Een restaurant met raamvlakken en glazen schuifpuien naar alle uitzichten.

De acteur legt zijn walmende peuk op het bord onder een bloeiende plant die op tafel staat. Hammer inhaleert de aroma's van thuis: de vanillesuggestie van het sigaartje, vervluchtigend in zware bloemengeuren. De glasomheinde ruimte is als zijn serre, waar de orchideeën naar honing roken, naar wijn, naar meisjes, - alles daar is nu vervallen tot dor hout en roken mag hij er van Eva niet. Als thuis ook, waar serre en tuin in elkaar overlopen, is hier het buitenlandschap in het interieur geïntegreerd, waar wij zijn omringen ons lavendel, cyclamen, affodil, er staan mirte- en rozemarijnstruiken om ons heen en zelfs bomen die door het plafond groeien.

Het verzamelde filmvolk heeft het kanonnenstof van zijn kleren geslagen en is koesterend bezig met in veiligheid gebrachte camera's, geluidsapparatuur, ander elektronisch instrumentarium. Daar komt de regisseur binnen, die op een tafel gaat staan voor een toespraak. De italiaan spreekt engels als een jazzpianist. Beneden hem staat Rich, de gewijzigde instructies noterend in zijn bundel papieren. Waar is miss Kidman. Die is per taxi naar haar hotelsuite of buitenhuis in Boni-facio, miss Kidman was humeurig. Hoe morgen de set er zal bij liggen, we'11 see, het neergedaalde spul bestaat uit een of andere afbreekbare kleefstof die zich enige etmalen vastzuigt aan de dingen waar het op en tegen terecht is gekomen, daarna lost het spoorloos op. Bij de film is alles mogelijk, het is dan ook kunst.

Men wordt aan tafel bediend door meisjes en mannen met steken op het hoofd, zoals hun eilandkeizer er een droeg: - wij denken per flitsassociatie aan iemand anders, eveneens uitgedost met dergelijk incroyabel:

Er bestaat nog een korrelig zwartwitfragment van een nieuwsjournaal, prinsjesdag, bijna onheuglijk lang geleden. Zijne excellentie, pantalon met zijden bies, draagt zo'n schuit, voorzien van witte pluimen, niet dwars op zijn schedel zoals de corsicaan, maar met de voorplecht in de richting van zijn gezicht, bril, snor, de achtersteven gewend naar de opstaande kraag met goudversiersels in zijn nek. Zo liepen die praalhanen er toen bij. Minister Hammer neemt de vederbos van zijn hoofd en steekt hem groetend op, de strakke scheiding blijft in zijn haar, hij glimlacht fronsend. Een tafereel van hooguit drie seconden, wij kunnen het ter nadere observatie vertraagd bekijken. Wil hij zo worden herinnerd?

Vissoep. Een Napoleonmeisje zet twee kommen neer voor de beroemde acteur en zijn kompaan met de ooglap. Ze legt er een stapeltje papieren servetten bij, zodat de ex-bewindsman het vocht van zijn voortdurende niesuitbarstingen niet langer in zijn hand hoeft op te vangen, dat hij vervolgens aan zijn sokken smeert. De regisseur komt aan het tafeltje, steekt gezellig een pijp op, richt zich met egard tot Herr Sedofsk, vriendschappelijk aangesproken met Maximilian, de plant met de vlinderbloemen plaatst hij terzijde. Hammer schuift de soep van zich af, bevend in de hitte die hem ijzig op het hoofd blijft vallen, zijn hoofd vol nevel, misselijkheid bij zijn middenrif, hij hoeft niet te eten, dank u.

De Carta Mundi steekt pas overmorgen om elf uur weer van wal, richting Napels, hoort hij zijn metgezel zeggen, om de passagiers morgen in de gelegenheid te stellen desgewenst naar de kerk te gaan, Notre Dame de la Miséricorde in de rue Forcioli-Conti, in verband met de opstijging van de allerheiligste maagd, welke gebeurtenis in dit oord pontificaal wordt herdacht in combinatie met de feestelijkheden rondom Bonaparte, die in 1771 te dezer kathedraal werd gedoopt. Hij declameert het uit de geel-en-blauwe reisgids van de cruise-onderneming, ergens uit zijn kleren tevoorschijn gebracht. Dus Alejandro, zo stelt hij de regisseur gerust, ik zit nog twee nachten op die hulk en morgen ben ik hier op de afgesproken tijd opnieuw present, zo vroeg dat ik vannacht niet eens naar bed hoef, maak je geen zorgen over mij. Lukken de opnamen morgen ook niet, dan overmorgen, hoe ziet de agenda van Nicole eruit? Ik heb geboekt tot hier en trek met jullie en het hele circus verder, allemaal per contract geregeld. In Napels ben ik al eens geweest en ik leef nog.

Hij krabt hartstochtelijk zijn hoofd met het geluid als van kopspijkertjes, schurend over een trommelvel, zijn andere hand neemt het nog smeulende sigaartje weer op en brengt het naar zijn mond, schilfertje zilver aan zijn onderlip. Mollige wolken krullen rondom de tafelplant en stijgen op naar het glazen plafond, waarboven de storm van alles in alle richtingen meeslingert. Ook elders in het artiestenterrarium zijn sigaretten en andere fumogoederen opgestoken tussen de welige planten, die ervan opfleuren. Hammers bevinding, hij geniet zijn cigarillootje gewoonlijk in de serre, is dat tabaksrook geen kwaad aan zijn orchideeën toebrengt, in de walm geuren ze krachtiger, hun kleuren verhelderen. Beter in de vijandige maatschappij hier maar over te zwijgen.

'Rauchen Sie nicht?'

'Danke, nein.' Ook daar geen zin in. Het liefst was hij ergens anders, al zou hij niet weten waar, anders dan in zijn serre, in ieder geval alleen. Het gevoel dat hij depersonaliseert. Hij verandert in een personage uit een van zijn romans, uit een roman van iemand anders kan ook. Hij gelooft te verdampen tot het object van een of andere biografie van zomaar iemand die er toevallig ooit is geweest en er toen niet meer was. Ouderwets, inwisselbaar, overbodig geworden, achterhaald, uit de tijd, in de ramsj, het huis is leeg, toen kwam de dood als een zwarte hond en vergeten was hij toch al. Wie zou zich hem herinneren, - een draak van een dochter, die een dievegge is. Misschien de werkster.

Met bevende gebaren verwijdert hij het lapje van zijn oog. Liever kijken door een barst dan helemaal niets zien.

Wat valt er te zien.