De zwoele temperatuur lokte mensen aan het eind van de middag naar de terrasjes in de stad. Samuel had daarom aan zijn collega's voorgesteld om naar De Verloren Visser te gaan, omdat het daar vast veel rustiger zou zijn. Met z'n vijven hadden ze een tafel weten te bemachtigen.
'Heeft iemand de krant al gelezen?' vroeg Willem.
Samuel schudde zijn hoofd. 'Geen tijd gehad.'
'Dat kan ik je niet kwalijk nemen. We zijn allemaal drukker dan anders. Maar kijk, lees dit maar eens.'
Samuel pakte de krant aan. Hij liet zijn ogen over de kop gaan die Willem had aangewezen.
'Wat staat er?' vroeg Sabine, terwijl ze van haar glas witte wijn nipte.
'Water moet getest,' las hij hardop voor. 'Alle waterzuiveringsinstallaties in de omgeving zijn aangeschreven om extra samples te nemen van het water dat op het oppervlaktewater geloosd wordt.' Hij keek de kring rond. 'Wat betekent dat?'
'Nou, dat lijkt me duidelijk,' zei Truus met haar schorre stem. 'Kennelijk is er een probleem met het water.' Ze snoof luid.
'Hey man, denken ze dat er vuil water is geloosd?' vroeg Harvey.
'Niet bij ons, dan hadden we het wel geweten,' zei Samuel. 'Wij zijn zelf toch degenen die het water controleren? Maar ja, bij deze hittegolf heb je natuurlijk wel veel sneller problemen.'
'Mooie boel, hoor. Jullie leveren slecht werk af en ik word ontslagen. Verdomd oneerlijk.' Truus nam een grote slok bier waarna haar boze gezicht gesierd werd door een grote schuimsnor.
'Wij leveren helemaal geen slecht werk af,' stoof Samuel op. 'Waar maak je dat nu weer uit op?'
'Nou, dat staat er toch,' mokte ze door.
'Hey, jongens. Geen ruzie. Dat is niet goed voor je hart, weet je.' Harvey greep in. 'Wat staat er nou helemaal in die krant? Alleen dat ze wat water gaan verzamelen om het te gaan checken, man. Dat is alles. Relax.'
'Bovendien, als er iets fout gegaan is, dan is er maar eentje de lui. En dat is Van Damme. Die zit dan echt in de shit,' zei Willem.
'In de stront zul je bedoelen,' begon Samuel opeens te lachen.
'Shit happens!' De bulderende lach van Willem galmde over het terras.
Samuel zag de verbaasde gezichten van de anderen en bond in. 'Ach, geintje. Die vent heeft af en toe een lesje nodig.'
'Wat heb je nu wieder gedaan, Samuel,' vroeg Sabine wrevelig. 'Nou begrijp iek het allemaal. Al die postproblemen hebben jullie zeker ook veroorzaakt, lek had je nooit die belangrijke rapport moeten geven. Snap je dan niet dat iek ook in die problemen kan komen?'
'Ach, windje niet op, liefje, dat doe ik straks wel,' zei hij, terwijl hij Willem een vette knipoog gaf. 'Wie wil er nog wat drinken?'
De serveerster die de bestelling op kwam nemen zag eruit alsof ze dringend behoefte had aan een borrel. 'Wat zal het zijn, jongens?'
'Vier bier. Wil jij nog wat, Sabine?'
Samuel zag dat Sabine pruilend haar hoofd schudde. Ach, hij maakte het straks wel weer goed. Hij dacht terug aan de geslaagde filmavond.
'Maar het blijft waardeloos dat ik ontslagen word,' zei Truus opeens, nadat het een tijdje stil was geweest.
'Het is toch nog niet zeker. Je schijnt alleen op een lijst te staan.'
'Ja ja, en jij denkt dat ik daar opeens van kan verdwijnen.'
Truus dook in haar glas, dat daarna met een klap leeg op tafel belandde.
Samuel keek naar Sabine, die naast hem zat en met haar nagels bezig was. Misschien kon zij wel wat regelen, of kon hij haar dat niet vragen. De frauderende secretaresse, daar hadden ze het al een keer over gehad. Opeens merkte hij dat alle ogen op hem gericht waren. De blik van Truus was onduidelijk, ergens tussen vragend en berustend in.
'Sabine. Jij hebt toch toegang tot die lijst?' begon hij toen toch maar.
Ze keek hem vragend aan en streek toen haar krullen gedecideerd naar achteren. 'Oh nee. Nee, nee. Dat kan iek niet doen.' Een licht wanhopige blik ging in de richting van Truus. 'Je begrijp toch wel dat dat oneerlijk is. Dan raak iek ook mijn baan kwijt.'
'Oneerlijk,' mompelde Truus. Ze strekte haar forse lijf uit en boog vervaarlijk over naar Sabine. 'Zal ik je eens wat vertellen over oneerlijkheid? Die baas van je, die is pas corrupt. Hebben jullie dat nooit gelezen?' Ze keek de kring rond, maar niemand durfde wat te zeggen. 'Het is alweer een paar jaar geleden dat die mooie Van Damme betrokken was bij een milieuschandaal. Het is nooit ver uitgelekt, slechts een klein berichtje in de plaatselijke krant, geloof ik. Verder hebben ze het stil weten te houden. De overbekende doofpot.'
'Eugène?' klonk de stem van Sabine.
'Maar hoe weet jij dat dan?' Willem was heftig geïnteresseerd.
