Toen Rona uit haar auto stapte keek ze naar de lucht. Er waren dikke wolken verschenen die de straling van de zon wat temperden. Zou het nu eindelijk wat koeler worden? Ze voelde zich plakkerig van het zweet dat de hele dag van haar lijf gestroomd had. Ze schoofde klep van haar pet wat naar achteren en wist meteen dat ze die op zou houden. Haar haren voelden als een natte dweil die vastgeplakt zat op haar schedel. Toch had ze niet geaarzeld toen Line haar gebeld had om langs te komen. Die afleiding was welkom na alle zware gesprekken van die dag.
'Rona, fijn dat je er bent.' Een stralende Line kwam haar tegemoet.
'Miste je me nu alweer?' vroeg ze plagerig.
Maar Line schudde haar hoofd en vertelde dat ze Eugène had uitgenodigd. Even schoot er een knagend jaloers gevoel door Rona heen.
'Hij weet veel van het milieu. Hij is een topmanager die over de milieuafdeling regeert op een groot bedrijf hier in de buurt. Ik heb hem al eerder om informatie gevraagd. Toen was hij niet echt in de stemming om erover te praten. Maar nu stop ik niet voordat ik meer weet. Hij moet toch weten wat er fout kan zijn met het oppervlaktewater?'
'Hij zal dan in ieder geval een verzoek tot levering van watermonsters gekregen hebben,' zei Rona nuchter. Ze had het niet zo op die managers. Al die berichten in de kranten over belachelijke topsalarissen en exorbitante bonussen. En dan aan de andere kant alle bezuinigingen die werden aangekondigd die voornamelijk golden voor mensen met de lage inkomens. En natuurlijk speelde haar gevoel mee. Ze dacht terug aan het moment dat Line haar verteld had over de afloop van Lines avondje uit met Eugène. Misselijkmakend was dat geweest.
'Misschien heeft hij zelf al wel onderzoek laten verrichten?'
Rona had daar zo haar twijfels over, maar ze paste er wel voor op om daar tegen Line iets van te zeggen. 'Is dat de enige reden dat je hem hebt uitgenodigd?' waagde ze te vragen.
'Ik wil hem alleen maar uithoren. Hij zal toch als milieupersoon ook precies willen weten wat er aan de hand is?'
'Nou, als hij hier toch komt, dan zullen we hem dat wel vragen. Maar over water gesproken, ik ben uitgedroogd.' Rona wilde verder geen woorden aan die vent vuilmaken.
Het was al erg genoeg dat hij straks weer in Lines buurt zou zijn. Gelukkig was zijzelf er dan ook bij.
Even later zaten ze allebei aan de witte wijn. De zon werd nu bijna geheel afgeschermd door de enorme wolkenpartijen. Maar van enige afkoeling was nog geen sprake.
'Zal ik hem nog een keer bijvullen?' vroeg Line.
'Lekker.' Rona keek hoe de wijn in het glas kolkte. 'Oh, ik moet straks nog rijden.'
'Ah joh, dat zien we dan wel weer. Neem nog lekker een glaasje,' gniffelde Line.
Rona ging achterover liggen in de luie stoel. Ze voelde dat haar huid aan alle kanten plakte en snoof even licht onder haar oksel. Hm, niet echt fris, dacht ze.
'En?' hoorde ze naast zich.
'Wat, en?' vroeg Rona verbaasd.
'Nou, hoe ruik je?'
'Dat wil je niet weten,' zei Rona. Ze moest lachen. 'Jij houdt ook alles in de gaten.'
'Wil je wat deo?' vroeg Line.
Verbluft keek Rona op. Ze zag dat Line al was opgestaan en terugkwam met een spuitfles.
'Nou, kom op. Hoog die arm.'
Rona ging rechtop zitten en moest een beetje beschaamd grinniken. 'Doe niet zo gek,' zei ze.
'Gek? Ik wil niet naast een stinkerd zitten.' Rona zag hoe ze haar neus dichtkneep en een vies gezicht trok. 'Dat is luchtverontreiniging.'
Rona kon haar lachen niet inhouden. 'Dat kan natuurlijk niet als zometeen meneer de milieumanager komt.'
