46
Welwillende Meester,
Ik schrijf U na een van de onrustigste nachten die ik heb meegemaakt sinds ik hier in Rome ben ja zoiets hoop ik nooit meer mee te maken anders zweer ik dat ik terugga naar Florence en ik verzet geen poot meer ook al zitten ze aan mijn pik te trekken.
Met het dienstmeisje kwam ik met wat vertraging in het pa-lazzo van Burckard aan dus toen het inmiddels donker was want door die idioot van een Copernicus waren we te laat maar gelukkig deden ze ons open toen we aan de poort klopten en we gingen naar binnen en vroegen naar Michael Sander. De bediende die ons binnen had gelaten moet orders van Sander hebben gekregen want hij zette een mooie glimlach op naar het dienstmeisje alsof ie zeggen wou: o ja, ik begrijp wie je bent inderdaad, Mijnheer en Meester, als U het nog weet had Sander het dienstmeisje en mij uitgenodigd om hem te bezoeken omdat ik hem de kul had verteld dat ik de man van het dienstmeisje word en hij wou me adviezen geven om hier in Rome een betrekking te vinden maar ik ben niet achterlijk en begreep wat ie echt bedoelde. Vandaag heb ik dus in het palazzo van Burckard een boodschap achtergelaten met de aankondiging dat we Sander kwamen opzoeken.
Terwijl we wachtten tot de secretaris ons kwam ophalen in de hal van Burckards palazzo zei ik bij me eigen: beste Salai deze keer loop je wel een lekker kutgevaar om zomaar binnen te gaan in het huis van een van de machtigste Straatsburgers van Rome.
Michael Sander kwam ons glimlachend tegemoet en voor het dienstmeisje had ie een hoop galante woorden en tegen mij zei die van wel wel beste jongen ik wed dat jullie allebei een fikse trek hebben, waarom komen jullie niet wat eten dan ga ik nu de kokkin waarschuwen. Toen zag ie mijn bont en blauwe gezicht en schrok even maar ik zei van maak U geen zorgen dat is gewoon iets met paarden en zo liep ie met ons mee naar de bovenverdieping, Mijnheer en Meester, krimmeneel wat is dat palazzo van Burckard mooi en vol luxe spullen van steenrijke mensen, je kan wel zien dat die lui uit Straatsburg barsten van de poen. Maar er is iets geks mee want je ziet zo dat het geen Italiaans palazzo is het heeft ook hele kleine deuren in een boog die uitloopt in een punt, de ramen zijn ook al in een boog maar dan rond, de gangen zijn ook klein en alles is heel nauw en je ziet dat het gemaakt is voor mensen die het altijd koud hebben omdat ze in dat kutduitsland wonen. De plafonds van Burckard zijn allemaal beschilderd met hele mooie decoraties die me eerlijk gezegd beter lijken dan die van Lionardo, op de muren staan schilderingen van steden, er is er bijvoorbeeld een van Jeruzalem, verder wierp ik nog een blik omhoog en zag gelijk een gezicht van Straatsburg denk es even in, Mijnheer en Meester, hoe die lui uit Straatsburg van hun stad bezeten zijn, na het heilige land van Onze-Lieve-Heer schiet bij hen gelijk dat van hun te binnen alsof je verder niks anders op de wereld had afijn.
Nadat we nog een houten trap op moesten van een grote pracht want dat had ook vast een hoop gekost, liet Sander ons binnen in een salonnetje waar gedekt was voor het eten met een schitterende zilveren kandelaar midden op tafel en hij liet een bediende worstjes en kip en kalkoen en duif brengen, alles met een saus van geen idee wat, volgens mij iets Duits maar het was overheerlijk en kruiden en knapperig brood en hele zoete rooie wijn sakkerment wat was die lekker, niet zoals dat wijntje van die poot van een Copernicus. Om ons heen liep een dikke zwarte kat waar Sander grote stukken kalkoen aan voerde en ik dacht van sakkerment je zult nog meemaken dat Sander hem geld toewerpt, zulke lekkere stukken kalkoen zou ik nooit aan een kat geven nee die zou ik zelf opeten ook omdat die kat tegen ons de bekende rotkop trok die alle katten hebben.
