9
Ze haalden de beige Citroën in en nadat ze hadden gecontroleerd of het inderdaad de laatste volgauto was, hielden ze een paar autolengtes afstand. De Citroën zou radiocontact onderhouden met de rest van het team en alle volgauto’s zouden de formatie in- en uitgaan zodat er steeds een andere auto achter het doelwit aan reed. De andere auto’s en busjes zouden snel door de zijstraten rijden, zodat ze op een natuurlijke manier de gaten in de rijdende surveillancebox konden dichten.
Ondertussen hielden de beide Amerikanen hun ogen goed open voor het geval er nog meer wagens van de Franse veiligheidsdienst die ze bij de flat van het doelwit niet hadden ontdekt, voor of achter hen reden.
Ze hadden een tijdje het vermoeden dat een bruine bestelbus ook betrokken was bij de achtervolging. Hij zigzagde tussen het verkeer door en leek de bewegingen van de beige Citroën te spiegelen, maar toen hij bij het laadplatform van een grote broodfabriek stopte, besloten John en Ding dat hij er niet bij hoorde.
Ze hielden ook een zwarte Suzuki-motor in de gaten die werd bereden door een man met een leren pak aan en een zwarte helm op. Motoren waren ideaal voor een achtervolging in drukke straten, en hoewel er ook andere motoren reden, zagen ze deze Suzuki al een paar minuten nadat ze waren vertrokken. Ze wisten het niet zeker, maar ze besloten de zwarte motor niet uit het oog te verliezen.
Ze hadden nog geen vijf minuten gereden toen Chavez en Clark al antwoord kregen op de vraag of hun doelwit onderweg was naar vliegveld Charles de Gaulle, want de auto bleef in zuidelijke richting over de Autoroute du Nord rijden.
‘cdg is de andere kant op,’ zei Clark. ‘Wij rijden naar het centrum.’
‘Voor een blinde eekhoorn doe je het niet slecht.’
Clark knikte, maar zag opeens dat de Citroën voor hen stopte. ‘Het lijkt erop dat ze elkaar gaan afwisselen.’
Een paar seconden later kwam het witte minibusje een zijstraat uit en ging voor hen rijden. Nu was dit de laatste auto van de achtervolgers, dus reden Clark en Chavez daarachteraan.
De zwarte Suzuki deed niet mee in de rotatie en bleef op dezelfde plaats rijden, iets voor John en Ding, richting het centrum. Hij maakte dus geen deel uit van de dcri-unit.
Het begon te regenen toen de processie het centrum van Parijs naderde en het achttiende arrondissement binnenreed. Ze sloegen een keer af naar het oosten en daarna naar het zuiden. Clark zette de ruitenwissers op de hoogste stand, zodat hij en Chavez de achterlichten van de auto voor hen goed konden zien. Een paar minuten later verhoogde de minibus zijn snelheid en verdween in de nacht, maar niet voordat een zwarte vierdeurs Honda de parkeerplaats van een fastfoodrestaurant verliet en in dezelfde richting begon te rijden als Clark en Chavez.
‘Dat is volgens mij die auto uit die parkeergarage,’ zei Chavez.
Clark knikte waarderend. ‘Deze lui zijn verdomde goed. Als we niet wisten dat ze hier waren, zouden we ze nooit hebben gezien.’
‘Ja, maar als we dichter bij het centrum zijn, gaat het lastig voor hen worden, en voor ons ook. Ik wilde dat we een idee hadden waar Rokki naartoe gaat.’
Op dat moment nam de vierdeurs Honda gas terug en ging achter een Mercedes rijden die net een particuliere garage onder een luxe flatgebouw uitreed. John reed op de linkerbaan en op de zwarte Suzuki na was de weg voor hem leeg. Daarom verwisselde hij rustig van rijbaan zodat er een paar auto’s tussen hem en de Honda reden en hij hem niet hoefde in te halen. Maar terwijl hij dat deed, zag hij dat de zwarte Suzuki achter de Honda was gaan rijden. Hij wilde duidelijk achter de laatste dcri-auto blijven.
Beide mannen zagen wat de Suzuki deed, doordat ze bedacht waren op veel subtielere acties van voertuigen. Chavez zei: ‘Shit, die motor hoort bij de achtervolgers.’
‘En die vent is niet half zo slim als zijn vriendjes,’ zei Clark.
‘Denk je dat hij ons heeft gezien?’
‘Nee. Misschien kijkt hij of er auto’s achter Rokki aan rijden om te zien of Rokki countersurveillance-auto’s heeft, maar wij houden minstens vierhonderd meter afstand. Volgens mij hoeven wij ons geen zorgen te maken.’
Ze reden het negentiende arrondissement in en de achterste auto van de achtervolgers werd in korte tijd drie keer verwisseld. Zoals Chavez al had gezegd: de achtervolgers moesten beter hun best doen om onopgemerkt achter hun doelwit te blijven nu er meer kruisingen en verkeerslichten waren die de afstand tussen het doelwit en de achtervolgers kleiner maakten en er meer gebouwen en auto’s waren die de achtervolgers het zicht op het doelwit konden belemmeren. Het leek alsof alle achtervolgende auto’s door elkaar werden gehusseld, met uitzondering van de Suzuki. Hij bleef vlak voor Clark en Chavez rijden, alsof hij aan de achterste auto zat vastgeplakt.