'Nou, kom op met die armen!' Line richtte de spuitbus op Rona, alsof ze dreigde met een pistool, waarop Rona haar armen omhoog stak. Ze sloot haar ogen en trok haar mond samen. Toch nog onverwachts voelde ze de koude nevel in haar oksel en ze kromp wat samen. Daarna aan de andere kant, heerlijk fris, dat moest ze toegeven. Ze opende haar ogen en zag hoe Line zichzelf dezelfde behandeling gaf.
'Zo, wij ruiken in ieder geval lekker als hij straks komt.'
Rona had Line nog niet eerder zo vrij meegemaakt. Ze voelde zich rozig en tevreden en schoof haar stoel wat dichter bij Line.
'Hoe laat komt hij eigenlijk?'
'Hij komt op de thee.' Line proestte het uit. 'Misschien moet ik even thee gaan zetten.'
'Ach, geef hem ook een glaasje,' deed Rona gul een duit in het zakje.
'Eentje dan. Als er nog over is.' Line hield de fles omhoog om te kijken hoeveel er nog in zat.
'Eén is ook genoeg. Hij moet waarschijnlijk ook nog rijden.'
'Maar niet op mij,' gooide Line er spontaan uit. Het klonk zo verontwaardigd dat Rona vreselijk moest lachen.
'Hallo, dames, stoor ik?'
Rona keek verschrikt op. Op het pad stond een rijzige gestalte. Hij had een lichte zomerpantalon aan met daarop een wit overhemd met korte mouwen, die zijn uitpuilende buik goed uit liet komen. Door zijn goudkleurige bril keken twee toegeknepen ogen haar misprijzend aan. Door de te dikke wenkbrauwen leken zijn ogen boos de wereld in te kijken. Een lachje dat om zijn strakke lippen speelde, probeerde dat te verbergen, wat totaal niet lukte.
'Eugène,' hoorde ze Line naast zich onthutst zeggen. Ze schoot overeind en streek met een nerveus gebaar haar haar glad naar achteren.
'Sorry dat ik iets later hen, maar ik moest nog even iets uh... wegwerken.'
'Mag ik je voorstellen aan mijn vriendin Rona van Baren. Ze kwam onverwachts langs.'
Lekker liegbeest, dacht Rona geamuseerd. Ze stond op. streek haar bermuda glad en stak haar hand uit. Ze besefte terdege dat ze er als een overjarige puber uitzag met haar baseballcap op haar hoofd, maar hem nu afzetten zou onbetaalbaar verkeerd zijn.
'Aangenaam kennis te maken,' zei ze beleefd en ze hoopte dat het niet overdreven klonk.
'Wil je ook wat drinken?' bood Line naast haar aan.
Rona deed haar best ernstig te blijven. Ze nam een slok en ging weer zitten.
'Prettig om je eindelijk te leren kennen,' begon Rona. 'Line heeft het al zo vaak over je gehad, Eugène. Mag ik Eugène zeggen?'
De nogal zakelijk uitziende man tegenover haar knikte. Ze zag dat hij een blik op Line wierp die doorspekt was met bezitterige trots. Ze kon zich bijna niet voorstellen dat Line met deze man... Ze probeerde de gedachten terug te dringen.
'Eugène, ik heb je gebeld omdat ik wat vragen heb,' nam Line het gesprek over, nadat ze een glas bier uit de keuken had gehaald. Ze was opeens serieus. 'Ik heb je toch verteld over de problemen van Tom?'
'Ja, dat is alweer even geleden,' zei Eugène weifelend.
In het kort vatte Line de problemen van Tom nog een keer samen. 'Weet je, ik maak me echt grote zorgen. Hoe moet het straks op school als zijn geheugen zo slecht is geworden.'
'Ach, meisje. Die jongens willen sommige zaken gewoon niet onthouden. Als jij hem verbiedt om te gaan surfen, dan gaat hij vissen. Dat is toch heel logisch.'
Rona keek naar de man die zelfverzekerd zijn typisch mannelijke onzin over Line uitstrooide.
