Zestien
Graag wil ik Mauricio bij jullie introduceren. Hij is de internal auditor binnen het bedrijf waar el señor werkt. Een ingewikkeld beroep dat zich best simpel laat omschrijven: een internal auditor controleert een bedrijf zoals een tramconducteur de kaartjes controleert. Een heel belangrijk vak, volgens el señor, en zeker in corrupt Mexico.
Mauricio is nogal ingenomen met zijn werkgever. Dat leverde dus een uitnodiging op om een weekend op zijn ranch even buiten Mexico City door te brengen. Het landgoed is overigens van familie van zijn vrouw; voordat zeer oplettende lezers vragen bedenken als: “Hoe heeft die internal auditor dat optrekje gefinancierd?”
Dit weekend worden alle snelheidsrecords gebroken. Om negen uur ‘s ochtends worden we verwacht bij onze nogal stipte gastheer, waardoor ik opeens in staat blijk binnen een kwartier te douchen, haren te wassen, te smeren, ranchpak aan te trekken en weg te scheuren. De koffers had ik gelukkig de avond van tevoren al ingepakt.
Mauricio blijkt zich ook op de snelweg aan een strikt tijdsschema te houden, waardoor mijn vierwielaangedreven groene vriend en zijn bestuurder alle zeilen bij moeten zetten om op koers te blijven. Zo kan het gebeuren dat we om Mauricio bij te houden, per ongeluk een volgwagen (zwart en snel) met vier bodyguards die aan de bumper van hun baas willen blijven kleven, voor de wielen rijden.
Een altijd spannend gegeven, vind ik, dat je in Mexico City heel veel ziet: een auto afgeladen met bodyguards, ramen open, wapens in de aanslag, die achter een andere auto aan rijdt waar het te beschermen object zich in verplaatst. Nogal een karavaan, zeer opvallend en ook een soort statussymbool. Zie mij, ik heb bodyguards nodig, dus ik ben rijk, beroemd, gevaarlijk et cetera…
Laatst liep ik met Carmen van het buurtsupermarktje naar huis. We moesten bij een kruising stoppen voor een auto vol van die buffels. Ze passeerden ons met hun wapens in de aanslag. De gorilla die achterin zat gaf blijk te beschikken over een grote dosis mensenkennis. In een split second besloot hij dat ik geen gevaar zou opleveren. Sterker nog, hij zond mij van boven zijn volautomatische mitrailleur een vette knipoog toe. Ik reageerde met een volautomatisch gemaakt glimlachje. Té bizar.
Bij de tolpoort is het even rust en zien we Mauricio’s auto weer voor ons opdoemen en ontwaren achter ons ook de bodyguards met hun baas.
Dan valt mijn oog op een Ferrari die achter de tolpoort staat, met een tweede zwarte auto vol bodyguards.
“Hank,” zegt el señor, die altijd genoeg heeft aan weinig woorden. Een zee aan vragen vuur ik op hem af – ik heb doorgaans wat meer woorden nodig – en terwijl de Ferrari wordt gestart, krijg ik ook el señor aan de praat.
Het is, volgens el señor, een van de gebroeders Hank (very well to do en een begrip in Mexico) die graag op zaterdagochtend even in zijn Ferrari over de snelweg raast. Hij arriveert dus in zijn ‘gewone’ BMW X5 (gepantserd en met gewapend glas) en stapt na de tolpoort over in zijn rode duivel, die weer door vier andere bodyguards in een even zo snelle volgwagen wordt bewaakt.
Ja, het leven wordt er met veel geld echt niet eenvoudiger op.
Ze zullen ons vast snel inhalen, belooft el señor, dan kan ik een foto maken. Door het bizarre tempo van Mauricio duurt dat veel langer dan verwacht, maar eindelijk komen ze voorbij scheuren en grijp ik mijn kans.
Het laatste gedeelte van de rit gaat over zandwegen door kleine nederzettingen. Nog steeds rijdt Mauricio alsof hij door de duivel op de hielen wordt gezeten, hetgeen kippen, omaatjes en kinderen uiteen doet stuiven en ons in een stofwolk doet achterlaten.
