REDDING
LEGGEN, JENARR - ... Zijn bijdragen aan de meteorologie, hoewel aanzienlijk, verbleken echter bij wat sinds die tijd altijd de Leggen Controverse is genoemd. Dat zijn handelingen ertoe bijdroegen dat Hari Seldon in gevaar kwam, staat buiten twijfel, maar de discussie woedt - en heeft altijd gewoed - over de vraag of zijn gedrag voortkwam uit ongewilde omstandigheden of deel uitmaakte van een weloverwogen samenzwering. Beide kanten van de zaak zijn hartstochtelijk bepleit en zelfs de meest uitgebreide studies zijn niet tot definitieve gevolgtrekkingen gekomen. Niettemin heeft de verdenking zowel de carrière als het privé-leven van Leggen in de jaren die volgden grondig verziekt...
ENCYCLOPEDIA GALACTICA
25
Het was nog licht toen Dors Venabili Jenarr Leggen opzocht. Hij beantwoordde haar nogal ongeruste groet met geknor en een korte knik.
'En?' zei ze een beetje ongeduldig. 'Hoe was hij?' Leggen was net bezig wat gegevens in zijn computer te verwerken. 'Hoe was wie?' vroeg hij.
'Mijn bibliotheekleerling Hari. Dr. Hari Seldon. Hij is met je mee naar boven geweest. Heb je nog iets aan hem gehad?'
Leggen haalde zijn handen van het toetsenbord en draaide zich met stoel en al om. 'Die Helicoonse vent? Die was totaal nutteloos. Nergens in geïnteresseerd. Hij bleef maar naar het landschap kijken terwijl van een landschap geen sprake was. Een rare snuiter. Waarom moest hij van jou zo nodig mee naar boven?'
'Het was niet mijn idee. Hij wilde het zelf. Ik begrijp er niets van. Hij was zo geïnteresseerd. Waar is hij nu?'
Leggen haalde zijn schouders op. 'Hoe moet ik dat weten? Ergens.'
'Waar is hij heen gegaan nadat hij met jullie naar beneden kwam? Heeft hij dat gezegd?'
'Hij is niet met ons naar beneden gekomen. Ik heb je verteld dat hij zich nergens voor interesseerde.'
'Wanneer is hij dan naar beneden gekomen?'
'Geen idee. Ik heb niet op hem gelet. Ik had een enorme hoeveelheid werk te doen. Er moet een dag of twee geleden een storm en de een of andere neerslag zijn geweest en geen van beide hadden we verwacht. Geen enkele meting van onze instrumenten had er een goede verklaring voor, ook niet voor het feit dat het beetje zon dat we voor vandaag verwachtten niet verscheen. Nu probeer ik daar uit wijs te worden en nou kom jij me lastigvallen.'
'Bedoel je dat je hem niet naar beneden hebt zien gaan?'
'Kijk eens hier. Ik hield me niet met hem bezig. Die idioot had niet de goeie kleren aan en ik zag wel aankomen dat de kou hem binnen een half uur te veel zou worden. Ik heb hem een trui gegeven, maar dat zou niet veel helpen voor zijn benen en voeten. Ik heb dus de lift voor hem open gelaten en hem verteld hoe hij die moest gebruiken en uitgelegd dat hij ermee naar beneden kon en dat de lift dan automatisch weer terug zou komen. Het was allemaal heel simpel en ik weet zeker dat hij het koud heeft gekregen en dat hij naar beneden is gegaan en dat de lift daarna weer terug is gekomen en dat wij uiteindelijk ermee naar beneden zijn gegaan.'
'Maar je weet niet precies wanneer hij naar beneden is gegaan?'
'Nee, dat weet ik niet. Dat zei ik al. Ik had het druk. Maar hij was er in ieder geval niet meer toen wij vertrokken, en tegen die tijd begon het te schemeren en het zag eruit of het ging hagelen. Dus hij moet wel naar beneden zijn gegaan.'
'Heeft iemand hem in de lift zien stappen?'
'Weet ik niet. Clowzia misschien. Ze is een tijdje met hem samen geweest. Waarom vraag je het haar niet?'
Dors trof Clowzia op haar kamer. Ze had net een hete douche genomen.
'Het was koud daarboven,' zei ze.
'Ben je met Hari Seldon in de Bovenlaag geweest?' vroeg Dors.
Clowzia trok haar wenkbrauwen op. 'Ja, een poosje. Hij wilde wat rondkijken en van alles weten over de vegetatie daar. Het is een scherpzinnige man, Dors. Alles leek hem te interesseren, dus ik heb hem zo veel mogelijk verteld tot Leggen me riep. Die had weer eens een pesthumeur. Het weer werkte niet mee en hij...'
Dors onderbrak haar. 'Dus je hebt Hari niet met de lift naar beneden zien gaan?'
'Ik heb hem helemaal niet meer gezien nadat Leggen me riep. Maar hij móet hier beneden zijn. Hij was er niet meer toen we weggingen.'
'Maar ik kan hem nergens vinden.'
Deze woorden leken Clowzia van streek te brengen. 'Echt niet? Maar hij moet hier toch èrgens zijn.'
'Nee, dat hoeft helemaal niet,' zei Dors. Haar bezorgdheid werd steeds groter. 'Stel dat hij nog steeds daarboven is...'
'Dat is onmogelijk. Hij was er niet. We hebben uiteraard naar hem uitgekeken voor we teruggingen. Leggen had hem laten zien hoe hij beneden kon komen. Hij was niet warm gekleed en het was rotweer. Leggen heeft hem verteld dat als hij het koud kreeg hij niet op ons moest gaan zitten wachten. En hij kréég het koud. Dat weet ik! Dus wat kan hij anders hebben gedaan dan naar beneden gaan?'
'Maar niemand heeft hem naar beneden zien gaan. Is er iets verkeerd gegaan met hem daarboven?'
'Niets. Niet toen ik bij hem was. Hij was prima in orde... behalve dat hij het koud had, natuurlijk.'
Dors was nu echt ongerust geworden. 'Aangezien niemand hem naar beneden heeft zien gaan, kan hij nog boven zijn. Moeten we niet naar boven om te kijken?'
Zenuwachtig zei Clowzia: 'Ik heb toch gezegd dat we rondkeken voor we naar beneden gingen? Het was nog licht genoeg en hij was nergens te bekennen.'
'Laten we toch gaan kijken.'
'Maar ik kan je niet mee naar boven nemen. Ik ben maar een assistent en ik heb de combinatie niet voor de koepelopening. Je zult dr. Leggen moeten vragen.'