Samuel zag hoe iedereen aan de lippen van Truus hing. Hijzelf was op zich niet eens verbaasd. Dat soort types kwam er altijd zo mooi vanaf en kreeg het dan ook nog voor elkaar ergens anders weer een mooie positie te bemachtigen. Oneerlijk, Truus had gewoon gelijk.
'Ik had een vriendin die bij dat bedrijf werkte en die wist er natuurlijk alles van. Maar het personeel werd op strafte van ontslag verboden er ook maar iets over los te laten. Natuurlijk wilde niemand zijn baan kwijtraken. Al die smerige stoffen verdwenen dus zomaar de lucht in en verspreidden zich over de omgeving. Van Damme moest vertrekken, maar hij kreeg een gigantische exitpremie. Totaal onverdiend. Bovendien werd ervoor gezorgd dat hij hier bij dit bedrijf aan de slag kon.''
Harvey floot zacht tussen zijn tanden. 'Man, dat is inderdaad niet fair. Wat een zieke bedoeling.'
'Dus na een fout kon hij met een zak geld vertrekken naar een volgende goede baan. Dat kan toch niet zomaar?' zei Willem.
'Ach, dat is allemaal gebeurd. We kunnen daar niets meer aan veranderen. Maar jullie kunnen je nu misschien wel voorstellen dat het klote voelt als je eerst gevraagd wordt om dit jaar de normale salarisgroei in te leveren, zogenaamd om het bedrijf gezond te houden en dan...' Opeens knakte haar hoofd. Haar enorme schouders begonnen te schokken.
Samuel wist even niet hoe hij moest reageren. Truus, sterke mannelijke Truus, die huilde als een griet.
Toen zag hij hoe Sabine haar stoel naar achteren schoof en naar Truus toe liep. Ze sloeg haar armen om haar heen en suste haar met zachte woordjes.
'Zo, hier zijn de biertjes. Wat is er aan de hand?' De serveerster zette de glazen op tafel en keek naar Truus, die zich nu oprichtte, een enorme zakdoek uit haar broekzak trok en luid tetterend haar neus leegde.
Samuel maakte een afwerend gebaar.
'Ah, vrouwelijke emoties,' zag de vrouw toen. 'Ja meid, het leven is niet altijd zonneschijn.' Het klonk alsof ze er alles van afwist.
'We moeten een actie organiseren,' zei Willem fanatiek. 'Protesteren. Of dat schandaal alsnog bekend maken.'
'Truus, iek ga wat voor je regelen,' hoorde Samuel tot zijn verbazing de hoge stem van Sabine. 'Iek vind wel een oplossing.' Het gezicht van Sabine was bijna onherkenbaar door de harde trek die was verschenen.
'Sabine, je moet nietje baan op het spel zetten voor mij,' zei Truus, terwijl ze de laatste resten vocht in haar neus ophaalde.
'Wees maar niet bezorgd, lek sta mijn mannetje wel. Die grens is bereikt.'
Na het emotionele moment van Truus was de stemming sterk verbeterd. Er werd niet meer gepraat over de beruchte lijst of over het verleden van Van Damme.
'Is de training van je zoon nu al begonnen?' vroeg Samuel aan Willem.
'Begonnen? Hij traint de hele zomer door. Hij is afschuwelijk fanatiek. Lang niet alle mensen zijn geboren met zo'n inzet als die zoon van mij,' antwoordde hij trots.
'Nou, ik denk dat ik wel weet van wie hij dat heeft,' zei Samuel, terwijl hij naar het afgetrainde lijf van zijn collega keek. 'Ik snap niet dat al dat bier geen aanslag is op dat wasbordje van je.'
Willem trok zijn T-shirt even omhoog en sloeg een paar keer op zijn gespierde buik. 'Mijn lichaam heeft dat gewoon nodig, denk ik.'
'Hé, daar komt Jan aan,' zei Truus, terwijl ze naar de trage gestalte keek, die zijn motor op de standaard trok. Hij zette zijn helm af en streek even met zijn hand over zijn al wat kalende schedel, voordat hij op hun tafeltje af kwam lopen. Hij zag er moe uit en nog bleker dan anders, vond Samuel.
'Biertje, Jan?' vroeg Willem al voordat Jan een stoel bij had geschoven.
Jan knikte. 'Zitten jullie hier al lang?'
'Time flies when you 're having fun,' zei Harvey.
'Waar was je opeens gebleven?' vroeg Samuel.
'Ik moest weg,' zei Jan afwezig.
'Ben je bij je vrouw geweest?'
Jan knikte en boog zijn hoofd. Het bleef een tijdje stil, niemand durfde wat te zeggen.
'Gaat het niet goed?' vroeg Samuel uiteindelijk.
Het hoofd van Jan schudde heen en weer. Hij schraapte zijn keel en Samuel zag de spieren van zijn kaak heftig samentrekken. 'Ik heb net met de arts gesproken. Als deze behandeling niet aanslaat, kan hij niets meer voor haar doen,' zei hij zacht. 'Het is echt zo'n kloteziekte. Het vreet je langzaam op.' Niemand zei wat. Wat kon je ook zeggen in zo'n situatie?
Jan keek nu de kring van zijn collega's rond. 'Ze is echt alles voor me. We hebben nooit kinderen gekregen.' Hij zweeg en boog toen zijn hoofd weer. 'Als zij het niet redt, wat moet ik dan verder nog?'