67

Riaz Rehan had bondgenoten bij elke belangrijke branche van zijn land, onder andere bij de Pakistaanse kernwapenindustrie. Via zijn eigen informantennetwerk stond hij in contact met kernwetenschappers, technici en wapenfabrikanten. Van hen had hij gehoord dat veel van de kernwapens die zijn land bezat, waren opgeslagen op de legerbasis Wah, vlak bij Islamabad. Verschillende bommen, voornamelijk Amerikaanse conventionele Mk 84 zware vliegtuigbommen gevuld met 5 tot 20 kiloton kernkoppen, lagen opgeslagen in het Kamra Luchtwapencomplex in de grote Pakistaanse Wapenfabriek in Wah. De atoombommen waren gedemonteerd, maar waren wel zogenaamd ‘schroevendraaier klaar’.

Dit betekende dat ze binnen een paar uur konden worden gemonteerd, nadat het staatshoofd had aangegeven dat hij dat wilde.

En Rehan had de vorige ochtend van een van zijn hooggeplaatste bondgenoten bij het ministerie van Defensie gehoord dat de president van Pakistan die opdracht had gegeven.

Het eerste deel van Operatie Sakervalk was dus al geslaagd. Om er zeker van te zijn dat de wapens werden geassembleerd en naar hun commandopost werden gebracht, had generaal Rehan zijn land op de grens van oorlog moeten zien te krijgen. Nu hij dat voor elkaar had, hield hij zijn contacten binnen de regering en de atoomwapendivisie van het leger in de gaten, en wachtte als een opgerolde slang in het gras tot hij zijn volgende zet kon doen.

De Pakistanen hadden altijd trots verkondigd dat hun atoomwapens werden beschermd door een nationale commando-veiligheidsprocedure die uit drie fasen bestond. Dat was ook zo, maar in feite stelde het niet zoveel voor. Iemand die wist wat de zwakste schakel in de bescherming van het geassembleerde wapen was en die een manier kende om gebruik te maken van deze zwakste schakel, hoefde zich hierdoor niet te laten tegenhouden.

De agenten van de generaal bij de Pakistaanse wapenfabriek hadden hem verteld dat twee bommen van twintig kiloton rond negen uur ’s avonds per vrachtauto het Kamra Luchtwapencomplex zouden verlaten en zouden worden afgeleverd in een speciale trein vlak bij Taxila. Eerst overwoog Rehan de vrachtwagens aan te vallen. Een vrachtwagen is gemakkelijker uit te schakelen dan een trein, maar zo dicht bij de grote militaire bases in Wah en Taxila waren er te veel variabelen die Rehan niet in de hand had.

En dus richtte hij zijn aandacht op de trein. De bommen zouden na een treinreis van ongeveer driehonderd kilometer worden afgeleverd bij een zwaarbewaakte vrachttrein op de luchtmachtbasis in Sargodha.

Eén blik op de kaart was voldoende om de zwakste plek van de route te vinden. Ongeveer vijf kilometer ten zuiden van de stad Phularwan, op een vlak stuk akkerland, stond een groep verlaten molens en graansilo’s aan de rand van een paar graanakkers die doorliepen tot aan de spoorrails. Hier zou een groep mannen zich kunnen verschuilen en vervolgens een trein die vanuit het noorden kwam kunnen aanvallen. Zodra ze hun buit te pakken hadden, kon het team de drie meter lange en bijna duizend kilo zware bommen in een vrachtwagen laden en daarmee naar de moderne M2 Highway rijden, de weg van Lahore naar Islamabad, en van daaruit naar het noorden of het zuiden rijden en binnen anderhalf uur in een van de twee metropolen verdwijnen.

In de eerste week van december viel er een koude gestage regen. De druppels tikten op de golfplaten daken van de graansilo’s die ongeveer vierhonderd meter van het spoor af stonden.

Generaal Riaz Rehan, zijn onderbevelhebber kolonel Khan en Georgi Safronov lagen op hun bidmatje in een donkere schuur achter een verroeste trekker die hen, zodra de aanval was begonnen, hopelijk tegen het geweervuur zou beschermen.

Rehan wachtte op een radio-oproep van een verkenner in Chabba Purana, een dorp iets ten zuidoosten van Phularwan. De vijfenvijftig gewapende Jamaat Shariat-strijders, de mannen die in het Haqqani-kamp in Miran Shah waren opgeleid, lagen verspreid op de akker aan de westkant van de spoorrails. De mannen lagen drie meter van elkaar af; elke vierde man had een rpg-werper en ze hadden allemaal een kalasjnikov.

