65

Nadat Dom de voordeur van het huis open had getrapt, gooide Ryan zijn flitsgranaat om de hoek de gang in. Zelf bleef hij links van de deuropening staan, dus buiten de vuurlinie van de mannen in het gebouw.

klabammmm!

De vier mannen renden naar binnen; Dom en Ryan drukten zich rechts tegen de muur, Ding en Mohammed links. In het licht van de lamp op hun wapens zagen ze een onverlichte open ruimte. Vrijwel meteen zag Dominic door een deuropening rechts van hem iets bewegen, doordat zijn lichtstraal weerkaatste op het metaal van een wapen. Caruso vuurde snel een salvo van tien patronen op de deuropening af. Er viel een met kogels doorzeefde, bebaarde man naar buiten die een kalasjnikov uit zijn handen liet vallen.

Achter hen, op de binnenplaats, werd met kleine wapens geschoten. Dit waren geen geweren van rondlopende Puma’s, nee, dit waren de AK’s van de vijandelijke bewakers. Toen het schieten luider werd, begrepen ze dat de mannen uit de barakken waren gekomen. Of ze schoten op de heli’s of ze renden naar het hoofdgebouw, of allebei.

Chavez, Caruso, Ryan en Al Darkur slopen achter elkaar aan door een lange gang, controleerden ondertussen links en rechts een paar kamers en gebruikten hiervoor dezelfde wall-flood-tactiek die ze hadden gebruikt om de eerste kamer open te breken: zodra ze bij een deuropening kwamen, liepen ze snel naar binnen met hun wapens omhoog en de lamp aan, de eerste en derde man liepen langs de muur links van de ingang, en de tweede en vierde man langs de muur rechts van de ingang.

Na de derde lege kamer stonden ze weer in de gang. Mohammed al Darkur schoot twee mannen neer die probeerden via de voordeur naar binnen te komen. Daarna liet hij zich op zijn kniestukken zakken met zijn geweer gericht op de deur waardoor de mannen uit de barakken zouden proberen naar binnen te komen.

‘Doorlopen jullie! Ik hou ze wel tegen!’

Chavez draaide zich om en begon te lopen, met Ryan en Caruso vlak achter zich aan.

 

Ze sloegen een hoek om, Ding schoot een gewapende man neer die links van hem van een trap kwam en knielde om zijn wapen te herladen. Rechts van hen was een stenen trap die naar de pikdonkere kelder leidde.

Buiten hoorden ze luide rpg-explosies en geweervuur.

Domingo draaide zich om naar de anderen en moest schreeuwen om boven het lawaai van Al Darkurs geweer uit te komen: ‘We hebben geen tijd meer! Ik kijk boven en jullie beneden! Daarna komen jullie hier weer terug, maar pas op dat je niet op onze eigen mensen schiet!’

Daarna rende Chavez de trap op en uit het zicht.

Caruso liep voorzichtig als eerste de keldertrap af en scheen met zijn lamp voor zich uit. Hij was nog maar halverwege de onregelmatige stenen trap toen iemand die zich voor hem bevond begon te schieten. De vonken spatten van de muren om hem heen doordat de koperen hulzen van de kogels daarop afketsten.

Caruso liep achteruit terug naar boven, maar botste tegen Ryan op. Beide mannen struikelden en gleden op hun rug van de trap af en landden ten slotte in de donkere gang.

De schutter voor hen bleef schieten. Ryan lag boven op Caruso, die nu geen kant op kon. Jack ging snel op zijn knieën zitten, richtte werktuiglijk op de lichtflitsen voor hen en schoot twintig patronen op zijn vijand af.

Boven het gepiep in zijn oren uit, hoorde hij zijn eigen hete koperen hulzen tegen de stenen ketsen. Het werd stil. Daarna hoorde hij een wapen op de grond vallen. Hij scheen met zijn lamp naar voren en zag een talib die in elkaar gezakt tegen de muur hing bij een bocht in de keldergang.

‘Gaat het, Dom?’

‘Ga van me af!’

‘Sorry.’ Ryan klom van hem af en stond op. Dom stond nu ook op en begon te lopen, terwijl Jack zijn P-90 herlaadde.

‘Kom, we gaan verder.’

