70

Het Baikonoer Cosmodrome, ten noorden van de rivier de Syr Darya op de steppen van de voormalige satellietstaat Kazachstan, is zowel de oudste als de grootste lanceerbasis ter wereld. Het terrein heeft de vorm van een cirkel met een diameter van ongeveer vijfentachtig kilometer en omvat tientallen gebouwen, lanceerplatforms, versterkte silo’s, assemblagegebouwen, volgstations, controlecentra, wegen, een vliegveld en een treinstation. De nabijgelegen stad Baikonoer heeft zijn eigen vliegveld en vlakbij is er nog een treinstation, in Tyuratam.

Het eerste lanceerplatform werd in de jaren vijftig gebouwd, aan het begin van de Koude Oorlog. En vanaf Baikonoer werd Yuri Gagarin gelanceerd, waarmee hij de eerste mens in de ruimte werd. De commerciële ruimte-industrie zou pas dertig jaar later ontstaan, maar tegenwoordig is Baikonoer Ruslands belangrijkste locatie voor particuliere commerciële ruimteoperaties. Bedrijven huren het terrein van Kazachstan en betalen hiervoor niet in dollars of roebels of euro’s, maar in militaire benodigdheden.

Georgi Safronov liep hier al bijna twintig jaar rond, in de assemblagegebouwen, op de lanceerplatforms en over de steppen. Hij was het gezicht van het nieuwe Rusland op het gebied van de ruimte, net zoals Gagarin een halve eeuw eerder model had gestaan voor Ruslands ruimteoperaties.

Op de eerste dag dat de vijfenveertigjarige Georgi Safronov weer in Baikonoer was, de dag voor de geplande lancering van de eerste van drie Dnepr-raketten die kort na elkaar gelanceerd zouden worden, zat hij in zijn tijdelijke kantoor in het lcc, het lanceercontrolecentrum. Dit gebouw stond ongeveer acht kilometer ten westen van de drie lanceerplatforms die voor de Dnepr-lanceringen zouden worden gebruikt. Het Dnepr-terrein, hoewel het tientallen vierkante kilometers groot was, was relatief klein vergeleken met de lanceerfaciliteiten van de Sojoez-, Proton- en Rokot-raketten in andere delen van het Cosmodrome.

Georgi keek vanuit zijn raam op de eerste verdieping naar de lichte sneeuwbui die zijn uitzicht op de lanceerplatforms in de verte belemmerde. Daar ergens stonden de drie silo’s met de dertig meter lange raketten zonder raketkop; deze zouden algauw worden gemonteerd en daarna zouden die drie bevroren, betonnen gaten de belangrijkste en meest gevreesde plaats ter wereld zijn.

Hij wendde zijn blik af van het besneeuwde uitzicht toen er op de deur van zijn kantoor werd geklopt.

Aleksandr Verbov, Safronovs directeur Lanceeroperaties, stak zijn hoofd om de hoek. ‘Sorry, Georgi, de Amerikanen van Intelsat zijn hier. Omdat ik hen niet kan meenemen naar de controlezaal, heb ik hun verteld dat ik even zou kijken of je het druk had.’

‘Natuurlijk wil ik mijn Amerikaanse klanten heel graag ontmoeten.’

Safronov stond op toen zes Amerikanen zijn kleine kantoor binnenkwamen. Hij glimlachte hartelijk, gaf hen een hand en maakte tegen ieder van hen een persoonlijke opmerking. Ze waren hier om de lancering van hun communicatiesatelliet te monitoren, maar in werkelijkheid zou de container met hun eigen apparatuur erin worden vervangen door een container die zich op dat moment in een bewaakte treinwagon een paar kilometer bij het Cosmodrome vandaan bevond.

Terwijl hij hen een hand gaf en beleefdheden uitwisselde, wist hij dat deze vijf mannen en één vrouw binnenkort dood zouden zijn. Zij waren ongelovigen en hun dood was onbelangrijk, maar hij realiseerde zich wel dat de vrouw heel knap was.

Georgi vervloekte zijn zwakte. Hij wist dat zijn lichaam in het hiernamaals zou worden beloond. Terwijl hij dit dacht, glimlachte hij naar de aantrekkelijke communicatie-adviseur en liep naar de Amerikaan die naast haar stond, een kleine, dikke, bebaarde man met een titel in de een of andere onbelangrijke wetenschap.

