml
Txt_013.xhtml
Txt_014.xhtml
Txt_015.xhtml
Txt_016.xhtml
Txt_017.xhtml
Txt_018.xhtml
Txt_019.xhtml
Txt_020.xhtml
Txt_021.xhtml
Txt_022.xhtml
Txt_023.xhtml
Txt_024.xhtml
Txt_025.xhtml
Txt_026.xhtml
Txt_027.xhtml
Txt_028.xhtml
Txt_029.xhtml
Txt_030.xhtml
Txt_031.xhtml
Txt_032.xhtml
Txt_033.xhtml
Txt_034.xhtml
Txt_035.xhtml
Txt_036.xhtml
Txt_037.xhtml
Txt_038.xhtml
Txt_039.xhtml
Txt_040.xhtml
Txt_041.xhtml
Txt_042.xhtml
Txt_043.xhtml
Txt_044.xhtml
Txt_045.xhtml
Txt_046.xhtml
Txt_047.xhtml
Txt_048.xhtml
Txt_049.xhtml
Txt_050.xhtml
Txt_051.xhtml
Txt_052.xhtml
Txt_053.xhtml
Txt_054.xhtml
Txt_055.xhtml
Txt_056.xhtml
Txt_057.xhtml
Txt_058.xhtml
Txt_059.xhtml
Txt_060.xhtml
Txt_061.xhtml
Txt_062.xhtml
Txt_063.xhtml
Txt_064.xhtml
Txt_065.xhtml
Txt_066.xhtml
Txt_067.xhtml
Txt_068.xhtml
Txt_069.xhtml
Txt_070.xhtml
Txt_071.xhtml
Txt_072.xhtml
Txt_073.xhtml
Txt_074.xhtml
Txt_075.xhtml
Txt_076.xhtml
Txt_077.xhtml
Txt_078.xhtml
Txt_079.xhtml
Txt_080.xhtml
Txt_081.xhtml
Txt_082.xhtml
Txt_083.xhtml
Txt_084.xhtml
Txt_085.xhtml
Txt_086.xhtml
Txt_087.xhtml
Txt_088.xhtml
Txt_089.xhtml
Txt_090.xhtml
Txt_091.xhtml
Txt_092.xhtml
Txt_093.xhtml
Txt_094.xhtml
Txt_095.xhtml
Txt_096.xhtml
Txt_097.xhtml
Txt_098.xhtml
Txt_099.xhtml
Txt_100.xhtml
Txt_101.xhtml
Txt_102.xhtml
Txt_103.xhtml
Txt_104.xhtml
Txt_105.xhtml
Txt_106.xhtml
Txt_107.xhtml
Txt_108.xhtml
Txt_109.xhtml
Txt_110.xhtml
Txt_111.xhtml
Txt_112.xhtml
Txt_113.xhtml
Txt_114.xhtml
Txt_115.xhtml
Txt_116.xhtml
Txt_117.xhtml
Txt_118.xhtml
Txt_119.xhtml
Txt_120.xhtml