Ze liepen naar de bocht in de gang en keken om de hoek. Voor hen uit, achter in de gang, was een kamer. Het was donker binnen, maar dat bleef niet lang zo.

Er werden twee AK’s afgevuurd en er ontstond een vonkenregen doordat de kogels tegen de stenen muur ketsten.

Dom en Jack trokken snel hun hoofd terug.

‘Daar zou de gevangenis weleens kunnen zijn.’

‘Dat denk ik ook,’ beaamde Ryan.

Kennelijk waren er niet meer dan twee bewakers, maar omdat ze helemaal achter in de gang stonden, hadden ze goede dekking. Bovendien hadden ze een voordeel van één seconde: Jack en Dom hadden geen idee wat zich aan de andere kant van de deuropening bevond. Het was heel goed mogelijk dat zij op de bakstenen gang en de kamer schoten, maar dat hun kogels binnen ricocheerden en de man raakten die ze wilden redden.

‘Wat denk je, moeten we Chavez ophalen en dan terugkomen?’ vroeg Ryan.

‘Geen tijd voor. We moeten naar binnen.’

Ze dachten even na. Opeens zei Jack: ‘Ik heb een idee. Ik pak een 9-banger flash bang en gooi hem niet ver, net voorbij de deuropening. Zodra de eerste flitsgranaat afgaat, beginnen we te rennen.’

‘In de 9-banger?’ vroeg Caruso ongelovig.

‘Verdomme, ja! We schermen onze ogen af. Als hij afgaat, moeten ze hun hoofd wel terugtrekken. Als we halverwege de gang zijn, rol jij een flitsgranaat door de deuropening waardoor zij zich rot schrikken en wij naar binnen kunnen. We moeten het wel goed timen, maar dat houdt hen wel even bezig.’

Dom knikte. ‘Ik kan niets beters verzinnen. Maar laat je geweer hier. Alleen pistolen. Dan kunnen we ons gemakkelijker bewegen. We willen Sam immers ook niet raken als hij naar buiten komt.’

De twee jonge mannen legden hun geweren neer en haalden granaten uit hun borstzak. Ryan greep zijn pistool en trok de pin uit een granaat.

Dom ging naast hem staan, helemaal in de hoek. Hij klopte zijn neef op de schouder en zei: ‘Niet terugtrekken. Zodra we naar hen toe lopen, kunnen we niet meer terug. We hebben alléén maar een kans als we doorlopen.’

‘Begrepen,’ zei Jack en gooide de granaat met een onderhandse worp het donkere vertrek in.

Na een paar echoënde, metaal-op-steenachtige klanken, volgde de eerste explosie al die de gang en de mannen die helemaal achterin stonden, deed trillen. Dom rende voor Jack uit de tien meter lange vuurlinie van de vijand in en rolde zijn flitsgranaat als een bowlingbal door de lichtflitsen en de rook van Jacks 9-banger.

Samen renden Caruso en Ryan naar voren met hun ogen afgewend van de vlammen.

De twee bewakers trokken hun hoofden weer terug om zich te beschermen tegen wat volgens hen een afleidingsaanval was. Maar toen de laatste knal van de 9-banger was weggestorven en de bewakers weer op de gang wilden schieten, rolde er een blikje tussen hen in.

Ze keken allebei naar de flitsgranaat toen hij afging, hun hersenmassa tegen de binnenkant van hun schedel klapte en hun verblinde ogen zich opensperden.

Jack rende als eerste de kamer binnen, maar hij had zoveel last van Doms flash bang dat hij gedesoriënteerd raakte. Hij rende de mannen voorbij die aan weerszijden van de deur op de grond waren gevallen en klapte al tegen de metalen tralies van de eerste cel voordat hij had kunnen afremmen.

‘Verdomme!’ schreeuwde hij, toen hij merkte dat hij een paar seconden halfblind en halfdoof was.

Maar Dominic kwam achter hem aan naar binnen; Jacks lichaam had het meeste licht en iets van het geluid afgeschermd, zodat de zintuigen van de ex-fbi-agent nog goed functioneerden.

Hij schoot de beide gedesoriënteerde Haqqani-strijders die nog op de grond zaten dood met een kogel in hun achterhoofd.

‘Hier!’ riep Sam. De deur van zijn cel was maar een meter bij Ryan vandaan, maar deze kon hem bijna niet horen.

