Twintig
Waarschijnlijk omdat we inmiddels dichter bij de veertig dan bij de dertig zitten, herleeft er in el señor en mij een onzinnige daredevil-drang.
Mijn parasailingdebacle is nog niet achter de rug of het project skateboard wordt gestart. En niet zomaar een skateboard, er worden twee heuse streetsurfapparaten bij ons in huis gehaald. Caesar is vorige week zes geworden en kreeg er eentje voor zijn verjaardag. El señor, die niet meer op zijn verjaardag hoeft te wachten om iets te krijgen, deed er zichzelf gewoon eentje cadeau.
Het was overigens een heel leuke verjaardag. De eerste verjaardag van Caesar in Mexico vierden we op zijn Mexicaans. Groot en over the top.
We nodigden zijn hele klas uit, plus de verplichte broertjes en zusjes, en uiteraard de moeders die altijd van de partij zijn, en wisten dit gezelschap met behulp van obers, koks, marionettespelers, veel eten en drinken in een afgehuurde locatie urenlang te entertainen. Een heel leuke ervaring.
Maar niet voor herhaling vatbaar.
Vorig jaar hielden we het stukken kleiner vanwege mijn vergevorderde zwangerschap. We namen vijf vriendjes mee naar de film en voerden ze na afloop een stuk pizza.
Dit jaar wilde Caesar met zijn vader, moeder en zusje een weekend naar Cuernavaca. Aangezien we daar op de terugweg vanuit Acapulco toch naartoe gingen, kwam dat prima uit. El señor en ik voelden ons maar wat vereerd dat onze zesjarige beer het liever wilde vieren met zijn ouders dan met vriendjes. Dat zal zeker niet elk jaar het geval zijn.
Voordat we tot de spannende praktijk van het streetsurfen kunnen overgaan, moet ik eerst even een saai theoriegedeelte behandelen. Het grote verschil met het klassieke skateboard is dat het maar twee volkomen om hun as draaiende wieltjes heeft. De vooren achterkant van het board bewegen onafhankelijk van elkaar. Door een – voor een toeschouwer ook prettig – soepele heupbeweging kun je het apparaat na veel oefenen en met het nodige talent aan de praat krijgen, en kun je tot in den treure surfen.
Dat oefenen wordt zeer serieus genomen. El señor oefent in het weekend zelfs op een heuse skateboardbaan tussen alle profs: zwarte skinnyjeans, vet kapsel (letterlijk) en nauwsluitend T-shirt met doodshoofden. Hoewel de prestaties de eerste dagen niet om over naar huis te schrijven waren, zit er nu echt schot in. Als je het eenmaal doorhebt, dan gaat het snel.
Letterlijk en figuurlijk. Ook bij Caesar, die trouw met el señor meegaat.
Heel stoer om te zien hoe de grote en het kleintje achter elkaar aan racen.
Vandaag gaan we met het hele gezin naar Club Mundet. De skateboards gaan met ons mee. Carmen zit luid schaterend in de schommel. Ik maak foto’s. Caesar klautert over het klimtoestel. Ik bewonder zijn kunsten.
El señor is zich aan het warmskaten. Ik maak foto’s. Hij cirkelt om mij heen. Ik applaudiseer. Hij geeft geen kik maar kan een trots lachje maar moeilijk verbergen.
Na de warming-up skate el señor in vliegende vaart een paadje af. Ik heb het al vele kinderen voor hem zien doen. Het weggetje loopt vrij steil naar beneden. Ik zie ‘m de hoek om verdwijnen. Een kwartier later komt hij onder het bloed weer tevoorschijn. Met gescheurd overhemd en geschaafde polsen. Arme señor. Caesar is in alle staten. Zo hard van de wereld wil hij nooit vallen. Maar dat zal ook niet gebeuren. Dat overkomt alleen kinderen van tegen de veertig.¬
‘s Middags komen Franse vriendin Aude en dochter Clara afscheid nemen. De kogel is door de kerk; ze gaan Mexico verlaten. Jammer dat ze weggaan. Ook omdat na Marcos, nu ook vriendje Ander onverwacht een jaar naar Spanje gaat. Clara is dus nummer drie waar Caesar afscheid van moet nemen. Clara en haar ouders verhuizen naar Los Angeles; een bestemming die mij als Hollywoodfan altijd als muziek in de oren klinkt.
Aude voelde zich al langere tijd niet veilig in Mexico. Dat was een geleidelijk proces, want in eerste instantie nam ze zelfs best grote risico’s. Ze had een fulltimebaan en liet Clara met hun muchacha gewoon met een taxi naar zwemles gaan. Nu kan ze zich daar niks meer bij voorstellen.
Het keerpunt was toen er op tien minuten van hun huis, in een bos waar ze vaak kwamen, achttien lijken werden gevonden. Slachtoffers van de drugsoorlog.
