Berglandschap. Het omringt een open vlakte, afgezoomd met maquis.
Er staan wat dennen in de heide-achtige bodembedekking, hier en
daar rotsfragmenten, die als drakenkiezen uit de aarde steken.
Verderop ligt de lazuren zee te kartelen in opstotende wind, waarin
het wolkenwit begint te verschieten, maar het glanst nog en draagt
bij aan het verpletterende licht.
Leentje zet haar brommer stil, die nog even blijft doorhoesten. Ze verwijdert Hammers handen als een gesp van haar buik, stapt af, zijn hoofd, dat niet meer tegen haar rug mag leunen, knikt voorover en is versuft, alsof zich in de binnenkant thermogene mossen tegen zijn zintuigen hebben vastgezogen. Overal zwetend schiet hij wakker, benauwd door ademtekort, - hij dacht dat hij in ijs lag, in een ijzeren kist vol gloeiend ijs in verstikkend donker, waar hij zich niet kon bewegen, maar wel stemmen hoorde, boosaardige, van Gorgonen. Geholpen door zijn geliefde kan hij zijn voeten op de aarde zetten, maar zijn benen zijn gekrompen of gekreukt of opeens van rubber, ze zakken onder hem in elkaar, zodat hij meteen weer moet zitten. Op het treeplankje van de Vespa, heet als een bakblik, ziet hij waar hij is, al heeft hij geen idee waar hij is, hij niest, vangt het sproeisel in zijn hand, veegt het aan zijn broekspijp, waar hem een rode veiligheidsspeld in het oog springt, die hij probeert te verjagen, want hij denkt dat het een mediterraan insect is.
Wat een gedoe en geluid ook hier, het trekt een kras door millennia stilte. Wandelaars en fietstoeristen worden tegengehouden door hekken rondom het terrein. Aan de kant van de roodgrauwe bergen staan caravans en houten bouwsels, waar uiteenlopend volk in en uit en omheen loopt. Vrachtwagens, helikopters, er stijgt er juist een op, wind toevoegend aan wind, die Hammers hoofd met een ruk opzij blaast, in deze luchtverplaatsing, in de eerste plaats toch door het malende, klapperende lawaai boven zijn gebogen nek, dat doorstoot naar zijn maag, denkt hij weer te moeten overgeven, hoofd tussen zijn knieën, maar hij niest opnieuw, drie keer, vijf keer, zes keer.
Wij zijn op een filmlocatie. Mannen en vrouwen bewegen zich ogenschijnlijk ongecoördineerd door elkaar, alle wel degelijk met iets in de weer, een paar met een voor hun gezicht bevestigde spreektoeter, die hun stemgedruis versterkt en weerkaatst tegen de bergflanken, tot ver in zee verstaanbaar maakt, ze roepen woorden en zinsdelen in het hedendaagse verloederde engels.
Iemand komt Hammer vragen wat hij hier te zoeken heeft, want hij draagt geen badge die hem indiceert als betrokkene bij de filmsekte. Leentje bezit zo'n insigne ook niet, maar zij zal deze functionaris, die zich uit in het frans, drijvend op italiaans, of omgekeerd, waar ook dat engels bij is ingekookt, wel eens te woord staan. Zij klutst een keur aan taalklanken tevoorschijn, waar ze haar ledematen onbedorven gehaaid bij inzet, de zon spettert in het juweel op haar slanke buik, waar de surveillant zijn ogen niet van wegwendt. Met haar rug naar haar verkouden leermeester opent en sluit ze haar benen op een manier die het vermoeden wekt dat haar iets hindert in het snijpunt ervan.
Zij plooit achterlangs, alleen Hammer ziet het, een hand onder haar rokje en terwijl ze haar knieën om de beurt buitenwaarts knikt als een oosterse danseres, pulkt ze het koordje van de string naar beneden, - het blijft haken aan haar duim en toont zich in de fractie van een lichtschijnsel onder het rokje uit voordat het terugflepst. Hammers duim en wijsvinger beschrijven draaibewegingen naast zijn mondhoek, waar niets te draaien valt.
De terreinwachter drukt zijn op elkaar gelegde handen beneden tegen zijn buik, het bovenste kootje van zijn pink verstolen in de overslag van zijn gulp, - is daar alles in orde? - en wipt op en neer op zijn gymschoenen. Hij laat zich door Pearlene charmeren, die informeert of die en die, iemand, een vrouw, al op de set aanwezig is. Nee, hij begint toeschietelijker te worden, die komt met mevrouw Kidman mee. De daarjuist opge-cirkelde helikopter komt dadelijk terug met mevrouw Kidman aan boord en die is nooit zonder haar visagiste.
In de verte loopt Rich met een bundel papieren,
Leentje trekt uitbundig zijn aandacht, roepend, zwaaiend, opdat de controleur zou geloven dat ze waarachtig wel iets met de filmbedrijvigheid uitstaande heeft, al blijft de mogelijkheid dat dit merkwaardige tweetal deel uitmaakt van de klittige pulppers, zowel deze aanvallige nimf als gene verkruimelde ouwe zal hij alert in het vizier blijven houden en hij gedraagt zich naar dit voornemen. Hij beveelt de scooter van het filmterrein te verwijderen en wijst een plaats achter de woonwagens en houten optrekjes aan de periferie van het gebied, waar meer voertuigen en machines zijn geparkeerd, daar staan twee kanonnen tussen. Ook excellentie geeft hij te verstaan zich onzichtbaar te maken en te houden, deze ziet er al helemaal te wantrouwen uit, nadrukkelijk vermomd als landloper, geen dubbeltje voor een schoenveter en moet je die broek zien, waar zit de lens van zijn fotocamera verstopt? Is hij misschien een figurant, nee, bij de opnamen van vandaag zijn geen figuranten.
Buiten adem klautert Hammer weer achter op het zadel, wat doen we hier, Pearlene, de Vespa slipt even alvorens vaart te zetten, hij grijpt Leentje in de lenden, zijn stille huis met de duizenden boeken, ach, de serre met de orchideeënstekjes, breng hem daar toch terug, al zijn de boeken weg en de orchideeën geknakt, verdord, hij wil niet zijn wie hij op dit ogenblik is.
Op zee is een veelzeilig schip verschenen, alle zeilen anders van kleur, bevlagd, bevaand, bewimpeld, alles wapperend en waaiend, trots en vrolijk in de nu heus grimmiger aantrekkende wind, die Hammer door de zweterige kleren slaat. Op de wal is men met handtelefoons in contact met het fregat.
Achter de schermen, waar hij neerzakt in een linnen stoeltje, hijgend, min of meer uit de wind, ontmoet hij, zelf een oud wrak met onttakeld tuigage, die andere staatsiesloep uit vroegere waters: de acteur die hij op de Carta Mundi wel eens over het A-dek ziet schuifelen. Deze vermaardheid met zijn schilferige, dun bepluisde bovenhoofd, waar hij regelmatig zijn vingernagels als een eg overheen kerft, komt op een ander textielen stoeltje bij hem zitten.
Handdruk.