19
‘Waarom hielden wij zo van de sertão?’
‘…’
‘Ik bedoel, ondanks alles…’
‘Weet je nog wat je zei in Brasilia?’
‘Ja, dat ik het gevoel had daar op de rug van de wereld te leven: ‘De aarde is rond, Brasilia is er het bewijs van,’ dat schreef ik aan onze vrienden.’
‘Nou, de sertão is het bewijs van het tegendeel: de aarde is plat en het is overal binnenland. Vandaar de empathie die de sertanejos voor elkaar hebben. Van die mensen hebben we gehouden, en van de grote stilte van hun landschap…’
‘…’
‘…’
‘…’
‘We scholden op de droogte, we veroordeelden het plaatselijke feodalisme, we wensten de boeren verdeling van grond en water toe, we keurden hun bijgeloof af om de gevolgen die het had voor hun voedselsituatie en hun gezondheid, maar we hadden bewondering voor hun weerstandsvermogen, die wijsheid die ze legden in het niet begrepen worden door hun onderdrukkers.’
‘…’
‘…’
(Ja, en die zweetaanval bij de mensen aan de kust als we het tegen hen over het binnenland hadden, ah, dat was ook schitterend! Alsof de demonen van het binnenland een eeuw na de uitroeiing van de Canudos nog terreur uitoefenden over de kustbewoners, die met hun rug tegen de oneindigheid van de zee stonden.)
‘…’
‘…’
‘Ik bracht mijn nachten door met de boerenvakbonden en overdag speelde ik voor hygiënist, maar diep van binnen dachten we maar al te graag dat hier, zelfs wanneer dat alles zou zijn veranderd, dat tenminste hetzelfde zou blijven.’
‘…’
‘…’
‘…’
‘…’
‘…’
‘En er is ook nog wat anders.’
‘…?’
‘Dat is dat je met het hout van de sertão de beste violen maakt.’