Ryan scheen met zijn lamp op de cellen. Een Pashtun-man was tegen de muur van de eerste cel gekropen, en op de grond van de tweede cel lag een ziek uitziende, blonde man.

Daarna scheen Ryan met zijn lamp in de hoek. In de laatste cel zat Sam Driscoll boven op een dode Haqqani-strijder met zijn handen om de verdraaide nek van de man.

Caruso vond het lichtknopje en draaide hem om, waarna de plafondlampen aansprongen. Hij keek ook naar Sam. ‘Ben je in orde?’

Sam wendde zijn blik af van de man die hij zojuist met zijn handen had vermoord, de bewaker die hem als een menselijk schild had willen gebruiken. Daarna keek hij naar zijn collega’s. ‘Zijn jullie soldaatje aan het spelen of zo?’

In Het Vizier
x9789044966824.html1.xhtml
x9789044966824.html2.xhtml
x9789044966824.html3.xhtml
x9789044966824.html4.xhtml
x9789044966824.html5.xhtml
x9789044966824.html6.xhtml
x9789044966824.html7.xhtml
x9789044966824.html8.xhtml
x9789044966824.html9.xhtml
x9789044966824.html10.xhtml
x9789044966824.html11.xhtml
x9789044966824.html12.xhtml
x9789044966824.html13.xhtml
x9789044966824.html14.xhtml
x9789044966824.html15.xhtml
x9789044966824.html16.xhtml
x9789044966824.html17.xhtml
x9789044966824.html18.xhtml
x9789044966824.html19.xhtml
x9789044966824.html20.xhtml
x9789044966824.html21.xhtml
x9789044966824.html22.xhtml
x9789044966824.html23.xhtml
x9789044966824.html24.xhtml
x9789044966824.html25.xhtml
x9789044966824.html26.xhtml
x9789044966824.html27.xhtml
x9789044966824.html28.xhtml
x9789044966824.html29.xhtml
x9789044966824.html30.xhtml
x9789044966824.html31.xhtml
x9789044966824.html32.xhtml
x9789044966824.html33.xhtml
x9789044966824.html34.xhtml
x9789044966824.html35.xhtml
x9789044966824.html36.xhtml
x9789044966824.html37.xhtml
x9789044966824.html38.xhtml
x9789044966824.html39.xhtml
x9789044966824.html40.xhtml
x9789044966824.html41.xhtml
x9789044966824.html42.xhtml
x9789044966824.html43.xhtml
x9789044966824.html44.xhtml
x9789044966824.html45.xhtml
x9789044966824.html46.xhtml
x9789044966824.html47.xhtml
x9789044966824.html48.xhtml
x9789044966824.html49.xhtml
x9789044966824.html50.xhtml
x9789044966824.html51.xhtml
x9789044966824.html52.xhtml
x9789044966824.html53.xhtml
x9789044966824.html54.xhtml
x9789044966824.html55.xhtml
x9789044966824.html56.xhtml
x9789044966824.html57.xhtml
x9789044966824.html58.xhtml
x9789044966824.html59.xhtml
x9789044966824.html60.xhtml
x9789044966824.html61.xhtml
x9789044966824.html62.xhtml
x9789044966824.html63.xhtml
x9789044966824.html64.xhtml
x9789044966824.html65.xhtml
x9789044966824.html66.xhtml
x9789044966824.html67.xhtml
x9789044966824.html68.xhtml
x9789044966824.html69.xhtml
x9789044966824.html70.xhtml
x9789044966824.html71.xhtml
x9789044966824.html72.xhtml
x9789044966824.html73.xhtml
x9789044966824.html74.xhtml
x9789044966824.html75.xhtml
x9789044966824.html76.xhtml
x9789044966824.html77.xhtml
x9789044966824.html78.xhtml
x9789044966824.html79.xhtml
x9789044966824.html80.xhtml
x9789044966824.html81.xhtml
x9789044966824.html82.xhtml
x9789044966824.html83.xhtml
x9789044966824.html84.xhtml
x9789044966824.html85.xhtml
x9789044966824.html86.xhtml
x9789044966824.html87.xhtml
x9789044966824.html88.xhtml
x9789044966824.html89.xhtml