127
‘Phil?’ Marina keek om zich heen in de grot, haalde haar iPhone uit haar zak en schakelde de zaklantaarn-app in. ‘Phil?’
Er was geen spoor van hem. Ze scheen met haar licht in het rond, luisterde. Keek achter zich. Glass was niet achter haar aan gekomen. Dat was al iets. Maar het betekende nog niet dat hij het had opgegeven. Ze moest iets doen. Een besluit nemen. Nog een keer rondkijken.
‘Phil?’ Luider deze keer.
Niets. Ze scheen nog eens om zich heen, zag het bed.
Ze liep ernaartoe en deed dezelfde ontdekking die Phil had gedaan.
‘O god… o god…’
Ze keek nog een keer om zich heen, met stijgende paniek. Rationeel wist ze dat het skelet haar niets kon doen, niet zou opstaan om haar te achtervolgen, maar toch werd ze er bang van. En van degene die dit had gedaan.
Ze zocht naar een andere ingang of uitgang, speurde de muren en de vloer af. Vond een tunnel. Ze knielde erbij neer en spitste haar oren.
Hoorde stemmen. Geschreeuw, geroep.
‘Phil…’
Ze wilde zo snel mogelijk deze grot uit, en met een snelle blik achterom om zeker te weten dat Glass niet achter haar aan kwam, kroop ze naar binnen.