Even later verlieten de Amerikanen zijn kantoor en liep hij terug naar zijn bureau. Hij wist dat ook de Japanse en Britse klanten nog zouden langskomen. Het lcc was officieel verboden terrein voor buitenlanders, maar Safronov had de afgevaardigden van de bedrijven van zijn klanten toegang tot de kantoren op de eerste verdieping verleend.

Gedurende de dag nam hij de volledige leiding op zich over het klaarmaken van de raketten. Natuurlijk konden andere mensen dat ook wel doen, Georgi was immers de president-commissaris van het bedrijf, maar Safronov stelde zijn personeel gerust met de mededeling dat dit de allereerste multilancering van Dneprs in de geschiedenis was: binnen een tijdsbestek van zesendertig uur zouden er drie lanceringen plaatsvinden en hij wilde ervoor zorgen dat alles volgens plan verliep. Dit kon, zei hij, in de toekomst meer klanten aantrekken als ook andere bedrijven hun apparatuur binnen een specifiek tijdsbestek wilden lanceren. De Dnepr-raketten waren in staat meer dan één satelliet tegelijk de ruimte in te brengen, met alle apparatuur in dezelfde Space Head Module, maar dit had alleen zin als de klanten allemaal dezelfde baan nodig hadden. De raketten die de komende twee dagen zouden worden gelanceerd, stuurden satellieten naar het zuiden en naar het noorden.

Tenminste, dat dácht iedereen.

Niemand verbaasde zich echt over Safronovs actieve medewerking, omdat Georgi bekendstond als meewerkend leider en als expert op het gebied van het Dnepr-systeem.

Niemand wist natuurlijk dat hij zijn deskundigheid had verworven tijdens werkzaamheden die hij ruim tien jaar eerder had verricht.

Toen de R-36, navo-benaming SS, een ballistische raket, aan het eind van de jaren tachtig was uitgerangeerd, bleven er 308 raketten achter in de boedel van de Sovjet-Unie.

Safronovs bedrijf paste ze eind jaren negentig in opdracht van de Russische regering aan voor ruimtelanceringen, maar op dat moment was het Amerikaanse spaceshuttleprogramma in volle gang en had Amerika plannen om meer shuttles de ruimte in te sturen.

Safronov was bang dat zijn bedrijf er niet in zou slagen het Dnepr-systeem alleen met ruimtelanceringen winstgevend te maken, en daarom verzon hij andere manieren om ze te gebruiken.

Een van de ideeën die Safronov jarenlang ontwikkelde en uitvoerde, was het idee dat een Dnepr-1-raket kon worden gebruikt als een maritiem levensreddend instrument. Stel dat een schip zinkt voor de kust van Antarctica, dan kunnen we in Kazachstan een raket lanceren met een lading van ruim dertienhonderd kilo en die binnen een uur twintigduizend kilometer verderop laten neerkomen, met een precisie van minder dan twee kilometer. Andere ladingen konden in noodsituaties naar andere delen van de wereld worden gestuurd; dat was weliswaar een kostbare actie, maar onvergelijkbaar met de gebruikelijke luchtpostservice.

Hij wist dat het fantastisch klonk en daarom werkte hij maandenlang met een team wetenschappers aan de uitwerking van de telemetrische uitvoering van zijn idee en aan de ontwikkeling van computermodellen.

Uiteindelijk kwam er niets terecht van zijn plannen, vooral niet nadat de Amerikaanse spaceshuttlelanceringen na het verlies van de Challenger stopten en daarna pas heel langzaam weer op gang kwamen.

Maar een paar maanden eerder, na zijn bespreking met generaal Ijaz, haalde Safronov zijn oude diskettes uit een doos en stelde een team samen dat de techniek moest verbeteren om Dnepr-raketten in een hogere atmosfeer te sturen in plaats van in een lage baan en vervolgens een cabine met een parachute op een specifieke locatie op de aarde te laten landen.

Zijn team dacht dat dit een hypothetische kwestie was, maar ze deden wat hun was gevraagd. Daarna installeerde Safronov de computermodellen en de uitvoercommando’s stiekem in de software die nu in het lcc in gebruik was.