Op een gegeven moment reikte Sander me een potje aan waar een soort van rood poeder met gele zaadjes in zat en hij zei van neem maar jongen, proef maar, of wrijf er eerst maar wat van op je hand, je zult zien hoe lekker, en ik deed wat ie zei, dus wat van dat poeder op de rug van mijn hand en erop wrijven, toen stopte ik het ook in mijn mond en ik proefde de smaak, en tot mijn grote verbazing brak er gelijk zowel op de huid van mijn hand als in mijn mond een vreselijke brand uit. Ik weet niet of U voor ogen hebt wat peper voor effect heeft als je het apart eet, vlammen en hitte en een vreselijke brand op je tong, maar dat poeder brandt zo erg, al ga je er alleen maar mee over de huid van je hand dan blijft de pijn al een hele tijd hangen. Sander begon met het dienstmeisje als een idioot te lachen en zei dat dat poeder gemaakt wordt van een plant, ja een groente die Chili heet en die uit West-Indië komt, dus de nieuwe wereld die acht jaar geleden is ontdekt en je kunt het gebruiken bij het koken en om voedsel te conserveren maar het is ook goed om grappen mee te maken. Ha ha heel leuk, zei ik, al had ik dat poeder graag bij Sander in zijn reet gestoken. In elk geval heb ik er wat van in mijn zak gestopt want misschien kan ik het op een dag echt gebruiken om te koken in plaats van er pestgrappen mee uit te halen zoals Sander.
Aan het begin van het eten was ik bang dat Sander me zo’n soort vraag zou stellen als van neem me niet kwalijk jongen maar waarom vroeg je me toen bij de kennismaking naar die Poggio die is afgemaakt als een hond? De angst werd groter toen ik me herinnerde dat ik Sander had gezien op die bijeenkomst bij Dorothea’s vader thuis met al die Duitsers die het over de Turken hadden, ze hadden toen een hoop geld in hun handen dat wie weet waar vandaan kwam en ze sloegen een hoop rare taal uit.
Gelukkig dacht Sander er helemaal niet aan om mij vragen te stellen, hij zat dicht bij het dienstmeisje ja heel vlakbij terwijl hij mij aan de andere kant van de tafel pootte dus terwijl we aten en dronken en kletsten kwam Sander met gore grappen en hij lachte, tegen mij zei hij van drink maar drink maar jongen, da’s goed voor je, en tegen het dienstmeisje: jij vindt die kalkoen wel lekker hè liefje? En hij stopte een dij in haar mond terwijl ie deed van jamjamjamjam zoals je doet bij kinderen als je ze voert en zij lachen en intussen legde Sander onder de tafel zijn hand op haar dijen en ik had het wel door al kon ik het niet zien maar het kon me geen ene reet schelen want ik hoef niet echt met dat dienstmeisje te trouwen en verder was ik zo benauwd om in het huis van de Straatsburgers te zitten dat mijn pik zo klein was geworden als een haar op mijn arm. Ja, Mijnheer en Meester, ik dacht al van kijk es hier misschien stelt Sander me nou wel zo’n vies spelletje voor waar ouwe kerels van houen, dat ie bijvoorbeeld vraagt of ik het dienstmeisje naai terwijl hij toekijkt en zich afrukt of andere smeerlapperij die ik niet eens op wil schrijven.
Gelukkig riep Sander op een gegeven moment zijn bediende maar die kwam niet, toen stond ie op en zei van wat gek misschien hoort ie me niet en hij van jongen ga es kijken waar die lummel van mijn bediende is gebleven. Ik van ja goed, ik had het spelletje toch al wel in de smiezen, ik pakte een van de kaarsen en ging de gang op en begon de trap te zoeken om naar beneden naar de keuken te gaan en ik maakte er juist gebruik van om hier en daar wat te neuzen en uit te vinden waar de vertrekken van de bedienden waren waar die van Sander en waar die van Burckard.