Er zijn drie soorten countersurveillance: technische, passieve en actieve.
Technische countersurveillance betekent normaal gesproken: gebruikmaken van elektronische middelen, zoals wanneer het doelwit radioscanners gebruikt om naar kortegolf-radioverkeer van eventuele achtervolgers te luisteren. Dit is de minst gebruikte vorm van countersurveillance, omdat versleutelde digitale portofoons tegenwoordig de norm zijn en het opvangen van berichten bijna onmogelijk is zonder speciale apparatuur en heel veel tijd.
Passieve countersurveillance is het gemakkelijkst uit te voeren. Hiervoor is namelijk niet meer nodig dan de ogen van het doelwit en diens kennis over de soorten auto’s en methoden die tegen hem zullen worden gebruikt. De Renault waarin het doelwit reed, zou zeer waarschijnlijk passieve countersurveillancemaatregelen gebruiken, omdat hij vol zat met mannen die hun ogen goed de kost gaven op zoek naar achtervolgers. Maar passieve countersurveillance is ook het gemakkelijkst te omzeilen, want als je een groot aantal voertuigen hebt, kun je die in een zodanig patroon verplaatsen dat geen enkel voertuig lange tijd zo dichtbij rijdt dat hij kan worden opgemerkt.
Actieve countersurveillance betekent precies wat de term al aangeeft: actie ondernemen om eventuele achtervolgers af te schudden. Als de Renault snel aan de kant zou gaan staan, zouden eventuele achtervolgers of moeten stoppen of door moeten rijden, waardoor hun opdracht waarschijnlijk opvalt. Als de Renault door rustige zijstraatjes of over parkeerplaatsen ging rijden, zouden eventuele achtervolgers opvallen doordat ze bij het doelwit bleven.
Maar geen van deze actieve maatregelen waren het worstcasescenario voor een eventuele achtervolger. Nee, het worstcasescenario was precies dat wat de dcri-unit overkwam waar Clark en Chavez achter reden toen ze het achtste arrondissement binnenreden.
‘Let op!’ riep Chavez toen hij zag dat de Subaru stationwagon van de dcri te snel opzij zwenkte en een smalle straat inreed. De Subaru had geen enkele reden voor die actie, tenzij hij zojuist via de radio had gehoord dat de auto van het doelwit een U-bocht had gemaakt en nu zijn achtervolgers tegemoet reed.
Dat was een opvallende veiligheidsmaatregel die niet ongebruikelijk was voor een team dat onderweg was naar een undercovermissie. Maar de Renault had de dcri voor de gek gehouden door vóór hun U-bocht geen enkele andere actieve maatregel toe te passen. Daardoor hadden ze hun achtervolgers in slaap gesust.
Clark en Chavez sloegen niet af; dat was onmogelijk zonder zichzelf bloot te geven aan het dcri-team of de auto van het doelwit, waarvan ze de koplampen nu minstens honderd meter voor zich uit konden zien.
‘Ik zal gewoon rechtdoor moeten rijden,’ zei Clark en deed dat dan ook. Hij bleef op dezelfde rijbaan rijden, in hetzelfde tempo. Hij keek niet opzij toen de auto van het doelwit hen passeerde, maar reed in zuidwestelijke richting door naar de Avenue Hoche.
Chavez zei: ‘Kijk eens wie er nog meer is doorgereden.’ De zwarte Suzuki-motor reed door, nog steeds voor Clark en Chavez. ‘Hij had alle tijd om te stoppen voordat Rokki hier was, als hij contact heeft met de rest van het team.’
Clark knikte. ‘Tenzij hij niet bij de Fransen hoort. Hij hoort bij Rokki, hij keek of ze werden achtervolgd.’
‘Is hij urc?’
‘Daar lijkt het wel op.’
‘Dan moet hij hebben gezien dat die achtervolgende auto afsloeg.’
‘Inderdaad. De dcri is de pineut.’
‘Denk je dat de dcri de achtervolging zal doorzetten?’
‘Ze hebben minstens vijf auto’s ter beschikking, misschien meer. Ze zullen de een of twee wagens die de Renault net niet voorbijgereden is wel inzetten en proberen ze daarmee te blijven achtervolgen. We moeten er maar van uitgaan dat Rokki en zijn mannen bijna op hun bestemming zijn.’
Een minuut later stonden Clark en Chavez op een kruising op de brede Avenue des Champs-Élysées. Ze waren erin geslaagd het Renault-busje weer voor hen te laten invoegen, dankzij een verkeersongelukje waardoor de verkeersstroom op de avenue vertraagde en een paar rode verkeerslichten waardoor deze helemaal tot stilstand kwam. Ze keken niet in de achteruitkijkspiegel naar eventuele auto’s van de dcri, want ze wisten dat de kans groot was dat getrainde achtervolgers twee mannen zouden ontdekken die constant in hun spiegels keken.