Hij kreeg een kort telefoontje van Assemblage en Integratie: de drie satellieten waren uit de clean room gehaald en in de payloadcontainers en in de Space Head Modules geplaatst, de neus van het feitelijke ruimtevaartuig dat voor zover de eigenaren van de satellieten wisten hun apparatuur in een baan om de aarde zou brengen. Dit ruimtevaartuig zou nu vanuit de silo’s in transporter-erectors worden geplaatst, grote kranen op trucks die hen naar de raketten zouden brengen, de enorme drietrapsraketten die al klaarstonden in hun silo’s. Dit tijdrovende proces zou pas laat in de avond zijn afgerond, en het meeste personeel zou het lcc verlaten om naar de lanceerplatformen te gaan, om toezicht te houden of gewoon om te kijken.

Hierdoor zou Georgi voldoende tijd hebben om zijn mannen in Baikonoer opdracht te geven zich klaar te maken voor de aanval.

Tot nu toe verliep alles volgens plan, maar Safronov verwachtte ook niets anders omdat elke actie die hij had ondernomen niets meer of minder was dan Allahs wil.

 

De Fransen die voor Fabrice Bertrand-Morel werkten, waren misschien wel goede detectives, goede mensenjagers, maar John Clark vond hen ontzettend slechte ondervragers. De afgelopen twee dagen was hij gestompt, getrapt, geslagen, had hij geen water of eten gekregen en had zelfs niet even naar het toilet mogen gaan.

Wat dát marteling?

Ja, zijn kaak was gezwollen en gekneusd, en hij was twee kronen kwijtgeraakt. En ja, hij was gedwongen geweest zichzelf te beplassen en hij was ervan overtuigd dat hij de afgelopen twee dagen zoveel was afgevallen dat hij, mocht hij hier ooit vandaan komen, naar een kledingwinkel zou moeten rennen om kleren te kopen die niet van zijn lichaam gleden. Maar nee, deze jongens hadden niet het minste besef hoe je iemand zover moest krijgen dat hij zijn mond opendeed.

John had niet de indruk dat de mannen door hun baas onder tijdsdruk waren gezet. Het waren nog altijd dezelfde zes mannen; ze hadden hem in de een of andere huurwoning gezet, waarschijnlijk niet ver van Moskou af en ze dachten waarschijnlijk dat ze hem een paar dagen lang door de mangel konden halen om hem zover te krijgen dat hij zijn contacten en zijn opdrachtgevers zou prijsgeven. Ze stelden hem vragen over Jack Ryan, Jack Ryan senior welteverstaan. Ze stelden hem vragen over zijn huidige opdracht. Ze stelden hem vragen over de Emir. Hij kreeg de indruk dat de mannen die deze vragen stelden onvoldoende op de hoogte waren van de context van de informatie waar men naar op zoek was om het verhoor goed op te zetten. Iemand − Laska of fbm of Valentin Kovalenko − had hun vragen gestuurd die ze moesten stellen, en dat deden ze dan ook.

Stel vragen. Krijg je geen antwoord? Dan afstraffen. Opnieuw.

Clark had het niet naar zijn zin, maar dit kon hij wel een week volhouden voordat het hem echt ging irriteren.

Hij had wel ergere dingen meegemaakt. Verdomme, de seal-training was erger, veel erger geweest dan deze shit.

Een van de Fransen, volgens John de aardigste van het stel, kwam het vertrek binnen. Hij droeg nu een zwart trainingspak; voor het verhoor hadden de mannen nieuwe kleren gekocht nadat Clarks zweet en bloed en speeksel op hun pakken was gekomen.

Hij ging op het bed zitten; Clark zat vastgebonden in zijn stoel. ‘Meneer Clark, uw tijd raakt op. Vertel me over de Emir, monsieur Yasin.
U werkte samen met Jacques Ryan om hem te vinden, met een paar van uw oude vrienden van de cia misschien? Oui? U ziet, we weten heel veel over u en de organisatie waar u voor werkt, maar we moeten iets meer informatie hebben. Die geeft u ons, die informatie is niet belangrijk voor u, en dan gaat u naar huis.’

Clark rolde met zijn ogen.

‘Ik wil niet dat mijn vrienden u weer slaan. Dit heeft geen zin. U praten, ja?’

‘Nee,’ zei Clark met een kaak die pijn deed, maar volgens hem binnenkort nog veel meer pijn zou gaan doen.

De Fransman haalde zijn schouders op. ‘Ik roep mijn vrienden. Zij zullen u pijn doen, meneer Clark.’

‘Als ze maar niet zoveel praten als u.’