De Dagestanen, onder leiding van ex-isi-officieren en persoonlijk uitgezocht door generaal Rehan vanwege hun paramilitaire ervaring, bevonden zich ongeveer vijftig meter van het spoor, vlak bij een stuk van tien meter waar ze de rails zojuist hadden weggehaald. De aanstormende trein zou precies voor Jamaat Shariat ontsporen en zich in het zand boren. Daarna zouden de strijders uit Noord-Kaukasus snel iedereen in de trein vermoorden.

Rehan had een rookverbod uitgevaardigd, al sinds het moment dat de zes grote vrachtwagens met mannen eerder die avond waren gearriveerd. Ook al was er tot kilometers in de omtrek geen levende ziel te bekennen, toch verbood hij de mannen om anders dan fluisterend met elkaar te praten. Ze mochten ook alleen maar het hoogstnoodzakelijke radiocontact onderhouden.

Nu kwam zijn portofoon krakend tot leven. De communicatie verliep via een gecodeerd kanaal, maar toch was het bericht ook in code. ‘Ali, voordat je naar bed gaat, moet je de kippen voeren. Ze zullen wel honger hebben.’

Rehan tikte de zenuwachtige Russische ruimtevaartondernemer die bij hem in de schuur zat op de rug en fluisterde: ‘Dat is mijn man bij het spoor. De trein komt eraan.’

Safronov draaide zich om naar Rehan en keek hem aan. Zelfs in het vage licht van deze regenachtige avond leek de man heel bleek. Er was geen enkele reden voor Safronovs aanwezigheid tijdens deze aanval. Rehan had bezwaren geopperd, tegen de Rus gezegd dat hij te belangrijk was voor de totale missie. Maar Safronov had erop gestaan; hij wilde bij zijn broeders zijn, tijdens elke fase van deze operatie. Hij was weliswaar eerder vertrokken bij de training in Noord-Waziristan, maar alleen om zich in Moskou tweeëntwintig uur per dag bezig te houden met de voorbereidingen voor de drie lanceringen in Baikonoer en om ervoor te zorgen dat alleen de door hemzelf geselecteerde wetenschappers en stafleden op het juiste moment bij hem waren.

Maar het vuurwerk van vannacht had hij onder geen voorwaarde willen missen, die dominante Rehan kon de pot op!

Rehan had het uiteindelijk goedgevonden dat Georgi bij de operatie aanwezig was, maar hij hield zijn poot stijf door de man te verbieden zelf mee te doen aan de aanval. Hij eiste zelfs dat Georgi een kogelwerend vest droeg en in de schuur bleef tot ze alles op de trucks hadden geladen en Rehan de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de Dagestaan aan kolonel Khan had overgedragen.

Een paar andere mannen zouden ook niet meedoen aan de schietpartij, omdat zij een belangrijkere rol in de operatie moesten spelen. De kille, berekenende generaal wist dat het moeilijk maar niet onmogelijk was om het verhaal te verkopen dat een groep mannen uit de Degastaanse bergen zo’n ongelooflijke operatie in Pakistan konden uitvoeren. Veel ingewijden zouden meteen zeggen dat ze hulp hadden gehad van de moslims binnen de isi. Om dit verwijt te ontzenuwen, had Rehan een organisatie ingezet met wie hij al ruim tien jaar samenwerkte. De multa, de Muslim United Liberation Tigers of Assam, een islamitische militante groepering in India, was een jaar daarvoor al geïnfiltreerd door agenten van de Indiase nia, de National Investigation Agency. Toen Rehan dat hoorde, werd hij niet kwaad en sneed hij ook niet onmiddellijk de banden met hen door, nee, hij beschouwde dit als een kans. Hij selecteerde mannen van de multa die niet bij de nia-infiltratie betrokken waren en nam hen onder zijn hoede. Hij vertelde hun dat ze konden meedoen aan een ongelooflijke operatie in Pakistan: ze zouden een kernwapen stelen, hiermee terugkeren naar India en deze in New Delhi tot ontploffing brengen. En de mannen zouden de marteldood sterven.

Dat was allemaal gelogen. Hij legde hun bewegingen vast, net als de infiltratie van hun organisatie, en verzamelde bewijsmateriaal dat hij later kon gebruiken om de sporen van de isi bij de diefstal van de bommen uit te wissen. Hij had andere plannen voor de vier multa-mannen die hier vannacht waren. Ze zouden die nacht niet met de bommen kunnen vertrekken, maar de schuld krijgen van de diefstal van de kernwapens, zodat de Indiase regering gedwongen zou zijn de banden die ze met deze groepering hadden uit te leggen.

