90
‘U wilde me spreken.’
Marina was Glass naar zijn kantoor gevolgd. Ze stond voor zijn bureau. Hij was gaan zitten en keek naar zijn computerscherm en een dossier dat open voor hem lag. Hij probeerde haar het gevoel te geven dat ze een ondergeschikte was, dacht ze. Zodat hij zich superieur zou voelen. Ze had geen tijd voor zijn spelletjes.
Geen antwoord.
Ze keek op haar horloge en draaide zich om naar de deur. ‘Ik zie dat u het druk hebt. Ik kom straks wel terug.’
Glass keek snel op. ‘Nee, nee. We doen dit nu.’
Ze draaide zich weer om. Wachtte. Zijn woordkeus vervulde haar niet van zelfvertrouwen.
‘Neem plaats.’
‘Ik blijf liever staan. Ik ben met iets bezig en wil er graag mee verder.’
Glass moest zich gewonnen geven, maar het was duidelijk dat het hem niet beviel. ‘Zoals je wilt. Welnu, ik ben een groot bewonderaar van je werk, Marina. Uitstekend. Daarnet, in de briefing, de conclusies die je had bereikt, het empirische bewijs waar je ze op had gebaseerd, geweldig. Ik weet dat een hoop officiers bij de politie geen noodzaak zien voor een psycholoog op de loonlijst, vooral niet fulltime, maar daar hoor ik niet bij. Het is de toekomst, daar ben ik van overtuigd.’
Hij ging achteroverzitten. Marina vatte het op als een aansporing om te reageren. ‘Dank u.’
Er komt een ‘maar’ aan, dacht ze. Hij bereidt me alleen maar voor.
‘Echter…’ zei hij.
Een ‘echter’ en geen ‘maar’. Ze trok haar wenkbrauw op. Glass merkte het niet.
‘Ik vrees dat ik je momenteel niet in het team kan gebruiken.’
Er kwam woede bij haar op. Ze onderdrukte het, beheerste het. Stuurde het. ‘Waarom niet?’
Hij opende zijn handen alsof dat alles verklaarde. ‘Om wie je partner is. Je bent gecompromitteerd.’
Ze probeerde de woede nog binnen te houden, maar dat mislukte. ‘Pardon? Vanwege wie mijn partner is? Zou u dat ook tegen een mannelijk personeelslid zeggen?’
Glass keek oprecht verwonderd. ‘Wat heeft dat er nou mee te maken?’
Ze stapte naar zijn bureau en torende boven hem uit. ‘U zou dat niet zeggen tegen een mannelijk personeelslid over zijn partner, omdat u zou aannemen dat hij wel besluiten kon nemen en onafhankelijke conclusies kon bereiken zonder het vrouwtje om raad te vragen. Maar u denkt kennelijk niet dat ik dat kan.’
‘Ik heb nooit gezegd –’
‘Vindt u dat niet seksistisch? Ik wel. En mijn vakbondsvertegenwoordiger zal het ongetwijfeld ook zo zien.’
Glass leek van de wijs gebracht. Dit was duidelijk niet hoe hij deze bespreking had bedoeld.
Marina was in het voordeel. Ze zette door. ‘Wordt mijn bekwaamheid in twijfel getrokken? Doe ik mijn werk niet op het verwachte niveau?’
‘Nou, jawel…’
‘Ja, dat dacht ik ook. Vooral aangezien u dat net nog hebt gezegd voordat u me van het onderzoek af haalde. Als u denkt dat ik niet in staat ben mijn werk te doen, dan is het iets anders, maar –’
De deur ging open. Mickey kwam binnen. Hij keek van de een naar de ander en voelde de stemming aan. ‘Sorry, meneer. Ik kom later wel terug.’
‘Je kunt net zo goed blijven, Mickey,’ zei Marina, die zich naar hem omdraaide. ‘Onze leider hier schorst me zojuist.’
‘Wat?’
‘Kennelijk ben ik gecompromitteerd. Niet vanwege mijn werk, moet je begrijpen, maar vanwege de persoon met wie ik samenwoon. Daardoor ben ik niet in staat efficiënt te werken.’
Glass stond op. Hij was nu duidelijk boos. ‘Ik zei alleen maar –’
Mickey viel hem in de rede. ‘Nee. Het spijt me, meneer, maar u zit verkeerd.’
Glass keek alsof hij zijn oren niet kon geloven. ‘Wat? Wat zeg je nou?’
‘Marina is een zeer waardevol lid van het team, meneer. Ze wordt hoog aangeslagen en heeft een bewezen staat van dienst.’
‘We kunnen er een andere psycholoog bij halen, als je dat –’
‘Dat hebben we al eens gedaan, meneer. Het is niet goed afgelopen. Er is geen andere psycholoog met wie ik liever zou samenwerken.’
‘Trek je mijn besluit in twijfel, rechercheur Philips?’
‘Dat zal dan wel, meneer.’
‘Als je superieur –’
‘Met alle respect, meneer, ik heb de leiding over dit team. U hebt me zelf de leiding gegeven. En als leider van dit onderzoek wil ik dat Marina blijft. Ze is te waardevol om kwijt te raken.’
Glass staarde naar hen allebei. Marina zag de woede in zijn ogen omslaan in haat. Zijn handen begonnen te trillen. Ze kon zich wel voorstellen wat hij met die handen wilde doen. Hij kon geen woord uitbrengen. Te kwaad. In plaats daarvan liep hij om zijn bureau heen, drong zich langs hen en liep de deur uit. Ze zagen hem door het kantoor benen en via de dubbele deuren naar buiten gaan. Hij wilde ze achter zich dichtslaan, maar daar leenden ze zich niet voor.
Een tijdje zeiden ze geen van beiden iets.
Toen wendde Marina zich tot Mickey. ‘Dank je.’
Hij glimlachte met een zucht van verlichting. ‘Geen punt. Ik laat hem er niet nog een wegsturen.’
‘Mooi zo.’
‘Maar,’ zei Mickey glimlachend, ‘het is wel tijd om weer aan het werk te gaan.’
Marina salueerde spottend. ‘Ja, meneer.’ Ze liep het kantoor uit en ging terug naar haar bureau.