 

Georgi Safronov was ervan overtuigd dat hij alle details van zijn plan goed had doordacht. Op de ochtend van de realisatie van zijn geheime plan hadden de drieënveertig overgebleven Jamaat Shariat-strijders die vlakbij waren gepositioneerd zich al in kleine units opgesplitst; ze maakten gebruik van de trucs die zij hadden geleerd in het trainingskamp van het bijzonder vakkundige Haqqani-netwerk in Waziristan.

Elke militaire actie had echter twee kanten en Safronov was niet vergeten zijn vijand, de veiligheidsdienst van het terrein, te bestuderen.

De veiligheid van Baikonoer was altijd de verantwoordelijkheid geweest van het Russische leger, maar zij hadden zich jaren geleden al teruggetrokken en sinds die tijd lag de bescherming van het ruim drieduizend vierkante kilometer grote terrein in handen van een particulier bedrijf uit Tasjkent.

De bewakers reden rond in trucks, patrouilleerden over het terrein en hadden een paar man bij de voorste hekken geposteerd. Er was ook nog een grote barak vol mannen, maar het hek aan de kant van Baikonoer was laag, vaak slecht en soms zelfs afwezig.

Het was geen onneembaar terrein.

En hoewel het land vanaf een afstand alleen maar een vlak en open terrein leek, wist Safronov dat de steppen werden doorkruist met droogggevallen rivierbeddingen en natuurlijke dalen waar gebruik van kon worden gemaakt. Hij wist ook dat een plaatselijk islamitisch rebellenleger, Hizb ut-Tahrir, in het verleden had geprobeerd het terrein op te komen, maar dat was mislukt doordat ze bijzonder zwak en erg slecht getraind waren geweest. Maar daardoor hadden de ingehuurde Kazachstaanse bewakers wel het idee gekregen dat ze goed voorbereid waren op een aanval.

En er zou een aanval komen, dat wist Georgi, en hij wilde weleens zien of ze er echt klaar voor waren.

Safronov was bevriend geraakt met de baas van de bewakers. Wanneer er een lancering op het programma stond, kwam de man regelmatig naar het lanceercontrolecentrum, en Georgi had de man de vorige avond gebeld met de vraag of hij op tijd wilde komen, omdat Kosmos Space Flight Corporation, Georgi’s bedrijf in Moskou, een blijk van waardering had gestuurd voor het geweldige werk dat hij deed.

De baas van de bewakers vond dat fantastisch en had gezegd dat hij om halfnegen ’s ochtends bij meneer Safronovs kantoor zou zijn.

Het was nu kwart voor acht en Safronov liep te ijsberen in zijn kantoor.

Hij was bang dat zijn aardse vorm niet in staat zou zijn om te doen wat nu gedaan moest worden, en daardoor liep hij te rillen. Zijn hoofd vertelde hem wat gedaan moest worden, maar hij wist niet zeker of hij dat wel kon doen.

Zijn telefoon ging en hij was blij met die afleiding. ‘Ja?’

‘Hai, Georgi.’

‘Hallo, Aleksandr.’

‘Heb je even tijd?’

‘Ik heb het wel wat druk met het controleren van de cijfers voor de tweede lancering. Na de eerste lancering van vanmiddag zal ik niet veel tijd hebben.’

‘Ja, maar ik moet met je praten over de lancering van vanmiddag. Daar maak ik me zorgen over.’

Verdomme! Niet nu! dacht Georgi. Hij had geen zin om zijn ochtend te besteden aan een technische kwestie met betrekking tot een satelliet die niet verder zou reizen dan tot naast de silo waar zijn mannen hem zouden laten vallen en vervolgens door hun eigen Space Head Module zouden vervangen.

Toch zou hij zo lang mogelijk moeten doen alsof alles normaal was.

‘Kom maar.’

‘Ik ben nu bij Flight Data Processing. Ik kan er over vijftien minuten zijn. Twintig als er veel ijs op de weg ligt.’

‘Nou, schiet maar op, Aleksandr.’

Directeur Lanceeroperaties Aleksandr Verbov had twintig minuten nodig om naar het kantoor van zijn president-commissaris in het lcc te komen. Hij liep zonder kloppen naar binnen, stampte met zijn voeten, trok zijn dikke jas uit en zette zijn hoed af. ‘Verdomd koude ochtend, Georgi,’ zei hij met een vertrokken gezicht.