Toen keerde ik om en zoals verwacht was de kamer leeg want Sander had het dienstmeisje meegenomen maar vlak daarvoor moest ie een hoop vuilakkerij bij haar hebben uitgehaald want Sander was gewoon het bovenste stuk van zijn kleding vergeten, dat onder de stoel waar ie zat was beland. In de kamer was alleen nog de kat van Sander die met zijn rotkop tegen mijn benen streek en mauwde omdat ie nog meer kalkoen wou. Bijna gelijk kwam de bediende die een zakje op tafel legde met de woorden dat dat van Sander voor mij was ik maakte het open en zag dat er een hoop geld in zat maar dan ook wel zo veel, Mijnheer en Meester, dat ik daar alle schulden die ik hier in Rome heb gemaakt wel mee zou kunnen afbetalen ook al verwacht ik daarvoor eigenlijk nog Uw voorschot dat maar niet komt neem me niet kwalijk dat ik U eraan herinner hè bovendien moet ik in elk geval zoals afgesproken de helft van het geld van Sander aan het meisje geven.
De bediende zei dat mijnheer Sander het dienstmeisje een paar lakens was gaan laten zien als huwelijksgeschenk voor ons tweeën, o ja, zei ik dan proberen zullie tweeën ze alvast uit om te kijken of ze goed werken en de bediende had geen toestemming om wat terug te zeggen maar je begreep dat ie moest la
chen want hij wist wel dat het dienstmeisje me de hoorns opzette tegen betaling en toen liep ie het salonnetje uit.
Waarna ik, Mijnheer en Meester, lekker rustig ben gaan zitten en weer kalkoen ben gaan eten die heel lekker was en ik heb nog wat wijn gedronken, ook heel lekker moet ik zeggen. Maar na korte tijd kwam de bediende me onderbreken en zei van jongen, mijnheer Sander wacht daarginds op je hoor. Neem me niet kwalijk wat? vroeg ik. De bediende beduidde me om hem te volgen en ging met de kaars voor door een paar gangen tot we voor een deur stonden en de bediende zei me te kloppen, toen ging ie weg. Allereerst sloeg ik een kruis, Mijnheer en Meester, want eenmaal binnen kon me van alles gebeuren, daarna deed ik van klop klop op de deur en vanbinnen hoorde ik de stem van het dienstmeisje die zei kom maar binnen knul. Toen ik de deur opendeed zag ik het dienstmeisje halfnaakt en halfgekleed in de spullen van Sander wat er heel lollig uitzag en je begreep dat de twee al wat gorigheid hadden uitgehaald en van achter een gordijn kwam Sander tevoorschijn in de kleren van het dienstmeisje en zei van kiekeboe! Beste jongen wat leuk dat we met zijn drieën zijn kijk es hier wat ik voor je heb en terwijl het dienstmeisje lachte om mijn verblufte gezicht wees de secretaris van Burckard me op een houten kist die op de grond voor zijn bed stond en open was. Wat heeft dit te betekenen vroeg ik want ik had al een smeerlapperij in mijn hoofd maar ik had helemaal niet door wat Sander verzonnen had. Toen kwam het dienstmeisje op me af en fluisterde in mijn oor maak je niet druk schat er gebeurt niks met je en ze leidde me naar de kist en zei: kruip er nou maar in en ik naar Sander kijken, maar die was al weer achter het gordijn verdwenen en zei lachend, als je er niet in kruipt doe ik geen kiekeboe meer en zien jullie me nooit meer ha ha ha ha! Toen keek het dienstmeisje me met twee van zulke grote ogen aan alsof ze wou zeggen: hup idioot kleed je uit en schiet op want die gek staat te wachten en ze liet me in de houten kist stappen en niet alleen dat! Mijnheer en