Om dit verhaal te ondersteunen, wilden Rehan en zijn mannen proberen de aanval een beetje slordig laten lijken. Een groep moslimstrijders uit India die door de Indiase geheime dienst werd bedrogen om samen te werken met Dagestaanse guerrillastrijders in Pakistan zou een aanval niet met militaire precisie kunnen uitvoeren. Daarom wilden Rehan en zijn mannen verwarring en chaos veroorzaken.

Rehan kreeg een radio-oproep van de meest noordelijke unit die meldde dat ze in de verte de lichten van de trein zagen.

De verwarring en de chaos zouden over een paar seconden beginnen.

Rehans plan zou nooit hebben gewerkt als de Pakistaanse regering haar kernwapens even goed tegen terroristen had beschermd als tegen hun oosterbuur. Ze hadden de trein veel langer kunnen maken, ze hadden een compleet bataljon soldaten kunnen laten meerijden, de trein had onderweg continu beschermd kunnen worden door gevechtshelikopters, en de Pakistani Defense Force had van tevoren troepen langs het spoor kunnen stationeren van Kamra tot aan de Luchtmachtbasis Sargodha.

Maar door al deze opvallende maatregelen, die het bijna onmogelijk maakten dat een terroristische groepering de trein kon overmeesteren en de kernwapens kon meenemen, zouden Indiase satellieten, uav’s en spionnen ook weten dat de kernwapens werden verplaatst.

En dat wilde de Pakistani Defense Force niet.

Daarom was de veiligheid van de trein helemaal afhankelijk van geheimhouding en van één compagnie soldaten, iets meer dan honderd gewapende mannen. Als de geheimhouding niet werkte en de trein door terroristen werd aangevallen, zou honderd man in vrijwel elke situatie voldoende zijn om een aanval af te slaan.

Maar Rehan was voorbereid op die honderd mannen en die zouden kansloos zijn.

In de verte doemden de lichten van de trein op, nog maar een kilometer bij Rehan vandaan. Hij hoorde Safronovs zware ademhaling boven het lawaai van de trein uit. De generaal zei in het Arabisch: ‘Rustig maar, mijn vriend. Blijf hier maar liggen kijken. Vannacht zal Jamaat Shariat een eerste belangrijke stap zetten in het veiligstellen van een Dagestaans thuisland voor jouw mensen.’

De Pakistaan zei dit vol vertrouwen en nep-bewondering voor de idioten die verderop in het gras lagen. Hij hoopte dat ze de boel niet zouden verknoeien. Bij de Jamaat Shariat waren een stuk of tien van zijn eigen mannen, ook uitgerust met kleine wapens en portofoons om de aanval te leiden. Hij had geen idee hoe goed de Haqqani deze vijfenvijftig mannen uit de bergen hadden voorbereid, maar dat zou hij over een paar seconden te weten komen.

De trein doemde op in de regen, achter zijn witte lichten. Hij was niet lang, slechts twaalf wagons. Rehans contacten in het Kamra Luchtwapencomplex wisten niet in welke wagon de wapens waren geladen en hij had ook geen mannetje op het station van Taxila. Het was wel zeker dat ze niet in de locomotief zaten en zijn gezonde verstand zei hem dat ze ook niet in de achterste wagon zouden zijn, omdat een deel van de soldaten achterin zou zitten voor het geval de trein van achteren werd aangevallen. Daarom had Jamaat Shariat opdracht gekregen hun rpg’s alleen te richten op de locomotief en de laatste wagon, of op een grote groep soldaten wanneer die uitstapten en vrij ver bij de trein vandaan waren. De rpg’s konden geen atoomexplosie veroorzaken, zelfs niet als ze de bommen zelf zouden raken, maar ze konden de wapens wel heel gemakkelijk beschadigen of de wagon waar ze op lagen in brand steken, waardoor het moeilijk zou worden de twee grote bommen uit de wagons te halen.

Rehan maakte zich zorgen. Als dit niet lukte, was zijn plan om de macht in het land in handen te krijgen mislukt.

De machinist had waarschijnlijk gezien dat er een stuk van de spoorrails ontbrak en trok keihard aan de remmen. Ze piepten en krijsten. Georgi Safronov kromp zichtbaar in elkaar achter de roestige tractor waar hij samen met generaal Rehan en kolonel Khan zat. Rehan begon hem met vriendelijke woorden te kalmeren, maar opeens werd er met een kalasjnikov geschoten, volautomatisch, terwijl de trein nog in beweging was.