‘Wat is er?’ Safronov had niet veel tijd meer. Hij moest zijn vriend hier zo snel mogelijk weg zien te krijgen.

‘Het spijt me dat ik het moet zeggen, maar we moeten de vlucht van vandaag afgelasten.’

‘Wat? Waarom?’

‘Telemetrie heeft problemen met bepaalde software. Ze willen een tijdje proberen het probleem op te lossen, daarna alles uitschakelen en resetten. Bepaalde databases en processystemen zullen een paar uur niet goed functioneren. Maar de volgende mogelijkheid om alle drie de raketten snel achter elkaar te lanceren, zoals we gepland hebben, is over drie dagen. Ik stel voor dat we de lanceringssequentie cancelen, de drukgeneratoren uitschakelen, de brandstof uit de drie raketten halen en ze in een tijdelijke opslag plaatsen. Dat zal vertraging opleveren, maar we zullen nog steeds in staat zijn drie raketten kort na elkaar te lanceren, wat uiteindelijk ons doel is.’

‘Nee!’ zei Safronov. ‘De lanceringssequentie gaat door volgens plan. Ik wil dat de 109 om twaalf uur klaarstaat.’

Verbov snapte er niets van. Hij had nog nooit zo’n reactie gehad van Safronov, zelfs niet als hij met slecht nieuws kwam. ‘Ik begrijp het niet, Georgi Mikhailovich. Je hebt me toch wel gehoord? Zonder de juiste telemetrische gegevens zal het Europese controlecentrum het ruimteschip nooit toestemming geven zijn vlucht voort te zetten. Zij zullen de lancering afbreken. Dat weet je.’

Safronov keek zijn vriend lang aan. ‘Ik wil hem lanceren. Ik wil dat alle geleide raketten klaarstaan in hun silo’s.’

Verbov glimlachte, hij grinnikte. ‘Geleide raketten?’

‘Raketten. Je weet wel wat ik bedoel. Maak je maar geen zorgen, Aleksandr. Je zult het binnenkort wel snappen.’

‘Wat is er aan de hand?’

Safronovs handen trilden en hij klemde de stof van zijn broek vast. Steeds weer fluisterde hij een mantra die Suleiman Murshidov hem had gegeven: ‘Eén seconde van jihad staat gelijk aan honderd jaar van gebeden. Eén seconde van jihad staat gelijk aan honderd jaar van gebeden. Eén seconde van jihad staat gelijk aan honderd jaar van gebeden.’

‘Zei je iets?’

‘Laat me alleen.’

Aleksandr Verbov draaide zich langzaam om en liep de gang in. Hij had nog maar een paar meter gelopen toen Safronov hem achterna riep: ‘Ik maak maar een grapje, Alex! Alles is in orde. Natuurlijk kunnen we de lancering uitstellen als Telemetrie zegt dat dit moet.’

Verbov schudde zijn hoofd en maakte een snuivend geluid, iets tussen verwarring en lachen in, en toen liep hij terug naar het kantoor.

Hij was al binnen toen hij het pistool in Safronovs hand zag. Met een ongelovige glimlach, alsof hij niet kon geloven dat het wapen echt was, zei hij: ‘Georgi Mikhailovich... wat denk je dat je...’

Safronov schoot één patroon af met zijn Makarov-pistool met geluiddemper. De kogel drong in Aleksandrs maag, doorboorde een long en verbrijzelde een rib, waarna hij via zijn rug weer naar buiten kwam. Alex viel niet, hij knipperde met zijn ogen toen hij het schot hoorde, aarzelde even en keek toen naar beneden, naar het bloed op zijn bruine overall.

Georgi vond dat Aleksandr veel tijd nodig had om te sterven. Geen van beide mannen zei iets, ze keken elkaar alleen maar aan, allebei met een even verwilderde blik. Daarna stak Alex zijn hand uit naar de stoel die achter hem bij de deur stond en ging erop zitten.

Na nog een paar seconden gingen zijn ogen dicht, viel zijn hoofd opzij en kwam er nog een laatste ademteug uit zijn beschadigde long.

Georgi had nog een paar extra seconden nodig om zijn eigen ademhaling onder controle te krijgen. Maar uiteindelijk lukte hem dit en daarna legde hij zijn pistool op zijn bureau.

