Hij liep gebogen achter de schoonmaakmachine. Sinds hij mank liep klonken zijn stappen onregelmatig in de lege gang. Nu hoorde hij ze echter niet, het gegons van zijn machine absorbeerde al het andere geluid. De frisse geur van het krachtige schoonmaakmiddel vermengde zich met de lucht van dood vlees. Soms kon hij de lucht niet goed verdragen en deed hij een extra scheut chloor in de machine. Maar vandaag ging het goed. Ondanks de warmte van de afgelopen weken, was de kadaverlucht vandaag minder doordringend dan de afgelopen dagen. Hij vroeg zich af hoe dat kwam. Het leek net of de aanvoer minder was. Gelukkig hoefde hij zich daarover geen zorgen te maken. Hij hoefde er alleen maar voor te zorgen dat de gangen schoon waren.
Aan het eind van de gang gekomen zette hij zijn machine uit. In de plotselinge rust drong nu het voortdurende gekletter van water door. Meestal als hij in dit gedeelte dienst had ging hij even een kijkje nemen bij de enorme tanks. Hier spoot het water in een krachtige fontein omhoog waarna het neerkletterde in het bassin. Hij had een keer een korte rondleiding gehad van een monteur die 's avonds bezig was geweest met een reparatie. Die had hem het een en ander verteld over de afsluitkranen op het bedieningspaneel. Machtig interessant had hij het gevonden.
Hij deed de deur open en liep de betonnen trap op. Hij hield van water. Water was net als vuur. Als je ernaar keek bleef het je aandacht vasthouden. Waarschijnlijk omdat het voortdurend in beweging was.
Hé, wat was dat? Het leek alsof hij een schim zag wegduiken achter hel immense bedieningspaneel. Even bleef hij staan kijken, maar algauw zoog de schuimende waterpartij zijn aandacht weer geheel op. Toen de fontein stopte, leek de stilte heel intens, totdat de normale achtergrondgeluiden van de fabriek weer tot hem doordrongen.
Hij liep naar het paneel waar hij dacht iemand gezien te hebben. Hier zaten alle afsluitkranen. Vreemd dat daar iemand was. En nog vreemder dat hij niet even groette. Iedereen nam altijd de tijd om een korte groet te laten horen of een babbeltje met hem te maken. Dus waarom dan nu niet?
Dichterbij gekomen zag hij dat bij een van de leidingen een rood licht knipperde. Verbaasd keek hij om zich heen. Waar was die persoon nu gebleven? Hij had toch iemand gezien en die kon hem vast wel helpen om dit probleem op te lossen. Hij leunde op de betonnen rand. Het rode lampje knipperde naast een van de afsluiters. Die kon hij beter dichtzetten, dacht hij.
De afsluiter zat akelig dicht bij de rand maar langzaam kreeg hij er enige beweging in. Het ging zwaar. Dat had hij niet verwacht. Hij spuugde in beide handen en boog zich opnieuw over de kraan.
Opeens hoorde hij schuifelende geluiden achter zich. Gelukkig, daar was iemand. Maar voordat hij zich op kon richten om hulp te vragen, kreeg hij een harde tik op zijn hoofd. Hij voelde een scherpe pijn in zijn hoofd. Langzaam gleed hij opzij en werd het donker.