Een andere AK viel in, het geluid was amper hoorbaar boven de krijsende remmen van de trein uit.

Rehan was woedend. Jamaat Shariat was gaan schieten.

Rehan schreeuwde in zijn portofoon tegen zijn mannen in het veld: ‘Ze mochten niet schieten voordat de trein was ontspoord! Zorg dat die klootzakken ermee ophouden, zelfs als je ze daarvoor een kogel door hun kop moet jagen!’

Hij was nog maar net uitgesproken, toen de zware locomotief ontspoorde. Erachter, als een langzaam in elkaar schuivende harmonica, draaiden de andere wagons eromheen. De trein reed langzamer, probeerde te stoppen en in het remsysteem ontstonden de eerste brandjes.

Rehan wilde zijn laatste opdracht intrekken en op de zendknop van zijn walkietalkie drukken, maar in plaats daarvan hield hij het apparaat voor Safronovs gezicht. Zacht zei de generaal: ‘Geef uw mannen opdracht aan te vallen.’

Het bleke gezicht van de doodsbange Russische miljonair liep rood aan van dierlijke trots en hij schreeuwde zó hard in de microfoon van de walkietalkie dat Rehan zeker wist dat deze oproep verwrongen uit de ontvangers van zijn schutters zou komen.

‘Aanvallen!’ schreeuwde Safronov in het Russisch.

Meteen stond het terrein voor de mannen in de schuur in een flikkerend licht door de rpg’s. Een paar granaten vlogen over de trein heen en verdwenen in een bocht in de nachtelijke duisternis, eentje ontplofte tegen de een na laatste wagon op het spoor, maar vier andere granaten troffen de locomotief die daardoor veranderde in een vuurbal van verwrongen metaal. Twee andere granaten sloegen in de achterste wagon en verwondden of doodden iedereen die daar geposteerd was.

De herrie van de AK’s op het open terrein was ongelooflijk: keihard, razend en aanhoudend. Het duurde lang voordat er vanuit de treinwagons werd teruggeschoten. De mannen in de trein waren natuurlijk als knikkers door elkaar geschud door het harde remmen en de ontsporing, zodat ze de eerste seconden niet konden vechten. Maar ten slotte schoten de soldaten in de trein terug met hun grote HK G3-aanvalsgeweren.

Nog meer rpg’s ontploften tegen de trein, vooral aan de voor- en achterkant, maar volgens generaal Riaz Rehan hadden enkele Dagestaanse strijders met een rpg een bijzonder slechte schietdiscipline. Hij hoorde geschreeuw in de walkietalkies, in het Urdu, het Arabisch en het Russisch, en aan de andere kant van het beregende terrein zag hij de soldaten op de trein sterven.

Deze soldaten waren geen slechte mannen. Velen van hen zouden goede moslims zijn. Velen zouden Rehans zaak steunen. Maar om Operatie Sakervalk te laten slagen, moesten nu eenmaal enkele mannen worden opgeofferd.

Rehan zou voor hen bidden, maar niet om hen rouwen.

Rehan bekeek de actie vanuit de schuur door zijn nachtkijker. Een stuk of tien pdf-soldaten slaagden erin de trein uit te komen; ze vielen op een gedisciplineerde manier de mannen aan die in hinderlaag lagen; de generaal was trots op hen. Maar de hinderlaaglinie was te breed en de mannen in de tarweakker te talrijk, zodat ze binnen een paar seconden werden afgeslacht.

Het hele vuurgevecht duurde slechts drieënhalve minuut. Toen de isi-officieren een staakt-het-vuren afkondigden, stuurden ze een groep Jamaat Shariat-strijders naar elke wagon, een voor een, zodat de mannen in de wagons elkaar niet zouden beschieten.

Dit duurde nog eens vijf minuten en het resulteerde, dat wist Rehan door alleen maar te luisteren, in de executie van de mannen die gewond waren of zich overgaven.

Eindelijk kwam er een bericht binnen via Rehans walkietalkie. In het Urdu zei een van zijn kapiteins: ‘Stuur de trucks!’

Meteen kwamen twee grote zwarte kipauto’s achter de pakhuizen vandaan. Ze reden over de natte weg door de tarweakker en werden gevolgd door een derde voertuig, een gele kraanwagen.

Het duurde maar zeven minuten om de bommen van de trein in de trucks te laden. Vier minuten later reed de eerste vrachtwagen vol Dagestanen terug naar het noorden over de weg van Islamabad naar Lahore.