Hij trok de dode man in de kast van zijn kantoor. Daar had hij ruimte gemaakt voor één man, het hoofd van de bewakers, maar nu zou hij nog meer ruimte moeten vrijmaken voor de Kazachstaan die over een paar minuten zou komen.

Safronov duwde Verbovs lichaam uit de stoel en op de vloer van de kast, schoof zijn voeten naar binnen en deed de deur dicht. Hij haalde een rol toiletpapier uit de badkamer waarmee hij de bloeddruppels van de vloer van zijn kantoor veegde.

Tien minuten later was het hoofd van de bewakers ook dood en lag languit op de vloer van Safronovs kantoor. Het was een grote man, en hij droeg nog steeds zijn jas en zware laarzen. Georgi keek naar het lichaam, naar de bange blik op het gezicht van de dode man en moest eigenlijk overgeven. Maar dat deed hij niet; hij vermande zich en toetste met een trillende hand een nummer in op zijn mobieltje.

Toen de telefoon werd opgenomen, zei hij ‘Allahu Akbar. Het is tijd.’

In Het Vizier
x9789044966824.html1.xhtml
x9789044966824.html2.xhtml
x9789044966824.html3.xhtml
x9789044966824.html4.xhtml
x9789044966824.html5.xhtml
x9789044966824.html6.xhtml
x9789044966824.html7.xhtml
x9789044966824.html8.xhtml
x9789044966824.html9.xhtml
x9789044966824.html10.xhtml
x9789044966824.html11.xhtml
x9789044966824.html12.xhtml
x9789044966824.html13.xhtml
x9789044966824.html14.xhtml
x9789044966824.html15.xhtml
x9789044966824.html16.xhtml
x9789044966824.html17.xhtml
x9789044966824.html18.xhtml
x9789044966824.html19.xhtml
x9789044966824.html20.xhtml
x9789044966824.html21.xhtml
x9789044966824.html22.xhtml
x9789044966824.html23.xhtml
x9789044966824.html24.xhtml
x9789044966824.html25.xhtml
x9789044966824.html26.xhtml
x9789044966824.html27.xhtml
x9789044966824.html28.xhtml
x9789044966824.html29.xhtml
x9789044966824.html30.xhtml
x9789044966824.html31.xhtml
x9789044966824.html32.xhtml
x9789044966824.html33.xhtml
x9789044966824.html34.xhtml
x9789044966824.html35.xhtml
x9789044966824.html36.xhtml
x9789044966824.html37.xhtml
x9789044966824.html38.xhtml
x9789044966824.html39.xhtml
x9789044966824.html40.xhtml
x9789044966824.html41.xhtml
x9789044966824.html42.xhtml
x9789044966824.html43.xhtml
x9789044966824.html44.xhtml
x9789044966824.html45.xhtml
x9789044966824.html46.xhtml
x9789044966824.html47.xhtml
x9789044966824.html48.xhtml
x9789044966824.html49.xhtml
x9789044966824.html50.xhtml
x9789044966824.html51.xhtml
x9789044966824.html52.xhtml
x9789044966824.html53.xhtml
x9789044966824.html54.xhtml
x9789044966824.html55.xhtml
x9789044966824.html56.xhtml
x9789044966824.html57.xhtml
x9789044966824.html58.xhtml
x9789044966824.html59.xhtml
x9789044966824.html60.xhtml
x9789044966824.html61.xhtml
x9789044966824.html62.xhtml
x9789044966824.html63.xhtml
x9789044966824.html64.xhtml
x9789044966824.html65.xhtml
x9789044966824.html66.xhtml
x9789044966824.html67.xhtml
x9789044966824.html68.xhtml
x9789044966824.html69.xhtml
x9789044966824.html70.xhtml
x9789044966824.html71.xhtml
x9789044966824.html72.xhtml
x9789044966824.html73.xhtml
x9789044966824.html74.xhtml
x9789044966824.html75.xhtml
x9789044966824.html76.xhtml
x9789044966824.html77.xhtml
x9789044966824.html78.xhtml
x9789044966824.html79.xhtml
x9789044966824.html80.xhtml
x9789044966824.html81.xhtml
x9789044966824.html82.xhtml
x9789044966824.html83.xhtml
x9789044966824.html84.xhtml
x9789044966824.html85.xhtml
x9789044966824.html86.xhtml
x9789044966824.html87.xhtml
x9789044966824.html88.xhtml
x9789044966824.html89.xhtml