De Renault sloeg een zijweg van de Champs-Élysées in, nam nog een paar afslagen en reed vervolgens de met bomen omzoomde Avenue George V op. Toen de auto van het doelwit voor hen stopte, zei Clark: ‘Zo te zien zijn we er.’
Chavez keek naar de gps op zijn iPhone. ‘Iets verderop rechts is het Four Seasons Hotel.’
Clark floot. ‘Het Four Seasons? Dat is behoorlijk chic voor een luitenant van de urc en drie van zijn mannen.’
‘Ja, vind je ook niet?’
Het Renault-busje stopte inderdaad, enkele tientallen meters bij de hoofdingang van het luxehotel vandaan. Clark reed door, terwijl een van de mannen uitstapte, zijn paraplu opzette en naar de hoofdingang liep.
Clark sloeg bij de kruising rechtsaf, maar stopte meteen voorbij de hoek. ‘Ga even kijken.’
‘Doe ik,’ zei Ding. Hij stapte uit en liep via de personeelsingang het hotel in.
Clark reed een rondje. Toen hij terugkwam stond Chavez al in de regen bij de personeelsingang te wachten en stapte weer in de Galaxy. ‘Een vent heeft net een kamer geboekt. Gereserveerd onder de naam Ibrahim. Twee nachten. Ik heb het kamernummer niet gehoord, maar ik hoorde wel dat de receptioniste een bediende belde en tegen hem zei dat hij hen naar hun suite moest brengen. De rest van het team komt nu ook binnen. Ze hebben alle bagage bij zich die we zagen toen ze in de bus stapten.’
‘Heb je Rokki kunnen identificeren?’
‘Absoluut. Dat was de man met de paraplu. Hij sprak Frans. Slecht Frans, maar dat is het enige Frans dat ik ken.’
Clark en Chavez reden door, in westelijke richting op de Avenue Pierre 1er de Serbie. Clark schudde verbaasd zijn hoofd. ‘Een gewapende urc’er haalt dus drie kerels en wat spullen op in een getto en brengt ze meteen naar een suite in het Four Seasons.’
Chavez zei hoofdschuddend: ‘Een suite hier kost denk ik wel vijfduizend dollar per nacht. Ongelooflijk dat de urc hier zijn tenten opslaat, tenzij...’
Clark knikte en zei alleen maar: ‘Tenzij het een of andere operatie is.’
Chavez zuchtte. ‘Deze jongens zijn iets van plan.’
‘Binnen een dag. Het safehouse in Seine-Saint-Denis was een verzamelplaats, maar het Four Seasons is de missie. We hebben niet veel tijd.’
‘Hadden we maar een idee wat hun doelwit is.’
‘Van hieruit kunnen ze alles in Parijs treffen. We kunnen ze in de gaten houden tot ze in actie komen, maar dat is te riskant. Afhankelijk van wat in die zakken zit, zou Hosni Rokki van plan kunnen zijn een opvallende vip te vermoorden die in het Four Seasons logeert, het Amerikaanse consulaat met machinegeweervuur te beschieten of de Notre Dame op te blazen.’
‘We kunnen de Fransen tippen.’
‘Ding, als we enig idee hadden wie of wat het doelwit is, zouden we de juiste mensen kunnen waarschuwen en het doelwit kunnen verplaatsen of de locatie kunnen afsluiten. Maar de Franse politie alleen maar vertellen dat een groep louche figuren in een bepaalde suite in het Four Seasons zit? Nee... Stel je dat maar eens voor. Ze willen geen toestanden, ze zullen geen inbreuk willen maken op iemands rechten en dus voorzichtig wat informatie inwinnen bij het hotel...’
Ding maakte zijn zin af. ‘En ondertussen laten die klojo’s met een detonator en wat semtex de Eiffeltoren en iedereen die daarop zit de lucht in gaan.’
‘Inderdaad. De dcri heeft hen al in het vizier. We moeten er maar van uitgaan dat dit alles is waar deze cel mee te maken krijgt.’
‘Wij moeten ze dus tegenhouden?’
Clark dacht hier even over na. ‘Zo’n kans hebben we sinds de Emir niet meer gehad. Ryan zegt dat Rokki op zich niet zo belangrijk is, maar als hij hier een klus voor Al Qahtani uitvoert, kun je er donder op zeggen dat hij meer van Al Qahtani weet dan wij.’
‘Wil je hem gevangennemen?’
‘Dat zou leuk zijn. We kunnen zijn aanval voorkomen, de andere mannen van zijn cel doden en hem vervolgens meenemen voor een gezellig onderonsje.’
Chavez knikte. ‘Klinkt goed. We zullen wel geen tijd hebben om af te wachten.’
‘Helemaal geen tijd. Ik bel wel even, want hier hebben we wel wat hulp bij nodig.’