3
Goed. In dit stadium van het verhaal weet de dubbelganger (die zijn rol van president nu al enige tijd speelt) nog niets over de cinematograaf. Hij is geboren in hetzelfde jaar als de bewegende beelden, maar vijfentwintig jaar daarna hebben die nog altijd Teresina niet bereikt, dat afgelegen hart van een continent.
Pereira, die geeft de voorkeur aan theater. Het is trouwens geen kwestie van voorkeur, de cinematograaf interesseert hem eenvoudig niet. Nee, dat is het ook niet, het is meer…
Hoe verbazend het ook lijkt, de eerste keer dat Pereira beelden zag bewegen werd hij bang, de waarheid moet gezegd. Het was heel in het begin van zijn verblijf in Europa; Pereira bevond zich in Londen tussen andere toeschouwers in een donkere zaal bij een onbenullige pantomime die door een ontstemde piano ritmisch werd begeleid. Terwijl iedereen om hem heen, pijpen en sigaren paffend, het uitschaterde (de geprojecteerde film doet er weinig toe, iets als De bedrieger bedrogen… ), had Pereira de angst uit zijn kindertijd voelen opwellen die hem de adem benam wanneer de maan en de wind de schaduwen van zijn muskietennet lieten dansen en zijn bed hem plotseling verloren leek in de onmetelijkheid van het continent. Het zwart en wit maakten hem bang. De stilte van de beelden maakte hem bang, die monden zonder woorden maakten hem bang, die sprekende stomheid die nog werd geaccentueerd door de herrie van die valse piano…de onstoffelijkheid van de personages…die lichamen zonder volume…hun trillende broosheid…de bleke lichtbundel van de projector…van de rondwarende dood, al die dingen…het vage voorgevoel dat, als het apparaat uitging, die beelden het licht zouden meenemen en de toeschouwers erbij, en hem daar, voor altijd alleen in het donker zouden achterlaten.
Maar bij Pereira kreeg de staatsman algauw weer de overhand: de cinematograaf is een spookfabriek, besloot hij. Onze boeren hebben genoeg aan hun bijgeloof, daar hoeven niet nog eens van die ontastbare hersenschimmen aan toegevoegd te worden. Geen cinematograaf in het land van het syncretisme, punt uit. Verboden dus in Teresina. De volksgezondheid stond op het spel.
Het theater, daarentegen…Pereira zwoer bij het theater.
‘Het theater is de metafoor van de politiek.’
Hij borduurde vaak voort op dit thema, wanneer hij met Kathleen Lockeridge babbelde.
‘Als je op het toneel staat, speel je dat je koning bent zonder ooit te vergeten jezelf te zijn; als je in de zaal zit, doe je alsof je jezelf vergeet, maar je blijft altijd aanwezig…’
Dat soort waarheden debiteerde hij aan de lopende band.
‘Een spelletje wie-is-de-dupe?’ waagde de Schotse zangeres.
‘Maar wel een lucide dupe, lieve. Dat is nu juist het boeiende van de politiek.’
Hijzelf kon eindeloos uitweiden over de aard van dit ‘dat’.
‘In de politiek,’ wierp ze op een dag tegen, ‘komen de doden niet terug om te groeten.’
‘Terwijl slechte acteurs zich dat niet ontzeggen, daar heb je gelijk in,’ gaf hij toe. ‘Het bewijs dat de politiek – de mijne incluis – een zaak van moraal is.’
Toen ze hem op een dag in het nauw dreef door mordicus de recente merites van de cinematograaf te verdedigen, kwam Pereira met een verpletterend argument: ‘Filmzalen ruiken naar zweet, theaters ruiken naar vrouw, en dat heeft mijn voorkeur. Voila.’
Meer is niet nodig voor het bepalen van een cultuurpolitiek.
De cinematograaf werd dus verboden in Teresina, waar de jonge president, als tegenwicht, het Manuel Pereira da Ponte Martinstheater liet oprichten. Het was een achthoekig gebouw met metalen langs- en dwarsliggers, waarvoor de Franse ingenieur Gustave Eiffel de bouwopdracht kreeg, maar dat werd ontworpen door Pereira zelf. Pereira had per se gewild dat het eruit zou zien als een ‘tropische bosschage’; hij had de ijzeren balken laten aderen, had geëist dat ze werden gebogen als takken en dat elke bout deed denken aan een kwast in het hout. Het dak werd bedekt met bladeren van zink, ineengedraaide kabels hingen als lianen te bungelen; het geheel werd in de menie gezet en groen geschilderd – het allerplantaardigste groen. Resultaat, een stukje roestvrij Amazonië in het dorstige hart van Teresina, het Manuel Pereira da Ponte Martinstheater.