48
De chef van de rijksrecherche, Carlos Eliasson, vertrekt in de lichte sneeuwval van een vergadering in het stadhuis terwijl hij met zijn vrouw telefoneert. Op dat moment lijkt het politiebureau op een zomerpaleis in een winters park. De hand die de telefoon vasthoudt is zo koud geworden dat zijn vingers pijn doen.
‘Ik ga zware middelen inzetten.’
‘Weet je zeker dat Mikael beter zal worden?’
‘Ja.’
Carlos stampt de sneeuw van zijn lage schoenen als hij de stoep heeft bereikt.
‘Geweldig,’ mompelt ze.
Hij hoort dat zijn vrouw een zucht slaakt en op een stoel gaat zitten.
‘Ik kan het niet vertellen,’ zegt hij na een poosje. ‘Dat kan niet, of wel?’
‘Nee,’ antwoordt ze.
‘Maar stel dat het cruciaal is voor het onderzoek?’ vraagt hij.
‘Je mag het niet vertellen,’ zegt ze ernstig.
Carlos loopt verder door de Kungsholmsgatan, kijkt op zijn horloge en hoort zijn vrouw dan fluisteren dat ze moet ophangen.
‘Tot vanavond,’ zegt hij zacht.
Het politiebureau is in de loop der jaren stukje bij beetje uitgebreid. Elke verbouwing getuigt van veranderende mode. Het nieuwste gedeelte ligt helemaal tegen het Kronobergspark aan. Daar is de rijksrecherche gehuisvest.
Carlos passeert twee veiligheidsdeuren, loopt door de beglaasde binnenplaats en neemt de lift naar de achtste verdieping. Zijn gezicht staat bezorgd als hij zijn jas uittrekt en langs de rij gesloten deuren in de gang loopt. In de luchtstroom achter hem fladdert een krantenknipsel op het prikbord. Het hangt daar sinds de pijnlijke avond waarop het politiekoor weggestemd werd uit de talentenjacht Talang.
In de vergaderruimte zijn al vijf collega’s aanwezig. Op de glanzende grenen tafel staan glazen en flesjes water. De gele gordijnen zijn opengetrokken en door de rij lage ramen zijn de besneeuwde boomkruinen zichtbaar. Iedereen probeert kalm te blijven, maar onder de oppervlakte stromen duistere gedachten. De vergadering die door Joona bijeen is geroepen, begint over twee minuten. Benny Rubin heeft zijn schoenen uitgetrokken en doet tegenover Magdalena Ronander uit de doeken wat hij van de nieuwe formulieren voor risicoanalyse vindt.
Carlos schudt Nathan Pollock en Tommy Kofoed van de landelijke afdeling Moordzaken de hand. Nathan draagt zoals altijd een donkergrijs jasje en zijn grijze paardenstaart hangt ver over zijn rug. Naast beide mannen staat Anja Larsson in een zilverkleurige bloes en een lichtblauwe rok.
‘Anja heeft ons geprobeerd te moderniseren... we moesten Analyst’s Notebook leren gebruiken,’ glimlacht Nathan. ‘Maar daar zijn we te oud voor...’
‘Spreek voor jezelf,’ moppert Tommy nors.
‘Jullie ruiken allemaal een beetje naar recycling,’ zegt Anja.
Carlos gaat aan het hoofd van de tafel staan en de diepe ernst op zijn gezicht brengt zelfs Benny tot zwijgen.
‘Welkom allemaal,’ zegt Carlos zonder ook maar een zweem van zijn gebruikelijke glimlach. ‘Zoals jullie misschien hebben begrepen zijn er nieuwe ontwikkelingen in de zaak-Jurek Walter en... het vooronderzoek kan niet langer als afgesloten worden beschouwd...’
‘Wat heb ik gezegd?’ klinkt een kalme stem met Fins accent.