'Dag Line,' meldde Eugène zich via de telefoon. 'Ik wilde even laten weten dat ik een paar dagen weg ben.' De leugen kwam hem gemakkelijk over de lippen. 'Ik moet naar een bijeenkomst voor mijn werk. Niets opzienbarends, maar ik vond het wel netjes om het je te melden.'
'Ik wil je nog bedanken voor dat lekkere etentje. Ik heb zelden zo lekker gegeten.' Haar stem klonk zacht en een beetje onzeker door de telefoon. Dat maakte haar juist zo aantrekkelijk. Het was gemakkelijk om haar te verwennen. Als ze nu ook nog lichamelijk toeschietelijker zou worden, dan was een relatie niet uitgesloten.
'Geen dank, lieverd.' Hij bedacht dat hij geen bier meer in huis had. Misschien moest hij nog maar even naar de winkel.
'Je stem klinkt een beetje vreemd. Is het wel goed met je? Of ben je nog steeds zo verkouden?'
'Een beetje keelpijn. Hoe gaal het verder met jou?' Hij probeerde nu zo duidelijk mogelijk te praten, ondanks zijn gezwollen lip.
'Het gaat wel. Ik heb wal problemen met Tom.'
'Ach ja, kinderen.' Hij keek op zijn horloge, nog een half uurtje voordat de winkel zou sluiten. Hij liep met de telefoon in de hand naar zijn werkkamer om zijn portefeuille te zoeken.
'Het lijkt toch ernstiger te zijn dan ik eerst dacht. Hij heeft wal wondjes op zijn benen en...' Eugène trok zijn lade open. Waar had hij die portefeuille toch gelaten?
Hij humde in de hoorn. Line praatte rustig verder. Haar zachte stem had toch wel een sensuele klank, dacht hij tevreden. Hij sloot de lade en liep naar zijn colbert dat hij over de leuning van zijn stoel had gehangen. Hij graaide in de binnenzak van zijn jasje. Gelukkig, daar voelde hij zijn portefeuille.'Die gaat naar een neuroloog. Denk je dat ik Tom ook maar opnieuw moet laten onderzoeken?" hoorde hij toen Line vragen.
'Een neuroloog? Alleen maar voor een paar wondjes?'
'Nou ja, dat dus niet alleen. Ik zei je toch net...'
'Zeg Line. Ik moet nog even naar een afspraak. Dus ik kan niet te lang bellen. Als ik jou was, zou ik het eerst maar even aanzien. Jongens kunnen wel een stootje hebben. Ik bel je snel weer. Dag, lieverd.'
Hij hoorde nog net een korte groet toen hij zijn telefoontje dichtklapte. Nou moest hij nog opschieten ook, dacht hij geïrriteerd.