Toen Rehan en Safronov in een van de voertuigen klommen, hoorden ze een lang salvo uit een van de verlaten pakhuizen komen. Er werd geschoten met pdf G3-aanvalsgeweren, maar Rehan maakte zich geen zorgen. Hij had zijn mannen opdracht gegeven de wapens van de bewakers van de trein te pakken en hiermee de vier multa-mannen dood te schieten die, tot ze door de isi werden doodgeschoten, hadden gedacht dat zij met deze wapens zouden terugkeren naar India.

De isi gaf de Dagestanen opdracht de lijken naar de akker te dragen en ze daar te dumpen.

Tijdens de overval verloor Jamaat Shariat dertien mannen: zeven stierven meteen en de anderen, mannen die te ernstig gewond waren om de komende reis te overleven, werden ter plekke doodgeschoten. Alle lijken werden op trucks geladen.

De eerste reactie van de pdf op de aanval op de trein volgde slechts twaalf minuten nadat de laatste truck van Rehan de tarweakker had verlaten. Tegen die tijd waren de twee bommen bijna vijftien kilometer dichter bij de ondoordringbare stad Islamabad.

In Het Vizier
x9789044966824.html1.xhtml
x9789044966824.html2.xhtml
x9789044966824.html3.xhtml
x9789044966824.html4.xhtml
x9789044966824.html5.xhtml
x9789044966824.html6.xhtml
x9789044966824.html7.xhtml
x9789044966824.html8.xhtml
x9789044966824.html9.xhtml
x9789044966824.html10.xhtml
x9789044966824.html11.xhtml
x9789044966824.html12.xhtml
x9789044966824.html13.xhtml
x9789044966824.html14.xhtml
x9789044966824.html15.xhtml
x9789044966824.html16.xhtml
x9789044966824.html17.xhtml
x9789044966824.html18.xhtml
x9789044966824.html19.xhtml
x9789044966824.html20.xhtml
x9789044966824.html21.xhtml
x9789044966824.html22.xhtml
x9789044966824.html23.xhtml
x9789044966824.html24.xhtml
x9789044966824.html25.xhtml
x9789044966824.html26.xhtml
x9789044966824.html27.xhtml
x9789044966824.html28.xhtml
x9789044966824.html29.xhtml
x9789044966824.html30.xhtml
x9789044966824.html31.xhtml
x9789044966824.html32.xhtml
x9789044966824.html33.xhtml
x9789044966824.html34.xhtml
x9789044966824.html35.xhtml
x9789044966824.html36.xhtml
x9789044966824.html37.xhtml
x9789044966824.html38.xhtml
x9789044966824.html39.xhtml
x9789044966824.html40.xhtml
x9789044966824.html41.xhtml
x9789044966824.html42.xhtml
x9789044966824.html43.xhtml
x9789044966824.html44.xhtml
x9789044966824.html45.xhtml
x9789044966824.html46.xhtml
x9789044966824.html47.xhtml
x9789044966824.html48.xhtml
x9789044966824.html49.xhtml
x9789044966824.html50.xhtml
x9789044966824.html51.xhtml
x9789044966824.html52.xhtml
x9789044966824.html53.xhtml
x9789044966824.html54.xhtml
x9789044966824.html55.xhtml
x9789044966824.html56.xhtml
x9789044966824.html57.xhtml
x9789044966824.html58.xhtml
x9789044966824.html59.xhtml
x9789044966824.html60.xhtml
x9789044966824.html61.xhtml
x9789044966824.html62.xhtml
x9789044966824.html63.xhtml
x9789044966824.html64.xhtml
x9789044966824.html65.xhtml
x9789044966824.html66.xhtml
x9789044966824.html67.xhtml
x9789044966824.html68.xhtml
x9789044966824.html69.xhtml
x9789044966824.html70.xhtml
x9789044966824.html71.xhtml
x9789044966824.html72.xhtml
x9789044966824.html73.xhtml
x9789044966824.html74.xhtml
x9789044966824.html75.xhtml
x9789044966824.html76.xhtml
x9789044966824.html77.xhtml
x9789044966824.html78.xhtml
x9789044966824.html79.xhtml
x9789044966824.html80.xhtml
x9789044966824.html81.xhtml
x9789044966824.html82.xhtml
x9789044966824.html83.xhtml
x9789044966824.html84.xhtml
x9789044966824.html85.xhtml
x9789044966824.html86.xhtml
x9789044966824.html87.xhtml
x9789044966824.html88.xhtml
x9789044966824.html89.xhtml