Meester, toen ik me bloot uitgekleed had, duwde het dienstmeisje mijn kop omlaag zei maak je niet druk het duurt maar even deed toen de kist dicht en daar zat ik dan in het donker in de kist. Toen hoorde ik nog een keer kiekeboe en gelach van het dienstmeisje en toen een geluid boven mijn hoofd dus op het deksel van de kist alsof de andere twee erbovenop zaten toen begon de kist op een bepaalde manier te bewegen en ik begreep dat Sander met het dienstmeisje op de kist aan het naaien was. Maar daar bleef het niet bij, Mijnheer en Meester, want even later vroeg ie met harde stem: nou lummel, heb je liever de schande of de dood? En toen barstte hij in lachen uit ha ha ha ha alsof het een goeie en hele leuke bak was terwijl ik heel stil bleef en juist bang was want daar in die kist zat ik in het donker en zonder lucht en hij danste heen en weer als een schip in de storm en de secretaris van Burckard deed van oh oh ah hoempf hoempf, en het was echt zo’n krankzinnige situatie, als U me niet gelooft, Mijnheer en Meester, dan geef ik U nog haast gelijk ook. Gelukkig moet Sander op het laatst aan zijn gerief gekomen zijn bij het dienstmeisje want ik voelde dat de kist tot stilstand kwam en kort daarop maakte het dienstmeisje het deksel voor me open en fluisterde met een wat bezorgd gezicht: hoe gaat het? En ik van o best ik zou het zo weer doen maar op dat moment dook Sander van achter het gordijn op en zei weer van kiekeboe kiekeboe jullie zien me niet meer terug en hij wees op mijn pik nog zo klein als een rozijn van angst en hij bescheurde het van het lachen ha ha ha ha de hufter, toen beduidde het dienstmeisje me om mijn kleren te pakken en gelijk de kamer uit te gaan voordat Sander weer een ander maf idee kreeg want dit was al buitenissig genoeg en de duivel mag weten waar ie het vandaan heeft.
Buiten de deur kleedde ik me weer aan en gelukkig stond er een brandende kandelaar zodoende ging ik terug naar het salonnetje van het eten en zag dat er niemand meer was en afijn ik was klaar om even het palazzo door te vlooien maar ik hoorde voetstappen buiten op de gang en toen zag ik de bediende buiten het salonnetje weer op me wachten krimmeneel dacht ik, die Straatsburgers zijn net zo plakkerig als de pech van Lionardo, deze bediende hier wil vast met me meelopen naar de uitgang. Dus moest ik haastig wat verzinnen en ik liet een testone, een flink muntstuk, op tafel achter zonder dat ie het zag. Toen lachte ik naar de bediende of er niets aan de hand was en liet me naar de begane grond brengen en aan het begin van de laatste gang dus die naar de uitgang leidt zei ik tegen die bediende neem me niet kwalijk maar het geschenk voor jou heb je toch gepakt of niet en die vent van neem me niet kwalijk welk geschenk bedoel je en ik van jawel wat ik voor je op tafel heb gelegd want mijnheer de secretaris heeft me voor een bepaalde klus heel ruimhartig betaald en toen wou ik jou ook een klein geschenk van een testone geven omdat je ons vanavond hebt bediend, wij uit Florence zijn niet ondankbaar hoor. Toen ie hoorde hoeveel ik op tafel had achtergelaten bedankte de bediende me uitbundig en keerde als de bliksem weer om uit angst dat iemand van zijn kameraden de testone voor hem zou vinden en hem in zou pikken. Toen zei ik hard goeienacht en terwijl ie de trap opging deed ik de grote voordeur van het palazzo open en met een smak weer dicht om hem in de waan te laten dat ik vertrokken was terwijl ik binnen was gebleven en vanaf dat moment, Mijnheer en Meester, was ik stiekem in het palazzo van Burckard, Salai is niet achterlijk hè? Maar nou moet U even wachten want ik moet mijn ogen weer spoelen die nog steeds retezeer doen door die vervloekte pief die op zijn kloten had gehad laat hem de tering krijgen.
Altijd nederig Uedele onderworpen
Salai