101
Lynn Windsor leek niet gelukkig met het feit dat ze hier was. Eigenlijk leek ze woedend.
Mickey keek naar haar van achter de doorkijkspiegel in de observatieruimte. Marina stond naast hem.
‘Ik zie wel wat je in haar zag,’ zei ze.
‘Met de nadruk op zág. Ik denk dat onze relatie gestrand is.’
Ze keken allebei nog een keer naar Lynn. Ze zat aan de tafel in de verhoorkamer, met haar handen voor zich verstrengeld op tafel en haar rug recht. Woede en verontwaardiging hielden haar rechtop.
Mickey was naar het kantoor van Fenton Associates gegaan, nadat hij haar eerst had gebeld en had gevraagd of ze hem buiten wilde ontmoeten. Hij hoopte dat ze zou denken dat het iets met de vorige avond te maken had, iets waarvan ze niet zou willen dat haar collega’s het hoorden.
Ze deed het. Kwam naar de voordeur van het gebouw.
‘Hoi,’ had ze gezegd, haar ogen even stralend als haar glimlach.
Hij kon zich voorstellen dat ze die glimlach had geoefend terwijl ze naar beneden kwam, in spiegels kijkend of ze het juiste wattage te pakken had.
Hij had haar meteen met beide benen op de grond gezet. ‘Je moet met me meekomen naar het bureau.’
De glimlach was vervaagd. ‘Waarom, wat is er?’
‘Kan ik niet zeggen. Je moet alleen meteen met me meekomen.’ Hij had naar zijn auto gewezen.
De glimlach was helemaal verdwenen. Hij had aandachtig naar haar gezicht gekeken en daar berekening gezien, waardoor hij wist wat er zou komen.
‘Ik denk dat er een misverstand is,’ zei ze.
‘Geen misverstand, vrees ik. We moeten je spreken op het bureau. Meteen.’
Hij wilde haar niet het gebouw in laten gaan, wilde haar geen gelegenheid geven om haar jas, tas of telefoon te gaan halen. ‘Iemand belt wel naar je werk om te vertellen waar je bent.’
De rit naar Southway hadden ze zwijgend afgelegd. Hij had niet eens naar haar gekeken. Kon het niet verdragen. Hij wist dat ze hem nu haatte. Hij kon het vanuit zijn ooghoeken zien aan de manier waarop haar borst rees en daalde.
Hij had de radio aangezet om de stilte te vullen. Radio One.
‘Ik hou wel van Lady Gaga,’ had hij gezegd na een poging tot meezingen. ‘Maar ik weet nog steeds niet hoe ze er echt uitziet. Je ziet haar in zoveel vermommingen dat je haar niet eens herkent als je haar uiteindelijk ziet zoals ze echt is, hè?’
Lynn had niet geantwoord.
En nu observeerde hij haar. Onder de woede bespeurde hij angst. Ze oogde geïsoleerd, afgezonderd. Mooi. Zo wilde hij het hebben. Hij wilde dat ze leed. En dat had niets te maken met hoe ze hem de vorige avond had misleid, hield hij zich voor. O nee. Het was puur zakelijk.
‘Marina,’ zei Mickey.
Ze wachtte.
‘Zeg hier niks over tegen Anni.’ Hij hield zijn blik op de ruit gericht.
‘Over jou en Lynn Windsor?’
Mickey knikte. ‘Ja. Ik wil niet dat ze… slecht over me denkt. Ze is een goede vriendin.’
‘Ik snap het. Beloofd.’
‘Bedankt.’ Hij zuchtte. ‘Ik heb het ziekenhuis gebeld. Het gaat goed met haar. Ze slaapt. Ik zal proberen straks nog even bij haar langs te gaan.’
‘Dat zal ze fijn vinden.’
‘Ik ook.’
Ze staarden nog een tijdje naar Lynn Windsor.
‘Oké,’ zei Mickey, ‘hoe gaan we dit aanpakken?’
‘Hetzelfde als altijd. Ik blijf hier en kijk toe. Jij stelt je vragen. Ik sta je bij als en wanneer het nodig is.’
Mickey knikte. Deed zijn oortje in. ‘Ik wou dat Phil er was. Hij is hier beter in dan ik.’
Marina glimlachte. Mickey bespeurde er iets droevigs, afwezigs in. ‘Je redt je wel. Dat doe je altijd.’
Hij knikte. ‘Oké. Dan ga ik maar.’ Hij verliet de observatieruimte. De deur ging geruisloos achter hem dicht.
Marina keek door de ruit. Controleerde haar microfoontje. Alles was in orde. Ze ging achter de tafel zitten. Terwijl ze dat deed, ging haar telefoon.
Ze keek naar haar tas en schold zachtjes op zichzelf; ze dacht dat ze hem had uitgezet. Zuchtend pakte ze het toestel om de oproep weg te drukken, maar toen zag ze dat het Phil was. Ze keek door het raam en zag Mickey de kamer in gaan. Keek weer naar haar telefoon.
Nam op.
‘Met mij,’ zei Phil.
‘Hoi,’ zei Marina, afgeleid omdat ze toekeek terwijl Mickey ging zitten en zag dat Lynn Windsor met onverhulde haat naar hem staarde. ‘Hoe gaat het?’
‘Prima. Luister, ik heb je een paar dingen te vertellen.’
Marina voelde zich weer verscheurd. Ze wilde met hem praten – moest met hem praten – maar hij had een vreselijk rotmoment gekozen. Ze moest hem dat vertellen. Hij zou het wel begrijpen. Hij was een beroeps.
‘Kan dit wachten? Sorry, maar Mickey heeft iemand in de verhoorkamer zitten en ik sta met hem in verbinding.’
‘Wie?’ vroeg Phil. ‘Wie heeft hij?’
‘Lynn Windsor. De advocate.’
Ze hoorde hem zijn hand over het spreekgedeelte leggen en iets zeggen wat ze niet kon verstaan. Er was iemand bij hem.
Hij kwam weer aan de lijn. ‘Dat is mooi. Hou haar daar. Ik heb je wat dingen te vertellen. En dat moet nu.’
‘Per se?’
‘Ja. Het gaat over Lynn Windsor. En Brian Glass. Het verband tussen hen, en hoe fout hij is.’
‘Blijf aan de lijn,’ zei ze, terwijl haar hart plotseling tekeerging. ‘Misschien heb ik je nodig.’
‘Fijn om weer aan het werk te zijn,’ zei hij.