Hoofdstuk 3
Hij opende zijn voordeur waarachter zijn hond Donau al ijverig stond te kwispelen. Gedachteloos aaide hij het dier even over zijn kop en liep door naar de keuken. Daar opende hij de koelkast en pakte een biertje. Geroutineerd opende hij het flesje, schonk het leeg in het klaarstaande glas en nam een grote slok. Hij slaakte een zucht toen hij de koelte naar beneden voelde lopen.
De gedachte aan een nieuw bericht spookte de hele dag al door zijn pijnlijke hoofd. Waarom had hij nog niets gehoord? Het geld moest opgehaald zijn. Toen hij die nacht doorweekt en verkleumd op het koude beton was bijgekomen, was hij meteen gaan kijken. De afvalbak bleek leeg.
Hij liep de trap op naar zijn werkkamer en zette zijn computer aan. Het a-ritmische geratel van zijn computer begeleidde zijn gedachten. Zou hij door de afperser tegen de lamp kunnen lopen? Wist de man meer en zou het na al die jaren weer opgerakeld worden? Hij had geen idee. Wel had die vuilak bewezen de touwtjes in handen te hebben. De man bleek te kunnen zorgen voor lozingen van ongezuiverd afvalwater. En als de lozingsnormen ver overschreden zouden worden, dan zou hij zijn jaarlijkse bonus waarschijnlijk mislopen. En alleen dat al was hem geld waard, Het bedrag dat gevraagd was bleek relatief laag. Eigenlijk zelfs lachwekkend laag. Daarom had hij besloten om het geld gewoon te geven. Had hij het maar gewoon gegeven, dal had hem heel wat koppijn gescheeld, dacht hij, terwijl hij de neiging om over zijn achterhoofd te strijken onderdrukte.
Het achtergrondgeratel hield op en hij opende zijn mailbox. Hij zag het bericht direct slaan. De vreemde naam was hem al pijnlijk bekend. Nu zou hij kunnen lezen of het geld gevonden was. Dan zou hij tenminste van het probleem verlost zijn. Zijn ogen schoten over de regels. En terwijl hij de inhoud van de mail in zich opnam, voelde hij de woede in zich opkomen, woede vermengd met angst.
Dit was natuurlijk slechts een opwarmertje. Maar de afspraak was dat je weg zou gaan als je het geld In de bak had gedeponeerd. Je hebt je niet aan die afspraak gehouden. Je zult de consequenties van dit gedrag moeten dragen. Je moet niet denken dat je er de volgende keer met een zacht tikje op je hoofd vanaf komt. Ik weet je te vinden.
Hij veegde de zweetdruppels van zijn voorhoofd. Wat een agressieve toon. Zou de afperser hem gevolgd hebben? Of zou de man gewoon weten waar hij woonde? Opeens voelde hij zich helemaal niet meer veilig in zijn eigen huis. Had hij de deur wel afgesloten? Een zacht gepiep klonk naast hem. Donar zat met zijn oren plat in zijn nek naar hem te kijken. Zou zijn hond een indringer net zo tegemoet treden? Kwispelend en jankend om aandacht? Wat had hij aan dat beest als hij het huis niet bewaakte.
'Ja ja, ik zal je zo uitlaten,' bromde hij naar zijn huisdier. De oren van Donar floepten rechtop bij het laatste woord en hij voelde een onwillekeurige glimlach over zijn gezicht trekken.
Toen richtte hij zijn aandacht weer op het scherm en hij las verder. Niet alleen het bedrag trok zijn aandacht. De details waren erger. Hoe wist de afperser dat allemaal? Wie was het? Welke man kon hier achterzitten. Man? Misschien was het wel een vrouw, dacht hij verward. Zeker was in ieder geval dat het probleem veel groter was dan hij in eerste instantie had gedacht. Verdomme! Wat kon hij doen? Die vent was bloedserieus. Hij moest wel betalen. Hij zat hartstikke klem.