Dit rijgedrag had ik nooit verwacht bij deze nogal degelijk ogende man.
Ik heb hem een keer op een casual vrijdag gezien, en dat leverde geen woest aantrekkelijk plaatje op. Een ribbroek, met een heel dun riempje opgetrokken tot onder zijn oksels, met daarin een rugbytrui.
We komen bij een smeedijzeren hek. Mauricio ontgrendelt het en zet de tocht voort. Na vijf minuten stoppen we voor een prachtig landhuis, waar we worden opgewacht door een kudde honden en personeel en de andere gasten; twee stellen met hun kinderen. We krijgen een eigen gastenhuisje met een grote slaapen badkamer en voor de kids is er een klein boomhuisje op het terrein om in te spelen. Vanaf dat moment zal Caesar het hele weekend de scepter zwaaien over het schoonmaakbeleid van het huisje. Hij heeft meteen al een minibezem, een piepklein emmertje en een minimopper gespot waar hij prima mee uit de voeten kan.
Mauricio laat zelfs el señor, die hem inmiddels goed kent, nog versteld staan. Op zaterdag treffen we hem met hoog opgetrokken short aan in het zwembad. Op zijn kippenborst prijkt een afbeelding van een paard.
“Mauricio, dit meen je niet,” zegt el señor lachend, “heb je écht het logo van Ferrari laten tatoeëren?”
“Ja,” antwoordt Mauricio schouderophalend.
Op zondag worden de paarden van stal gehaald. Terwijl Guadalupe, de vrouw van Mauricio, haar merrie bestijgt, zorgt Mauricio op zijn manier voor wat paardenkracht. Hij heeft een crossmotor uit de garage gehaald.
Alle kinderen mogen erop. Caesar heeft de tijd van zijn leven. Stond hij vanochtend nog als opa Bakkebaard de veranda van zijn huisje te schrobben, nu zit ie als gameheid Mario achter op een heuse motor.
De pret wordt helemaal groot als de motor verder op het land waar het terrein wat drassig is, vast komt te zitten. Mauricio probeert eigenhandig zijn machine te bevrijden. Hierbij geeft hij zoveel gas, dat de modder hoog opspat en hij van top tot teen onder komt te zitten.
Dit ontaardt letterlijk in een moddergevecht. Hoewel el señor en ik best met modder kunnen gooien en iemand door het slijk kunnen halen, is dit soort onderbroekenlol niet zo aan ons besteed. We staan er dan ook nogal stiff bij en voelen ons een beetje ongemakkelijk. Op dit soort momenten mis ik onze eigen vrienden, waar het altijd zo vertrouwd mee is. Die je al zo vaak in pyjama hebben gezien, met suf hoofd, met kater, maar ook weten hoe leuk en grappig je kunt zijn, en het allemaal prima vinden.
Al met al genieten we van het weekend. De kinderen vermaken zich opperbest met elkaar, Carmen ligt lekker in het zonnetje op een kleed te spelen en wij hebben ‘s avonds leuke gesprekken rond het kampvuur.
Mauricio heeft zich tot doel gesteld om in dit leven zo veel mogelijk landen te bezoeken. Hij neemt zijn project heel serieus. Zo gaat hij elke vakantie naar een ander land, en meestal probeert hij meteen de omringende landen mee te nemen. Hij heeft al meer dan zeventig verschillende landen bezocht, wat enorm veel is. Ook Nederland kent hij best goed.
Sowieso valt op dat veel van onze Mexicaanse vrienden in Nederland zijn geweest. Iedereen vindt het een prachtig land. Het meest frappant was wel het commentaar van kennis Fiona, geboren en getogen in het niet al te veilige Mexico City: “It’s a beautiful country Eugeen, but what a dangerous place is Amsterdam. I was so scared. I didn’t leave my hotel (Amstel Hotel) at night.”♦