Even later liep Rona achter Line aan naar het terras. Tom was in slaap gevallen. Rona zag dat Line de kussens op de terrasstoelen legde.
'Dat hele avontuur heeft hem veel energie gekost,' zei Line.
'Dat kan ik me voorstellen, het is ook niet niks. Maar ik merk ook dat hij nog steeds veel moeite heeft om woorden te vinden. Wanneer kun je bij de neuroloog terecht?'
'Overmorgen. Het duurt inderdaad wel lang. Maar als ik jouw ervaringen en uitslagen hoor, denk ik dat ik het wel prettig vind dat het nog wat langer duurt. Ik wil helemaal niet horen dat zijn hersens zijn aangetast door die giftige alg.'
'Niemand wil dal horen, ik ook niet. Weet je Line, je kop in het zand steken heeft geen zin, die jongen is niet in orde.'
'Nee, dat weet ik ook wel,' morde Line zacht. 'Het is misschien meer dat ik het niet wil weten. Maar als ik dat hoopje jongen zie dat nu nog maar over is, dan kan ik helemaal niets meer ontkennen.'
Rona ging rechtop zitten. 'Ik ben vandaag opnieuw bij de neuroloog geweest. Die afspraak was al gemaakt omdat ze zouden bespreken wat voor behandeling mogelijk zou zijn. Nu ik kon vertellen wat de oorzaak van alle problemen was, werd het wat eenvoudiger. In Amerika zijn in het verleden goede resultaten behaald met bepaalde medicijnen.' Ze zag dat Line haar ineens venast aankeek. 'Eigenlijk zijn het medicijnen tegen een te hoog cholesterolgehalte. Maar in Amerika blijken ze in sommige gevallen ook tegen het algen- gif te werken. Deze medicijnen binden namelijk aan choIesterol, waardoor het uitgescheiden wordt. En nu verwachten ze dat het ook aan het Pfiesteria-gif kan gaan zitten. Op die manier raak je die troep uit je lichaam kwijt. Ik ben benieuwd of hel bij mij ook gaat werken.'
Op dat moment voelde ze haar telefoontje in haar broekzak trillen. Ze viste hem op en zag op haar display dat het Lara was.
'Hallo, Rona, sorry dal ik je stoor. Maar ik denk dat ik iets interessants te melden heb.'
'Geen probleem, Lara. Wat heb je gevonden?'
'Ik heb net een watersample onderzocht van een van de bedrijven uit de buurt. Een van de laatste zelfs, want de meeste hadden al eerder gereageerd.'
'Ja, en?' Rona voelde hem al aankomen. Er moest iets mee aan de hand zijn, anders had Lara natuurlijk nooit gebeld.
'Raak. Een van de watermonsters was sterk verontreinigd. Bij die concentraties is het niet zo verwonderlijk dat Pfiesteria zich in de gevaarlijke vorm heeft getransformeerd. Want als ik zeg sterk verontreinigd, dan is dat ook echt sterk. Het is bijna niet voor te stellen dat zo'n bedrijf dat zelf niet weet. Ze moeten dat toch in de gaten hebben tijdens hun eigen controlemetingen?'
Rona ging er niet op in. Ze dekte het mondstuk af. 'We hebben 'm,' fluisterde ze naar Line, die haar vragend aankeek.
'Welk bedrijf is het?' vroeg ze toen. Het was een simpele vraag met een zeer beladen inhoud.
'Het is dat grote destructiebedrijf dat bij Goes ligt. Misschien ken je het wel. Het ligt tegen de Oosterscheldedijk aan.'
'Ik ken het,' zei Rona vlak. Ze praatte nog even verder met Lara, maar sloot het gesprek toch vrij snel af.
'Wat? Het bedrijf waar Eugène werkt? Is hij verantwoordelijk voor...' Line wendde zich af toen Rona haar de uitkomst verteld had.
Rona zweeg. Wat moest ze zeggen? Wat kon ze zeggen?
Rona zag dat Lines ogen zich vulden met tranen, en dat haar kin begon te trillen. Lines mond was pijnlijk vertrokken.
'Heeft Eugène deze milieuramp op zijn geweten? Hoe kan hij? Hij heeft mijn zoon vergiftigd!' Line veerde op uit haar stoel.
Rona wilde Line afremmen. Het bedrijf was misschien wel schuldig, maar dat betekende nog niet dat Eugène daar vanaf wist. Maar Line was niet te houden.
'En ik heb hem nog wel om advies gevraagd. Puberproblemen, noemde hij het! Hoe kan iemand zo...zo...' Line kwam niet meer uit haar woorden. Ze zakte terug op haar stoel en snikte het uit. Haar handen tegen haar ogen drukkend huilde ze haar pijn eruit. Rona voelde zich machteloos.
Opeens keek Line haar aan. Het verdriet was verdwenen en had plaatsgemaakt voor een kille hardheid.
'Ik ga hem nú de waarheid vertellen! Ik zal zeggen wat ik van hem vind om wat hij heeft gedaan. En reken maar dat hij er niet gemakkelijk vanaf komt!' Line sprong op, greep Rona bij haar arm en trok haar omhoog. 'Kom, we gaan nu naar hem toe!'