'Daar gaat het niet om. Het lijkt alsof hij het verbod om bij het water te komen gewoon vergeten is,' zei Line.
Eugène nam een slok bier. Zijn gezicht straalde een zekere arrogantie uit. 'Vergeten? Dacht je dat?'
'Ja, normaal zon Tom dat nooit negeren. Dat weet ik zeker.'
Rona wilde Line helpen. Het was haar allang duidelijk dat deze vent een mening had waarvan hij moeilijk af te brengen was. En op deze manier zou Line niet veel informatie krijgen. 'Ik heb begrepen dat je veel afweet van waterzuivering en zo?'
Eugène knikte, maar leek duidelijk op zijn hoede.
'Volgens onze inschatting zouden al deze zaken samen kunnen hangen met eventuele problemen met het water. Heb jij misschien enig idee wat er mis kan zijn met water waardoor zich dit soort problemen voor kunnen doen. En dan bedoel ik niet alleen deze invloed op hersenen, maar ook op onze huid, zoals die zweertjes die Tom en ook een vriend van mij hebben gekregen.'
'Weet je zeker dat het aan het water ligt. Ik kan me daar niets bij voorstellen. Al het water in de omgeving wordt heel streng gecontroleerd en bij de minste of geringste afwijking wordt er ingegrepen.'
'Nu kennelijk niet,' stelde Rona nuchter vast.
'Nu ook. Wees daarvan overtuigd.' Hij leegde zijn glas. 'Ik denk dat ik maar weer eens opstap. Ik kom een andere keer wel terug. Ik wil jullie onverwachte ontmoeting niet verstoren. Bovendien ben ik niet gekomen om over waterproblemen te praten. Line, wij maken wel een nieuwe afspraak,' richtte hij zich tot Line. 'Ik heb nog wat liggen voor Tom.' Daarna stond hij op en gaf Rona een hand.
Line stond ook op en liep met hem mee.
Toen ze even later terugkwam stond haar gezicht ernstig. 'Nou, daar zijn we niet veel wijzer van geworden.'
'Nee, aan die vent heb je echt niets,' viel Rona haar bij.
'Wat bedoel je?' Line keek op haar neer.'Nou, gewoon. Precies wat je zelf ook zegt. Hij lult maar wat. Hij luistert niet. Zijn water is niet het probleem, maar Tom is zelf het probleem. Het dringt kennelijk niet in zijn hersens door dat er ook wat aan de hand kan zijn met het water. Het is gewoon een... nou ja, een man. Die luisteren niet,' besloot ze.
'Nou, jij luistert ook niet. Hij is weggegaan omdat jij maar door bleef praten over dat water. Misschien heeft hij wel gewoon gelijk en is het water niet het probleem. Hij zegt toch dat het streng gecontroleerd wordt?' Line bleef voor haar staan en keek haar nijdig aan.
'Hé, Line. Wat is er nu opeens aan de hand? Jij wilde toch meer informatie? Ik wilde je daarbij helpen. We hadden het zo gezellig en dan komt hij...' Rona maakte haar zin niet af.
'Jij bent gewoon totaal tegen mannen. Dat is wel duidelijk. Als er ook maar een mogelijkheid is om ze af te kammen, dan doe je dat.'
Rona stond op en legde haar handen op de schouders van Line. 'Waarom doe je nu zo agressief?'
'Ik ben niet agressief,' mokte Line.
Rona sloot haar in de armen. Waarom deed Line opeens zo raar? Had ze echt zo doorgedramd over het waterprobleem?
'Mam?'
Geschrokken liet Rona haar los.
'Kan ik even met je praten?' Toms gezicht stond uitdrukkingsloos, terwijl hij opzij keek.
'Ik ga wel naar huis,' zei Rona. Ze wist wanneer ze te veel was. Ze trok de klep van haar pet diep over haar ogen.
'Ik bel wel,' gaf Line als antwoord. Rona zag dat ze Tom naast zich trok en haar aandacht volledig op hem richtte. Het voelde klote. De intieme sfeer was totaal verdwenen en het voelde niet goed om midden in een heftig gesprek afscheid te moeten nemen.