Nicolas, haar man, kon naar LA en de deal was dus snel gesloten. Ik ga ze allebei missen, want ik heb echt een leuke tijd met Aude gehad. Ook vind ik het jammer dat die grappige, kleine Clara met haar Barbapapagezichtje niet meer kan komen spelen.
Zodra ze weg zijn hebben el señor en ik weer onze eigen overpeinzingen. Moeten wij niet ook vertrekken? Is het écht zo onveilig? Lange tijd hebben we gedacht dat dat wel meevalt. Dat Mexicanen ook wel enorme aanstellers zijn. Nu ben ik daar niet meer zo zeker van.
Steeds vaker hoor ik van Mexicaanse vriendinnen over hun eigen ervaringen. Omdat je elkaar beter leert kennen, komen nu ook de echte vertrouwelijkheden aan bod. Waardoor ik weet dat haast niemand gespaard is gebleven.
Aline, samen met haar zus Annabel vriendinnen van het eerste uur, vertrouwt me toe waarom ze laatst haar telefoonnummer en e-mail heeft gewijzigd. Dat kwam omdat ze het slachtoffer was geweest van een nepontvoering. Tegenwoordig heel populair. Ze werd gebeld met de mededeling dat ze haar zus hadden gekidnapt. Aline moest allerlei instructies opvolgen en uiteindelijk op een bepaalde plaats losgeld achterlaten.
De daders handelen zo snel en ze hebben zoveel informatie over jou en het slachtoffer verzameld, dat je geen seconde twijfelt en meteen alles doet wat ze zeggen.
De tip die ik laatst van andere vriendin Carla kreeg, schijnt dan ook heel waardevol te zijn:
“Eugeen, trust me, if you’re ever in the situation that someone calls you and says they have kidnapped your husband, just hang up the phone. Always. Then you cally our husband to check if its true. If you can’t reach him, call a kidnapping expert. I’ll get you a number.”
Pfoe, heftig hè? Weet nog steeds niet of ik ook in de alertstand moet staan de hele dag, of toch gewoon moet doorleven. Vooralsnog kies ik voor het laatste. Dit gebeurt óns toch niet?
Het gebeurde overigens wel bij twee broers van Giovanna. Allebei ontvoerd, ook nog eens onafhankelijk van elkaar. Ze zijn maanden weggeweest en volkomen kapot weer teruggekeerd. Wel levend, wat op zich al vrij uniek is. Giovannas ouders zijn vervolgens naar Miami vertrokken; een plek waar veel Mexicanen naar uitwijken.
“They lost all their money”, vertelde ze mij laatst bij een voetbaltraining.
“The good thing is, I’m safe here. Everybody knows there’s nothing left toget from us.”
El señor en ik nemen ook deze keer geen besluit. We gaan volgens plan gewoon het komende schooljaar in en we zien het van daar wel verder.
Het is ook simpelweg niet zomaar mogelijk om je spullen te pakken en je kampement elders op te slaan. We blijven goed oppassen, op onszelf, elkaar en vooral de kinderen, en dan kun je hier prima leven. En los van alles hebben we het heel erg naar ons zin; we zijn gewoon gelukkig hier.
Als Caesar en ik die avond samen in bad zitten, is hij ook een beetje van slag. Dat samen badderen is een vast ritueel geworden en het is een geweldig moment om met de toch al niet zwijgzame Caesar de meest uitgebreide conversaties te voeren. Deze keer trekt hij een zorgelijk gezicht.
“Mama, hoe oud is papa?”
“Achtendertig,” antwoord ik.
“En jij mama?” vraagt hij.
“Ik ben zevenendertig.”
“Oooh, dan haalt jij hem bijna in,” concludeert hij met de unieke logica die alleen kleine kinderen hebben.
“Nee, lieverd, papa blijft altijd een jaar ouder.”
Zijn ogen staan verdrietig en zijn kinnetje begint te trillen.
“Gaat papa dan eerder dood?” vraagt hij. “Ik wilt niet dat papa doodgaat,” vervolgt hij. Met dikke lip: “Wat moeten we doen, mama? Wie gaat er dan op mij passen?”
“Lieverd, papa gaat niet dood. Papa en mama gaan altijd op jou passen.”
Caesar luistert niet meer.
“En ik bent ouder dan Carmen. Dan bent ik eerder dood. Wie gaat er dan op Carmen passen? Dat vind ik zielig als die alleen is.”
Huilend: “Wat moeten we doen, mama?”
“Kom lieverd, we doen je slofjes aan, pakken een zakje M&M’s en wat te drinken en gaan samen Little BUI kijken.”
Na afloop breng ik hem naar bed.
“Mama, ik vind jou en papa zo lief van de wereld. Zo lief, net als the nwnbers. Het houdt nooit op. Altijd vind ik jullie lief.”♦