127
Corinne Meilleroux legt haar telefoon op tafel en schudt haar hoofd, waardoor er een geur van exclusief parfum helemaal tot bij Nathan wolkt.
Hij heeft zitten wachten tot ze het gesprek afrondt, heeft bedacht dat hij haar zal vragen of ze een keer met hem uit eten wil.
‘Ik krijg geen biet boven water,’ zegt ze.
‘Geen biet,’ herhaalt hij met een scheef glimlachje.
‘Kun je dat niet zeggen?’
‘Het is misschien niet zo hip, maar...’
‘Ik heb Anton Takirov van de nsc, de veiligheidspolitie in Kazachstan gesproken,’ zegt ze. ‘Binnen een seconde was het gebeurd. Hij antwoordde sneller dat Jurek Walter geen Kazachs staatsburger is dan dat ik mijn laptop open kan klappen. Ik was hartstikke vriendelijk en vroeg hun een nieuwe poging te doen, maar die Takirov, hij was domweg beledigd en zei dat ze zowaar computers hebben in Kazachstan.’
‘Misschien vindt hij het moeilijk om met vrouwen te communiceren.’
‘Toen ik die Takirov probeerde te vertellen dat dna-matching even kan duren, viel hij me in de rede en legde hij uit dat ze het modernste systeem ter wereld hadden.’
‘Ze willen gewoon niet helpen.’
‘In tegenstelling tot de federale veiligheidsdienst van de Russische federatie. De samenwerking met hen is tegenwoordig tenminste goed. Dmitri Oergov heeft net teruggebeld. Ze hadden niets dat overeenkwam met het dna dat ik heb opgestuurd, maar hij zou de nationale politie persoonlijk vragen de foto’s te bekijken en hun dna-bank door te nemen...’
Corinne sluit haar ogen en masseert haar nek. Nathan kijkt naar haar, probeert de neiging om hulp aan te bieden te onderdrukken. Hij zou achter haar willen gaan staan om langzaam haar rugspieren soepel te maken.
‘Ik heb warme handen,’ zegt Nathan op het moment dat Joona Linna binnenkomt.
‘Mag ik eens voelen?’ vraagt hij met zijn donkere, Finse timbre.
‘Kazachstan maakt het ons niet makkelijk,’ vertelt Corinne. ‘Maar ik...’
‘Jurek Walter komt uit Rusland,’ zegt Joona en hij pakt een hand zuurtjes uit de schaal.
‘Rusland,’ herhaalt ze leeg.
‘Hij spreekt perfect Russisch.’
‘Zou Dmitri Oergov tegen me gelogen hebben... sorry hoor, maar ik ken hem en ik geloof echt niet dat...’
‘Hij weet waarschijnlijk van niets,’ zegt Joona, terwijl hij de snoepjes in zijn zak stopt. ‘Jurek Walter is zo oud dat het in de tijd van de kgb moet zijn geweest.’